Iedereen schiet al in de stress als alleen het woord Bedrijfsrecht klinkt, ik dus ook...
Veel mensen hebben het gehaald, omdat ze de toets al hadden met de juiste antwoorden.
En laat het nu een stuk makkelijker zijn geweest als het open vragen waren, maar de antwoorden van de multiplechoice lijken zó veel op elkaar!
Ik ben nu dus ook bezig met een oefentoets en een groot gedeelte krijg ik ook af aan de hand van de toets met antwoorden die we begin dit jaar hadden. Of aan de hand van het wetboek en het lesboek (Bedrijf en Recht van Keizer).
Enkele vragen kom ik helaas nog niet uit, dus ik hoop dat jullie mij hiermee kunnen helpen!
Vraag 1 schreef:Jan Palet van schildersbedrijf Palet gaat de kozijnen van de Hanzehogeschool opnieuw verven. Hij gebruikt een ladder van de fabrikant Ladderius uit Heerlen. De treden van de ladder breken echter af als Palet naar boven klimt. De letselschade bedraagt € 6000,- , verder is er schade aan een thermopane-ruit van de Hanzehogeschool ter waarde van
€ 1.000,-. Vast staat dat de ladder een gebrekkig product is in de zin van de regeling productaansprakelijkheid 6:185 e.v. BW.
Palet kan op Ladderius verhalen op grond van 6:185 BW:
a. € 7.000
b. € 6.000
c. € 1.000
d. Niets, alles zal op grond van 6:162 BW verhaald moeten worden
Ik geloof zelf dat het antwoord B is, omdat de thermopane ruit een voorwerp betreft dat niet in de privésfeer zit, maar in de ondernemingssfeer, art. 6:190BW
Vraag 2 schreef:Een Nunspetenaar haalt een kroketje bij de Febo. De kroket ontploft in zijn mond. Vast staat dat de Febo geen schuld treft: de fout ligt bij fabrikant Snekkie, die de kroket niet goed had gevuld. De Nunspetenaar weet dat Snekkie de fabrikant is. Wie kan door de Nunspetenaar aansprakelijk gesteld worden voor de ziektekosten op grond van de regeling productaansprakelijkheid?
a. alleen Snekkie
b. alleen FEBO
c. beide
d. geen van beide
Deze vraag wilde ik in de eerste instantie niet meer stellen, maar mijn klasgenoot vroeg me ernaar en ik kan 'm niet meer verklaren. ik had voor antwoord B gekozen. Iemand die nog wel weet hoe het zit?
*Ohja, helder moment, in art. 6:185BW staat dat een producent alleen schuldig is als hij het goed ook in de omloop heeft gebracht. Dat heeft FEBO nu gedaan, toch?
Vraag 3 schreef:Hermien leent haar boormachientje uit aan Fred. Bij het boren draait de machine zichzelf vast en Fred kneust zijn pols. Er is geen sprake van een fabricagefout. Hermien wist niet dat de boor onveilig was. Hermien is:
a. alleen aansprakelijk op grond van artikel 6:162 BW;
b. alleen aansprakelijk op grond van artikel 6:173 BW;
c. aansprakelijk zowel op grond van 6:162 als 6:173 BW;
d. niet aansprakelijk.
Hier kom ik niet uit, dat het onrechtmatige daad is snap ik. Maar wat heeft een gebrekkige zaak hiermee te maken? Dat wist Hermien toch niet?
Vraag 4 schreef:Verona heeft bij de Trekpleister een nieuw schoonmaakmiddel gekocht om haar vloerbedekking te reinigen. Het middel bevat echter stoffen die de vlekken alleen maar erger maken en ze kan haar tapijt wel weggooien. Vast staat dat het middel een gebrekkig product is in de zin van de regeling productaansprakelijkheid 6:185 e.v. BW. De producent is Clean B.V. te Haarlem. De schade aan het tapijt is € 300,-
Verona kan deze € 300,- verhalen op :
a. Clean op grond van 6:185 BW en op de Trekpleister op grond van 6:162 BW.
b. Clean op grond van 6:162 BW en op de Trekpleister op grond van 6:185 BW.
c. Clean op grond van 6:185 BW en op de Trekpleister op grond van 7:24 BW.
d. Clean op grond van 6:162 BW en op de Trekpleister op grond van 7:24 BW.
