Moderators: C_arola, Coby, Nicole288, Dyonne
QQQQ schreef:Zoals gezegt allebei fout. Aanleuning en nagevelijkheid begint achter. Eerst actief van achter naar voren rijden, dan licht, constant contact met de mond nemen, waarop word nagegeven. Door veel overgangen en schijnovergangen te rijden wordt zo steeds meer gewicht op de achterhand overgenomen en komt de voorkant meer omhoog (wordt lichter), waardoor je enige oprichting erbij krijgt.
Kortom: Achter ligt de sleutel!
Saltow schreef:Ik heb Indertijd op 2 maneges tegelijkertijd gereden.
Maar toch waren ze heel verschillend.
Op de ene manege reden ze diep door te "zagen" dat houd dan in dat je de ene teugel na de andere naar binnen trekt.
Op de andere manege deed men het anders.Zo heb ik het mijn paard ook aangeleerd.
Daar "bouwde men een muur" dat deed men door redelijk veel spannig op de teugels te geven waarna het paard knikt en zo tot het paard diep loopt.
Als het paard het dan goed kan was dat met een klein knikje aan de teugel genoeg om het paard mooi diep te stellen.
Wat vinden jullie fout,of wat is jullie manier
Xx Saltow xX