Welkom dames en heren bij de bosstaprit van goed een uur. Uw buschauffeuse voor vandaag is Mo en ik ben uw hostess, en mijn naam is Callas. Het is een heerlijke dag, de zon schijnt, heeft iedereen er zin in? Ik heel erg in ieder geval.
Aan uw rechterkant, net na de busremise, ziet u het dal. Dat vind ik altijd bijzonder want er valt ineens zoveel te zien! Maar Mo de chauffeuse vindt het niet zo boeiend en vertrekt liever. Nu ziet u aan uw linkerhand de berghelling, die is nooit hetzelfde en ik zoek altijd graag de tien verschillen.
We nemen nu de onverharde route naar het dorp. Links van de bus ziet u een houtstapel die er vorige keer nog niet lag. We zullen even bekijken wat voor hout het is. Kastanje, dat dacht ik al.
We komen nu langs de oude weeffabriek, waar nu verbandgaas wordt gemaakt. Oeh gut, ik schrok toch even zeg! U niet? Hoorde u het niet? Binnen in de fabriek viel iets om. Wat een eng geluid. Pff even stoom afblazen hoor!
Ik vind de chauffeuse wel erg langzaam rijden, we kunnen hier best wat tempo maken. Wat zeggen jullie? Harder? Harder! O. De chauffeuse Mo blijft langzaam rijden. Afijn, dat geeft ons wel de gelegenheid alles goed te bekijken. Links een open poortje, dat is meestal dicht. Rechts een waterval die is veel groter dan vorige keer. Hé ziet u dat, deze luiken zitten dicht, wat gek hè? En de blaffende hond is er dit keer niet, maar waar is ie dan? Ja weet u, hij kan maar zo uit de struiken komen toch? Gelukkig hebben we een stoere buschauffeuse die ons er veilig langs stuurt.
Dit is nieuw! Kwakende fladderbeesten bij een vijver. Interessant vindt u niet. Laten we het eens beter bekijken. Ze blijven waar ze zijn, we kunnen veilig verder.
Nu komen we bij een nauwe passage, een fietssluis. Iedereen even uitstappen, de chauffeuse moet de sluis openmaken. Soms kunnen we er ook wel door, maar alleen als we heel rustig zijn. En ik ben een beetje frissig vandaag. Ooit reden we er dwars doorheen met de bus, dat vond de eigenaar van het hekje niet zo leuk. Gelukkig was er toen verder geen schade.
Zo wij zijn er veilig doorheen, nu nog weer de balk terugschuiven in het hekje. Oeh gut! Hoorde u dat? Die rotrotweiler komt eraan. Die vind ik toch zo eng! Nou gauw iedereen maar weer instappen, dan kunnen we weer verder. Beetje opschieten allemaal, niet zo tutten! Snel snel, voordat die engerd bij ons is.
Zo nu gaan we de berg over. Dat is een lang bospad omhoog en dat is wel heftig zwaar. Poehé ik moet even uitblazen, je wordt moe van al dat praten! O de chauffeuse Mo wil nog even doorrijden. Nou gut gut wat maakt dat paar meter nou uit? En nou mogen we wel stilstaan? Valt hier geen ruk te beleven, maar ja, als de chauffeuse stil wil staan, dan weet ik het ook niet. Misschien kunnen we dan kastanjes zoeken? O dat is ook niet de bedoeling. Nou ik kan hier niet veel vertellen. Blaadjes. takken. Bomen. Eigenlijk alles wat je in een bos... O we gaan weer verder.
Dit is een lange afdaling langs de beek en daar kunnen we best wat harder vinden jullie ook niet? Wat zeg je? Slipgevaar. Wat een watjes zijn jullie zeg! Nou dan gaan we wel langzaam.
Aan uw rechterhand ziet u een omgevallen boom en o jee, er ligt een grote tak van hem over het pad. De buschauffeuse stuurt ons er om.... overheen? Wat een onzin, je kunt er beter omheen, veel minder moeilijk. Nou, Mo-chauffeuse haar zin, ik stap er dan wel op en er overheen.
En dan komen we nu bij de beek. Niet voor de watjes onder ons. Ik leg u even uit hoe ik het meestal aanpak. Ik stop mijn snor in het water om de temperatuur te voelen. Dan graaf ik eens in het water om de diepte te voelen. Ik kan het ook wel zien want het is heel helder, maar toch, je kunt beter het zekere voor het onzekere nemen. Dan neem ik een slokje, ik mag niet teveel want koud water kan koliek geven en dan ga ik erdoorheen. Aan de overkant springen we dan zo'n dikke halve meter omhoog de oever op. Daarna kun je het beste een poosje met je achtervoeten stampen want dat kriebelende water in je sokken is irritant.
