Jolien je hebt wel gelijk dat het te maken heeft met de graad van africhting en de mate waarin het paard zich draagt. Maar een midden- of uitgestrekte gang rijd je niet door het tempo omhoog te brengen. Je vraagt of het paard zich wat wil verlengen maar blijft er als ruiter voor waken dat het ritme gelijk blijft. Het is best moeilijk voor paarden om in dat verlengen in het zelfde ritme van de gang te blijven, er word dan best wat gevraagd van die achterhand. Daarom heeft de mate van verruiming ook te maken met de graad van africhting.
Goed TS, wat zegt het proevenboekje over je vraag:
Citaat:
De stap
De stap is een marcherende gang met een viertakt (vier tempi). De vier benen worden in de stap afwisselend en afzonderlijk opgetild en weer neergezet. De stapbeweging moet door het gehele lichaam van het paard vloeien. De benen aan dezelfde laterale zijde vormen herkenbaar een V voor een kort moment.
De volgende soorten stap worden onderscheiden: verzamelde stap, arbeidsstap, middenstap, uitgestrekte stap en vrije stap.
{....}
De arbeidsstap:
Het paard beweegt zich monter, regelmatig en ongedwongen voort. Het vertoont een actief en rustig beeld. De stap is gelijkmatig en vastberaden. De ruiter leidt het paard in een constante lichte aanleuning.
De middenstap:
Dit is een actieve, regelmatige en ongedwongen door het gehele lichaam vloeiende stap met een middelmatige verruiming en daarbij passende verlenging in de bovenlijn. Het paard gaat energiek en kalm en met gelijke en vastberaden stappen voorwaarts. De achtervoeten worden iets voorbij de afdrukken van de voorvoeten gezet. De ruiter behoudt een licht, soepel, voortdurend en gelijkblijvend contact met de mond van het paard. De middenstap is een gang tussen de arbeidsstap en uitgestrekte stap in.
De uitgestrekte stap:
In de uitgestrekte stap dekt het paard zoveel mogelijk terrein zonder zich te overhaasten en zonder de regelmaat van de beenzetting te veranderen. De stapbeweging moet vooral door het gehele lichaam van het paard vloeien. De voorbenen stappen vrij en ruim voorwaarts en de achtervoeten treden duidelijk voorbij de afdrukken van de voorvoeten. De ruiter staat het paard toe zijn hals te verlengen en het hoofd naar voren te brengen, zonder echter het contact met de mond te verliezen. De neus komt hierbij ongeveer tot borst/boeghoogte.
De vrije stap:
De vrije stap is een ontspannen gang in rust. De ruiter staat het paard toe zijn hoofd en hals naar voren en naar beneden te brengen tot minimaal horizontale lijn, met een lichte aanleuning.
Bron het proevenboekje / https://www.knhs.nl/media/1247/bijlage- ... r-2013.pdf (Pagina 16)
De kunst is om een goede arbeidsstap te hebben van waaruit je verder kan bouwen. Het tempo en het ritme word door het paard bepaald, het moet een tempo en ritme zijn waarin het paard zich ontspannen, ongedwongen maar zelf verzekerd voorwaarts beweegt.
Als ruiter kun je dan {als je een goede arbeidsstap hebt met een fijne (lichte) aanleuning) de stap wat 'verkorten' maar let heel goed op dat het RITME dus wel gelijk blijft. De moeilijkheid hierin is om optijd te corrigeren. Je voelt dan {als dit correct gaat} dat het paard zich wat opricht en wat meer gaat zitten (afhankelijk van de africhting de mate waarin het paard dit doet).
Maar zo kun je dus ook de stap wat verlengen tot een middenstap of uitgestrekte stap. Je geeft het paard dan de ruimte om lengte aan te nemen maar het mag niet uit elkaar vallen en het RITME moet wederom weer gelijk blijven.
Het is best leuk om dit te oefenen, probeer eerst in je arbeidstempo het ritme te ontdekken van je paard en die te volgen. Maar ook te corrigeren als hij uit het ritme komt. Dan ga je een beetje 'spelen' met het korter maken en laten verlengen. Korter maken doe je door iets minder met je hand mee te bewegen ten opzichte van de mond en verlengen nodig je het paard uit om je hand te volgen naar voren toe. Zich langer te maken. Blijf goed voelen of het RITME gelijk blijft en corrigeer deze ook gelijk als dat niet het geval is.
Het correct voorwaarts neerwaarts gaan (dus niet de teugels los gooien en ze op de voorhand laten vallen) is hier een voorbereiding op! Het helpt de achterhand sterker maken om deze verzameling of verruiming aan te kunnen.