Hier kon ik geen taart van bakken... Ofzo...
Vraag 5 schreef:Vervolg vraag 4
Verona heeft nog meer schade. Het middel veroorzaakt huiduitslag op haar handen, en daardoor gaat haar weekje naar de Canarische Eilanden niet door, die ze al betaald heeft. Annuleren is niet meer mogelijk. Schade € 1.000,-
Ze kan Clean aanspreken op grond van:
a. Wanprestatie, artikel 6:74 BW
b. Wel op grond van 6:185 BW , maar niet op grond van 6:162. BW
c. Wel op grond van 6:162 BW, maar niet op grond van 6:185 BW
d. Geen van bovenstaande mogelijkheden, dit is risicoaanvaarding.
Ook geen taartje van te bakken...
Vraag 6 schreef:Advocatenkantoor "Rozegeur" heeft drie maten. Een van de maten. Paul, gaat zonder dat de anderen ervan afweten in zee met een reclamebureau voor een wervingscampagne voor nieuwe klanten. De kosten zijn € 30.000,- en de andere maten zijn laaiend. Maar de campagne wordt een groot succes, de ene nieuwe klant na de andere meldt zich, de kosten zijn er snel uit. Paul is:
a. aansprakelijk voor € 30.000,-
b. aansprakelijk voor € 10.000,-
c. niet aansprakelijk , de maatschap zelf is alleen aansprakelijk
d. slechts aansprakelijk voor het bedrag dat hij in het firmavermogen heeft gestoken.
Ik dacht antwoord A, omdat mijn boek zegt dat een maat die een rechtshandeling aangaat in principe slechts zichzelf bindt. Art. 7A:1679BW volgens m'n boek.
Vraag 7 schreef:De laconieke exploitant van hotel Beukenootje BV, mejuffrouw Daphne ziet onbekommerd aan hoe haar hotel failliet gaat. Het mooiste servies staat toch allang bij haar thuis. De curator in het faillissement treft een volstrekt ondeugdelijke boekhouding aan. Hoe staat het met de bewijslast van de curator als deze op grond van kennelijk onbehoorlijk bestuur Daphne privé aansprakelijk wil stellen?
a. Hij moet alleen kennelijk onbehoorlijk bestuur in de afgelopen drie jaar te bewijzen;
b. Hij moet kennelijk onbehoorlijk bestuur in de afgelopen drie jaar bewijzen en volledig bewijs dat dit de oorzaak is van het faillissement;
c. Hij moet kennelijk onbehoorlijk bestuur bewijzen, maar alleen vermoeden dat dit de oorzaak is van het faillissement;
d. Kennelijk onbehoorlijk bestuur hoeft niet bewezen te worden en dat dit onbehoorlijke bestuur de oorzaak is van het faillissement moet worden vermoed, de failliet mag tegenbewijs leveren.
Ik dacht antwoord A, maar A en B lijken erg veel op elkaar.
Vraag 8 schreef:Hier volgen twee stellingen over de oprichting van een BV:
1. Als de BV wel is opgericht, maar nog niet is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel zijn de oprichters hoofdelijk aansprakelijk.
2. Als de BV is opgericht en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel , doch op de aandelen is niet het wettelijk minimum van € 18..000.- volgestort, zijn de oprichters hoofdelijk aansprakelijk.
a. 1 en 2 zijn juist
b. 1 en 2 zijn onjuist
c. alleen 1 is juist
d. alleen 2 is juist
Leuke stellingvragen, die dus niet in mijn boek worden behandeld....
Vraag 9 schreef:Wat is voor de minister van Justitie geen weigeringgrond tot de afgifte van een verklaring van geen bezwaar bij de oprichting van een BV?
a. De leges voor deze verklaring zijn niet betaald;
b. De oprichtingsstatuten bevatten de doelstelling: "het maken van winst door de verkoop van harddrugs";
c. De oprichter blijkt een frauduleus verleden te hebben;
d. De vennootschap is niet ingeschreven bij de Kamer van
Koophandel.
Dit leek mij antwoord B, hiermee worden consumenten niet benadeeld en er is geen sprake van fraude of faillissementen in het verleden.
