mandymonica schreef:Verder leg je jezelf een hoefslag-verbod op. Rij veel lange, rechte lijnen, maar steeds binnen de hoefslag. Maak je paard na iedere bocht ook weer heel bewust recht en stippel in je hoofd de lijn uit die je wil volgen. Volg die lijn zelf met je hele lijf, dus niet ergens anders heenkijken of heendraaien: neem je paard met je mee. Uiteindeilijk volgt 'ie de bewegingen van jouw lichaam (als het kan: probeer dat eens zonder dat je de teugels vasthoudt en misschien zelfs zonder zadel, zodat je echt goed kan voelen. Is heel leerzaam voor beiden!).
Veel succes!
Dit is inderdaad een goeie tip. Als je echt een rechte lijn wilt rijden, kan het helpen door een punt uit te zoeken aan de overkant en daarnaar te blijven kijken, echt focussen; dit punt kan ook buiten de baan liggen (boom achter de baan, papegaai in de kantine, noem maar op). Dit kun je ook voor de wending al doen (zoals springruiters voor de bocht ook al kijken). Het is dan ook handig om een punt te zoeken dat op dezelfde hoogte is als jouw hoofd, of soms zelfs wat hoger. Met springen heb ik dat ooit eens meegekregen: "kijk naar de bovenste baksteen in de muur" en het werkt wel, ik doe dat nog steeds wel eens, ook bij dressuur.
Bij het rijden van figuren maak ik vaak gebruik van zogenaamde landmarks. Dat heb ik een beetje nodig omdat ik heel weinig dieptezicht heb, ik kan me soms slecht orienteren op afstanden, laten we zeggen dat ik het verschil tussen 8 en 10 meter echt niet zie. Nu weet ik wel een beetje aan hoe ik een figuur inzet en hoe ik mijn paard inbuig, wat het ongeveer gaat worden, maar ik heb nu eenmaal de gewoonte om te kijken waar ik zit. Thuis hebben de spanten bij ons in de baan een bepaalde afstand van elkaar en daardoor weet ik waar ik moet zijn bij het rijden van bepaalde figuren. Meestal richt ik me daar van tevoren ook op, ik wil daar en daar uitkomen en niet 2 meter ernaast, dat helpt ook wel hoor. Op wedstrijd kijk ik ook altijd even of ik punten kan vinden om mezelf te controleren.