Moderators: C_arola, Coby, Nicole288, Dyonne
runningkawa schreef:Jou paard is dus achter de teugel en achter het been.
eerst het paard aan het been maken en vandaarui proberen wat gewicht in de hand te rijden.
(edit: reactie op 2e post, gaat zo snel hier )
Om ontopic te gaan.
Ik denk dat de meeste nageeflijk problemen komen omdat vaal mensen zich nog te veel op dat krulletje van voor fixeren.
Maar hun paarden totaal niet voor het been hebben.
Alles met de handen oplossen en niks met zit en been.
Veel mensen stoppen verder wel veel geld in hun paard en de spullen, maar goede instructie is te duur
En klooien dan maar wat aan met iemand die nooit fatsoenlijke les heeft gehad.
Citaat:Over wie heb je het r.kawa?
Leest wel zo makkelijk
Tyrza schreef:Zo eenvoudig blijkt het niet altijd te zijn.
Heel vaak kom ik mensen tegen die denken dat het paard nagevelijk is (= krul), maar ik mis daarbij de durchlassigkeit, gehoorzaamheid aan het been en het bepalen van de diepte van de nagevelijkheid (= onder controle).
Dwz dat het paard in een bepaalde zelfhouding loopt, waarbij er wel een knik in de nek zit, maar de gehele bovenhalsspier totaal niet te zien is (wat voor mij een teken is dat de bovenlijn niet goed los/gebruikt wordt).
Er wordt op dat moment meer aan de voorkant gedaan, terwijl juist de zit- en beenhulpen onmisbaar zijn om aktiviteit en gedragenheid op het binnenachterbeen op te wekken. Bovendien kan mbv de beenhulp de gevraagde lengtebuiging behouden blijven. Vaak genoeg zie je het binnenachterbeen (= het dragende been) naast de massa lopen, waarbij het paard dus onmogelijk het gewicht naar achter kan plaatsen en dus nooit ontspannen aan het bit kan lopen, aangezien de balans niet correct is.
Gevolg hiervan is dat de rug niet goed gebruikt wordt en het paard niet open staat voor de beenhulpen. Vaak zie je in zo'n geval ook dat er geen constante controle is over het tempo/aktiviteit en balans. Het paard moet van mij juist ten alle tijden een onmiddelijke reactie op mijn beenhulp geven. Als de rug niet gebruikt wordt, blijft dit achterwege. Door het gebruik van de rug, onstaat er drang naar voren toe. Het paard wil het bit aannemen. Deze "energie"die ontstaat kan men omzetten in nagevelijkheid, het bovenstaande in acht nemend.
Ik vergelijk het altijd met een bel, die van achter wordt opgeblazen en groter wordt (=energie). Jij bepaald hoe groot die bel wordt. Als je echter teveel ruimte van voren geeft, loopt de bel leeg. Hou je het paard teveel vast, dan zal die bel ontploffen.
Zo zie je dat nagevelijkheid niet alleen te maken heeft met de kaak/nek/hals, maar ook met de rug, het binnenachterbeen. Kortom, het hele lichaam heeft op dat ogenblik een functie die op elk moment aangesproken kan worden, waarbij een flitsende maar ontspannen reactie ontstaat.