Niet met het vliegtuig maar per auto!
Dit was een verzoekje van mijn schoonmoeder omdat ze een bijrijder zoekt die om de twee uur ook weer twee uur wil rijden een vakantie die zowat geheel voor mij betaald wordt op eten na.
Zoiets kon ik niet afslaan!
Helaas moet ik mijn lieve teddybeer achterlaten en ook mijn horsie..
Maar mijn lieve echtgenoot zal hier goed voor zorgen

Hier is mijn programma voor de komende dagen!
Vrijdag - dag 1: De auto's vertrekken vanuit verschillende plekken in Nederland. Een auto rijdt via Brussel om de paspoorten te halen bij de Mauritaanse ambassade. Bij het Texaco pompstation, vijf kilometer voorbij Gent aan de E17 (Antwerpen - Kortrijk) treffen we elkaar. Rond zessen passeren we Parijs. We overnachten in een Formule 1-hotel bij Blois.
Zaterdag - dag 2: Vroeg vertrekken, want er staan 1200 kilometer op het programma. Rond een uur of twee passeren we Bordeaux, twee uur later zijn we in Spanje. Via Vitoria en Burgos komen we op zestig kilometer voor Madrid aan bij Hostel El Gancho del Aguilla. De aankomsttijd varieert van 20 tot 23 uur. Factoren die daar van invloed op zijn, zijn het tijdstip van vertrek, files bij Bordeaux of slecht weer in de Pyreneën. Zelfs in het laatste geval krijgen we de waard nog wel zo ver een tortilla te bereiden.
Zondag - dag 3: De derde marathondag op rij. Op de vroege zondagochtend passeren we het dan nog rustige Madrid. bij Granada kunnen we op een terrasje al even het uitzicht op de Sierra Nevada bewonderen. bij Malaga vangen we een eerste glimp op van de Middellandse Zee. De resterende 150 kilometer tot Algeciras volgen we kustlijn, waarbij we door exclusieve jetset-oorden als Marbella en Estepona rijden. Tegen zessen komen we aan in Algeciras, waarvandaan we met een snelle draagvleugelboot naar het Afrikaanse continent varen. De formaliteiten aan de Marokkaanse grens nemen één à twee uur in beslag. Gelukkig krijgen we een uurtje cadeau, omdat Marokko in een andere tijdszone ligt. Tegen tien uur hopen zijn we dan bij hotel Oumaima in de veertig kilometer verderop gelegen stad Tetouan, waar ook nog een restaurant open is voor een voedzame maaltijd.
Maandag - dag 4: Vandaag is de laatste dag dat we op de onze tanden moeten bijten. Zeshonderd kilometer resten nog tot Marrakech. Als we vroeg vertrekken is er wellicht nog tijd om de grote moskee van de vorig jaar overleden koning Hassan II te bekijken aan de Atlantische Oceaan bij Casablanca. Over een drukke tweebaansweg rijden daarna naar Marrakech, waar we tegen zes uur aankomen. We parkeren de auto's in een parkeergarage aan het beroemde Djema el Fna plein. Het sfeervolle hotel in de medina is op ongeveer honderd meter lopen. In de medina van Marrakech heerst een sprookjesachtige oosterse sfeer. Op het plein gonst het van de activiteiten. Acrobaten, slangenbezweerders en verhalenvertellers wedijveren om het hardst om de aandacht van de bezoeker. 's Avonds verschijnen er eetstalletjes en verandert het plein in een grote openbare barbecue, waar voor weinig geld sfeervol en smakelijk gegeten kan worden.
Dinsdag - dag 5: In de ochtenduren kun je nog wat schuifelen door de medina. Misschien in een taxi stappen en je naar de leerlooierijen laten brengen. Om twaalf uur gaan we weer verder. Zodra we buiten de stad zijn zien we in de verte de besneeuwde toppen van het Atlas-gebergte. De weg naar Ouarzazate voert via spectaculaire haarspeldbochten over de bijna 2200 meter hoge Tizi-n-Tchika pas. Goed en wel over de top slaan we linksaf een smal weggetje in naar het dorpje Telouet. Daar bevindt zich het paleis van de voormalige pasja van Marrakech. Deze heulde in de jaren dertig samen met de Fransen. Voor straf mocht hij de jaren na de onafhankelijkheid geen onderhoud plegen aan zijn kasteel. Reden waarom dit immense gebouw in staat van verval is. Waarschijnlijk is het al donker wanneer we Ouarzazate binnenrijden. Aan de oevers van de Draa-rivier ligt ons hotel. In een grote nomadentent wordt het eten geserveerd.