Vraag 10 schreef:Wie overtreedt de Handelsnaamwet?
a. Lindy Witvoet, die in Utrecht een café opent onder deze naam terwijl in Utrecht al een poelier Witvoet zit;
b. Hans uit Groningen die een hoeden en petten winkel begint met de naam De hoge Hoed, terwijl in Goes ook al zo’n winkel bestaat;
c. Karin, die een restaurant opent met de naam Breezer, een gedeponeerd handelsmerk;
d. Jeroen Philips, die een dierenwinkel begint onder deze naam.
Ik twijfel tussen antwoord A en C, maar D begrijp ik opeens ook... Volgens mijn lesboek is het de bedoeling om de volgende verwarringen te voorkomen: Verwarring omtrent de eigenaar, verwarring omtrent de rechtsvorm, verwarring met een andere onderneming, verwarring met een merk, misleiding van het publiek.
Vraag 11 schreef:B.B.King treedt op in café de Sleutel en speelt uitsluitend eigen composities.
André van Duin brengt het lied Pizza ten gehore in café de Kachel. Dit lied is geschreven en gecomponeerd door Louis Wein.
Wie ontvangt auteursrechten?
a. King, van Duin en Louis
b. King en van Duin
c. King en Louis
d. van Duin en Louis
Deze vraag begrijp ik niet, als jullie er iets van kunnen maken, graag! Want ik zie zo even niet wat King hier nu mee te maken heeft...
Vraag 12 schreef:Maarten en Frits hebben samen een adviesbureau op gebied van telecommunicatie. In de maatschapovereenkomst is niets geregeld over de bevoegdheid van de maten. In dit geval is Maarten bevoegd voor een maatschap
I. een bedrijfspand te kopen;
II. een nieuwe wap telefoon te kopen.
a. I en II juist;
b. I juist, II onuist;
c. I onjuist, II juist;
d. I en II onjuist.
Ik heb gekozen voor antwoord A, omdat zonder bevoegdheid in de overeenkomst elke maat bevoegd is beheersdaden te verrichten.
Vraag 13 schreef:Jantje is een vennoot in een VOF die zich bezighoudt met de verkoop van uitlaatpijpen. In het vennootschapscontract is afgesproken dat geen van de vennoten op eigen houtje transacties af mag sluiten van meer dan 5.000,-euro. Deze bevoegdheidsbeperking is niet ingeschreven in het handelsregister. Jantje gaat zijn boekje te buiten en koopt voor 6000,- euro aan uitlaten. Wie is/zijn gebonden?
a.Alleen Jantje.
b.Zowel Jantje als de andere vennoten.
c.Zowel Jantje, de andere vennoten als de VOF.
d.Niemand is gebonden, want het is een nietige rechtshandeling.
In het andere tentamen staat een vergelijkbare vraag, waarin staat dat Jantje en de VOF verantwoordelijk zijn, hier kan ik alleen kiezen voor B... Maar de VOF staat toch gelijk aan de andere vennoten?
Vraag 14 schreef:Joosten en Burgsma zijn maten van een advocatenkantoor. Burgsma schaft vier luxe tuinstoelen aan, waarde 1.000,-euro. In de tuin van het advocatenkantoor misstaan de stoelen niet. Gardena, die de stoelen heeft geleverd wil betaald worden. Van wie kan hij betaling vragen?
a.Van Burgsma;
b.Van de Maatschap, aangezien het een beschikkingsdaad betrof;
c.Van de Maatschap, aangezien het hier een beheersdaad betrof;
d.Van de Maatschap, aangezien de rechtshandeling voordelig is voor de maatschap.
Hierover staat wederom niets in mijn boek. Ik neem aan dat het de maatschap betreft, maar ik kan de onderbouwing daarvoor nog niet hier uit halen.
Vraag 15 schreef:De statuten van een besloten vennootschap moeten onder meer bevatten:
I. een opgave van het geplaatst kapitaal en gestorte deel daarvan;
II. een blokkeringregeling
a. I. is juist, II. is onjuist;
b. II. is juist, I. is onjuist;
c. I. en II. zijn juist;
d. I. en II. zijn onjuist.
