Vorig jaar ging ik op vakantie, een appartement twee weken in Spanje aan de kust. Wat me bij aankomst al opviel: vlakbij de achterdeur van het flatje (dat op begane grond was), stond een rozenstruik. En die had behoefte aan water...
Elke dag bij het ontbijt zat ik er drie meter vandaan. De blaadjes, de kleine knoppen zonder bloemen. Ik schreef de laatste dag dat ik er was een gedicht. Mijn afscheid van Spanje, omdat ik wist dat ik daar nooit meer zou komen. Nu nog huil ik wanneer ik het lees. Niet omdat ik zo graag naar spanje wil. Maar omdat die rozenstruik een herinnering is van toen. Nog jaren zal deze er groeien. Maar mijn geheugenverlies zorgt ervoor dat het gevoel wat ik tijdens de vakantie had, langzaam verdwijnt. Echter als ik dit lees, komt het weer terug:
Rozenstruik.
Met mijn vingertoppen
raak ik jouw bladeren aan
jij zult hier nog jaren
in de zeewind staan
jij zult hier nog jaren
jouw wortels laten groeien
elke zomer weer
zullen hier rozen bloeien
overdag de meeuwen
vleermuizen in de nacht
terwijl jij vol overgave
op de zilte regen wacht
onder jou de dorre grond
die zo lang al voeding gaf
en waar ooit die dame stond
die jou water
en liefde gaf.
Dorine.