Woensdag - dag 6: De reisleiding is 's ochtends druk met het inslaan van water, brood en andere benodigdheden. We verlaten voor enkele dagen de bewoonde wereld. Bovendien is Ouarzazate de laatste mogelijkheid om de voorraad alcoholhoudende dranken op voorraad te brengen. In deze toeristenstad is een winkel, waar voor vertrouwde prijzen drank aan de westerse toerist verkocht wordt. Even buiten Ouarzazate slaan we af naar Ait Benhaddou, een van de mooiste plekjes van Marokko. Gelegen op de flanken van het Atlasgebergte liggen talloze fraaie kasbah's tegen een heuvel aangeklemd. Verder kan de liefhebber een bezoek brengen aan de Atlas-filmstudios van MGM ,waarberoemde films als: Lawrence of Arabia, Life of Brian Jewel of the Nile, Asterix en Cleopatra en recentelijk Gladiator zijn gefilmd. 's Middags rijden we over een smalle asfaltband door een prachtig landschap naar het garnizoenstadje Foum Zguid bij de Algerijnse grens. de Sahara dient zich nu erg nadrukkelijk aan. We slaan ons kamp op bij het plaatsje Mriminia in een droge rivierbedding in de beschutting van een rotsformatie met aan de overkant een aantal zandduinen.
Donderdag dag 7: De volgende ochtend zal het snel een drukte van belang zijn. Berbernomaden komen langs met kamelen, geiten en ezels. Nieuwsgierige berberinnetjes blijven op hun dagelijkse strooptocht naar hout bij ons hangen tot we vertrekken. De verdere route is echt heel mooi. Bij Agadir Tissinnt kunnen we naar de stroomversnellingen kijken in een rivier die vanaf de Atlas de Sahara instroomt. En dat allemaal terwijl de militairen onze papieren inzien. Ook van een potje voetbal zijn ze niet vies. Toeristisch Nederland tegen militair Marokko eindigde twee jaar geleden onbeslist omdat de bal lek raakte. Hotel La Renaissance in Tata beschikt over een `vergunning' zodat we hier de sensatie van een pilsje (Heineken) op het terras kunnen ondergaan. Via Akka komen we aan in Foum H'ssan. We slaan een kamp op onder de hoge palmbomen in een verlaten tuintje in de oase van het dorp Aguerd. De gloed van een brandende palmboomstam houdt ons 's avonds op temperatuur.
Vrijdag - dag 8: De reisleiding zorgt in de vroege ochtend voor vers (nog warm) brood. Daarna kunnen liefhebbers zich opmaken voor een wandeling naar de rotstekeningen in de nabijheid. Jachttaferelen en abstracte poppetjes. Sommige zijn meer dan tienduizend jaar oud. Het uitzicht vanaf de berg waarop de tekeningen zich bevinden over een nabijgelegen dal is erg fraai.
Aan het begin van de middag maken we aanstalten om verder te reizen. Nog 200 kilometer is het naar de voormalige Spaanse vrijhaven Sidi Ifni. Een wonderlijk stadje met veel art-deco architectuur in pastelkleurige tinten. Restaurant Le Nomad is een absolute aanrader. Met het aan het strand gelegen hotel Bellevue is helemaal niets mis.
Zaterdag - dag 9: Sidi Ifni ligt aan de uitlopers van de uitlopers van de Anti-Atlas. Door een welvend landschap rijden we naar Guelmim. Daarna de 120 kilometer lange, vanwege zandstormen beruchte weg naar Tan Tan. De laatste stad rijden we binnen onder de beroemde poort van de zogenaamde `kissing camels'. Vanaf Tan Tan Plage, 25 kilometer westelijk van Tan Tan rijden we langs de kust. In het mondinggebied van onder anderen de Oued Chibika zijn talrijke watervogels, waaronder flamingos. Diverse duingebieden duiken op. Bij sterke westenwind spat het zeewater van de branding op de voorruiten.