In de zomermaanden galopperen we nu omhoog naar de oude ruïne, maar vandaag blijven we stappen. Bij de ruïne loopt een wildspoor en wat stinken die zwijnen toch! Ruiken jullie het niet? Nou dan mankeert er wat aan jullie neus, want ik ruik het wel duidelijk. Vies. Even mijn neusgaten schoonbriesen.
Aan de rechterzijde van de bus bevindt zich nu een houtstapel die ligt er al een hele tijd, maar er is toch iets anders aan. Aha! Ik wist het, er is een stam afgerold. Links van u ziet u nu beneden in het bos de waterval, maar daar kun je niet komen, dat is te steil.
We komen nu op een pad met veel plassen, waar in de lente de kikkervisjes in de plassen wonen. Voor hen die geen natte voeten meer willen, zoals ik, kun je precies tussen de plassen door over de middenberm. O, Mo-chauffeuse wil dóór de plassen. Heb ik niet zo'n zin in, worden mijn sokken weer nat, hahaha, Mo is genept, de bus kan er heus wel langs...
We zijn nu op de terugweg en zullen we de chauffeuse nog eens vragen of me mogen draven. Als jullie allemaal hard roepen... YES, we mogen toch een drafje op deze busstaprit, eh bosstaprit. Bonus! Houd jullie vast, daar gaan we!
Ik ben vandaag zo vrolijk, zo vrolijk, zo vrolijk...
Zo, nu gaan we weer even rustig doen, want we gaan weer twee keer de beek kruisen. Beide keren zijn niet meer zo diep als de eerste keer, maar toch het beste even het ritueel herhalen, snortemperaturen, voetdiepte-test, slokje water, erdoorheen en sokstampen.
Aan uw linkerhand hoort u nu een geluid. Het kan ook van rechts komen, dat weet je nooit in de bergen. Het is een snerpend geluid, maar het komt niet dichterbij. De eigenaar van de busremise heeft ook zo'n ding en bomen vallen er van om. Ik zal even kijken of het niet van achteren komt, nee, het blijft waar het is, dus gaan we maar gewoon verder denk ik.
We komen nu op een splitsing. Rechts is de oude weg, dat is nu een bospad geworden, dat gaat eerst lang omhoog en dan steil omlaag. Het is het kortst en loopt langs het weiland van de busremise. Links is de asfaltweg die is een stuk langer, circa 2km, maar die is plat. Natuurlijk nemen we de kortste route naar de remise toch?
Hallo chauffeuse Mo, wat zijn we nu eigenlijk aan het doen? We gaan nu toch wel linea recta naar huis? Nou, mensen kennelijk niet, maar ik heb daar eigenlijk helemaal geen zin in.
Over 50m komt er een klein paadje naar rechts, dan nemen we dat natuurlijk naar de remise. Zucht. Nou, we nemen de omweg, u krijgt wel waar voor uw geld. Dan zal ik nog maar even verder gaan met beschrijven van de bezienswaardigheden. Beneden in het dal tussen de bomen door ziet u het dorpje. En zelfs hier hoort u nog de beek en de waterval. Oeh gut, ik schrok, die vogels ook van tegenwoordig, die vliegen maar op wanneer het hun uitkomt.
Poeh ik heb het wel warm gekregen van alles. Gelukkig zijn we nu bijna terug.
Dames en heren daar ziet u de poorten van de remise. We zijn er! We hebben het weer veilig gered! Iedereen uitstappen! Ja, hoor tot ziens, en vergeten we de chauffeuse niet? En de bus lust ook best wel een fooitje.
Zo nu lekker naar de remise. Ik moet nu los volgen, maar... Wat zegt de chauffeuse, Callas ho? Ja doei, ik ga lekker naar mijn box. Zo, ik loop vast tien meter vooruit, hahaha, ik doe lekker geen ho. Hééé, wat is dat op het erf? Een emmer? Emmers hebben altijd wat lekkers voor de hostess. Snufblaas. WHOEAAH! Ik schrik me rot. Komt er een grote wolk as uit waaien!!! Gauw terug naar Mo-chauffeuse, die weet wel raad...
Tot de volgende rit!