Ik kan tot nu toe nog niets vinden over de statuten van een BV...
Vraag 16 schreef:Wat gebeurt er wanneer een commanditaire vennoot zich met het beheer van een commanditaire vennootschap bemoeit?
a.hij krijgt de hoedanigheid van beherende vennoot
b.hij wordt uit de commanditaire vennootschap gestoten
c.de commanditaire vennootschap verandert in een naamloze vennootschap
d.de naam van de commanditaire vennoot moet worden opgeno¬men in de naam van de firma.
Ik heb gekozen voor A, maar in mijn boek staat dat een commanditaire vennoot zich wel intern mag bemoeien met het beheer, zonder dat dit gevolgen heeft voor de aansprakelijkheid. Maar wanneer hij naar buiten treed met zijn bemoeienissen moet het een beherende vennoot worden.
Vraag 17 schreef:Broer en zus Boelens uit Zuidlaren beginnen samen een café. Hun oom, geheten Trappist, werkt niet mee in de zaak, maar heeft er alleen 40.000.- in geïnvesteerd. Om hun dank te betuigen noemen zij het café : " Trappist & Boelens" . Als er een schuld van 60.000.- bestaat is Trappist :
a. hiervoor niet aansprakelijk
b. aansprakelijk tot 40.000.-
c. aansprakelijk tot 60.000.-
d. aansprakelijk tot 20.000.-
Naar aanleiding van de vorige vraag, denk ik A. Maar ik kan het niet onderbouwen.
Vraag 18 schreef:Beoordeel de volgende stellingen op juistheid dan wel onjuistheid.
I De onrechtmatige daad is een rechtsgrond voor contractuele aansprakelijkheid.
II In geval van een onrechtmatige daad wordt het causaal verband bepaald met de adequatie theorie, d.w.z. de schade moet als gevolg van de daad redelijkerwijs te verwachten zijn.
a. Stelling I is juist en stelling II is onjuist.
b. Stelling I is onjuist en stelling II is juist.
c. Beide stellingen zijn juist.
d. Beide stellingen zijn onjuist.
Wartaal, onrechtmatige daad en causaal verband kan ik nog wel rijmen. Maar contractuele aansprakelijkheid???????
Vraag 19 schreef:In geval van een onrechtmatige daad moet er sprake zijn van onrechtmatigheid.
I. Onrechtmatig is slechts hetgeen in strijd is met de wet.
II. In geval van een onrechtmatige daad komt slechts materiële schade voor vergoeding in aanmerking.
a. Stelling I is juist en stelling II is onjuist.
b. Stelling I is onjuist en stelling II is juist.
c. Beide stellingen zijn juist.
d. Beide stellingen zijn onjuist.
Weer een dergelijke vraag waar ik niets mee kan...
Vraag 20 schreef:Als jij een flatscreen koopt, maar het geluid van het toestel is erbarmelijk en je wilt een ander toestel van de leverancier is de rechtsgrond waarop je je moet beroepen:
a. wanprestatie
b. onrechtmatige daad
c. de speciale regeling productaansprakelijkheid
d. alle drie bovenstaande mogelijkheden zijn goed
Ik heb gekozen voor A, omdat ik niet meer gegevens heb. Misschien is het toestel wel gevallen bij transport, dan is het toch onrechtmatige daad? En productaansprakelijkheid heeft met schade te maken.
Vraag 21 schreef:De productenaansprakelijkheidsregeling uit het burgerlijk wetboek;
a. kent geen franchise, d.z.w. geen eigen risico;
b. is slechts van toepassing op roerende zaken;
c. is een rechtsgrond voor producenten om in geval van gebrekkige producten de schade te kunnen verhalen op leveranciers.
d. is een goede mogelijkheid om schade aan het gebrekkige product vergoed te krijgen omdat er sprake is van risicoaansprakelijkheid.
A en D zijn het volgens mij niet... C lijkt me het meest logisch...
Ik hoop echt dat jullie me hiermee kunnen helpen. Het is geen opdracht voor school, maar om zelf de logica van het recht even begrijpen. Ik heb het echt nodig, en ik hoop dan ook dat jullie mij een goede feedback kunnen geven!
Alvast heel erg bedankt!