Kort voor Tarfaya, de laatste reguliere Marokkaanse stad bieden de wrakken van drie schepen op korte afstand van elkaar een bizar, surrealistisch schouwspel. Omdat zandduinen hier reiken tot aan het strand zijn het echte schepen van de woestijn dus. Bij helder weer is hier het Canarische eiland Fuertaventura te zien. Honderd kilometer verder bevinden we ons in de omstreden Westelijke Sahara. We overnachten in de hoofdstad La'ayoun. De betonblok Hotel Mekka is weinig sfeervol, maar wel gerieflijk. Het is zaterdagavond en de kans op een feestje is niet gering. Twee jaar geleden hadden we de keuze tussen een traditionele Saharawi-bruiloft en een feestje van leden van de VN-vredesmacht Minurso. We kozen voor het laatste, omdat we vernamen dat Kofi Annan uit eigen zak had meebetaald. Zo vaak drink je niet op kosten van de hoogste VN-baas. Hotel Mekka biedt voor een dag even alle luxe die er in deze omgeving te krijgen is.
Zondag - dag 10: Het zijn nog 550 kilometer naar Dakhla, de plaats waar we ons voorbereiden op de oversteek naar Mauretanie. de enige onderbreking is het vissersplaatsje Boujdour waarvan de lange vuurtoren al vanaf tien kilometer afstand te zien is. Afhankelijk van tijd en weer kunnen we nog wat zwemmen op de strandjes die hier tussen de rotsen verscholen liggen. Het landschap is wisselend. De ene keer vlak met zand, stenen en een enkel polletje; de andere keer slingerend van het ene naar het andere plateau. De blauwe zee is echter een vaste factor aan de rechterkant. Omdat sinds begin februari 2002 het konvooi is afgeschaft waarmee de het restant van de afstand tot de Mauretaanse grens afgelegd moet worden is het het overwegen waard om door te rijden richting de grens. Op 150 kilometer voor de grens bevindt zich bij een sebkha een idyllisch kampeeerplekje.
Mocht het toch al tegen de avond lopen, dan kunnen we overwegende nacht door brengen op camping Moussafir en de volgende dag richting de grens te vertrekken. De camping ligt aan een inham van de baai, met een aardige zandstrand. De eigenaar heeft ambitieuze plannen. Er is een complete boulevard in aanbouw. Begin dit jaar bleek het campingterrein volgebouwd te worden met vakantiehuisjes.
Maandag - dag 11: De gang van zaken aan de grens is veranderd. Geen konvooi dus niet meer eindeloos wachten. Wanneer we zijn doorgereden richting de grens is er een grote kans dat we vanavond Nouadhibou zullen halen. Nadat we de uitreisformaliteiten aan de grens hebben voltooid duiken we het zand in. Een traject van vijf kilometer onverhard, met meestal maar een kort stuk mul zand. Daarna volgen nog vijf kilometer over de oude koloniale weg naar de Westsaharaanse stad La Guerra. (De landtong waarop Nouadhibou ligt is verdeeld in een oostelijk Mauritaans stuk en een westelijk Saharaans stuk waarop La Guerra ligt. Marokko heeft het bestuur daarvan echter overgedragen aan Mauritanië. La Guerra is tot verboden gebied verklaard.) n het zicht van de Mauritaanse grenspost is het verstandig foto- en filmapparatuur niet tevoorschijn te halen. De Mauritaniers loeren er op die in beslag te nemen zodra je ze gebruikt. Wat de procedure nu is weet ik niet helemaal zeker. We passeren drie instanties: gendarme, politie en douane. Ook niet langer in konvooi, maar ieder voor zich. In Nouadhibou dienen we dan de formaliteiten te vervullen. Daarvoor neem ik echter een plaatselijke assistent in de hand. Aangekomen in Nouadhibou kiezen we camping Baie de Levrier in het stadscentrum tot uitvalsbasis. Het Chinees restaurant Sol levert is goed, maar duur. Van de vriendelijke Palestijn een paar deuren verderop mag je niet eerder eten dan dat je zijn (schone) keuken nauwgezet hebt geïnspecteerd. Voor de liefhebbers is er een door Senegalezen gerunde discotheek. Die komt hier echter vrij laat op gang en wordt vrijwel uitsluitend door mannen bezocht.


