Foto door Amanda
Staatssecretaris van Economische Zaken, Martijn van Dam, heeft kamervragen over het couperen van paardenstaarten die zijn ingezonden door de diverse politieke partijen beantwoord. Hij geeft aan bestuursrechtelijk te gaan handhaven op het tentoonstellingsverbod van gecoupeerde paarden. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) doet momenteel onderzoek en heeft controles uitgevoerd op tentoonstellingen in Zeeland en Limburg. Wanneer er overtredingen worden geconstateerd kan hier bestuursrechtelijk worden opgetreden door bijvoorbeeld het opleggen van een last onder dwangsom. Het couperen van paarden is een verboden lichamelijke ingreep, tenzij de ingreep uit diergeneeskundige noodzaak wordt verricht. In geval van het aantreffen van een gecoupeerd paard op een tentoonstelling zal de organisator van de tentoonstelling c.q. de houder van het paard moeten kunnen aantonen niet in overtreding te zijn door middel van een diergeneeskundige verklaring waaruit blijkt dat het dier op grond van een diergeneeskundige verklaring is gecoupeerd.
"Ik vind het altijd teleurstellend dat een sector, welke sector dan ook, niet in staat is zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen en daarop vervolgens aangesproken moet worden middels handhaving. Om deze reden ben ik ook begonnen met het bestuursrechtelijke handhaven. Het couperen van dieren zonder diergeneeskundige noodzaak is in Nederland niet toegestaan en ik bestempel het als een vorm van verminking", aldus Van Dam. "De KVTH kan het deelnemen aan tentoonstellingen met gecoupeerde paarden in haar wedstrijdreglementen uitsluiten. Hiermee zou mogelijk een deel van het probleem opgelost kunnen worden. Van belang hierbij is dat naast de KVTH ook andere organisatoren van tentoonstellingen deze uitsluiting in hun wedstrijdreglementen opnemen. Voor mij doet een eventueel onderscheid tussen een dier dat afkomstig is uit het buitenland, dan wel een dier dat in het buitenland is gecoupeerd, er niet toe. Ik ben van mening dat in beide gevallen het dier niet mag deelnemen aan een in Nederland georganiseerde keuring of tentoonstelling indien het couperen niet heeft plaatsgevonden op grond van een diergeneeskundige noodzaak."