Ik heb altijd al moeite met mensen gehad, met hun wensen en eisen van doe dit en doe dat. Met een angst in m’n lijf dat ik ze teleur had gesteld, of het gevoel in m’n hart dat ik iets stoms had verteld. Daarom gaf ik me bij mensen nooit helemaal bloot en de muurtjes om mij heen altijd netjes sloot.
Tot die eerste keer op de Groenedijk, bij die oude boerderij, Met die koeien en kippen en dat prachtige paard in de wei. Ik stond naar haar te kijken, leunend op het hek van z’n land, met verdriet in mijn ogen en een pluk gras in mijn hand. Zij stopte met grazen en keek me toen heel even aan en is, met die grote bruine ogen, vlak bij me gaan staan.
Wat ik op dat moment voelde, is haast niet te beschrijven, maar het leek mijn verdriet helemaal te verdrijven. Opgezogen door die prachtige ogen van deze vriendelijke reus en ver weg geblazen via de warme lucht uit haar neus. Door dat gevoel van vriendschap, respect en een enorme rust, heb ik haar toen teder omhelst en heel zachtjes gekust.
Een vorm van vriendschap, waar ik al zolang op had gewacht, zonder iets te doen of te zeggen, wist ik wat zij dacht. Het leek wel alsof zij, mij m’n hele leven al kende, alles al wist en op de hoogte was van al mijn ellende. Ze keek met een rust alsof alles zo moest gaan, alsof zij de reden weet van ons aller bestaan.
Dit moest ik even met jullie delen. Ik vond het zo'n mooi gedicht. Beetje dramatisch maar wel een gedicht die iedereen die een band heeft met een paard goed kan begrijpen, "Onvoorwaardelijke Vriendschap".