Laag, diep en rond, systeem om over na te denken

Moderators: C_arola, Coby, Nicole288, Dyonne

Dit onderwerp is gesloten, je kan geen berichten wijzigen of nieuwe antwoorden plaatsen.Onderwerp gesloten
 
 

Anoniem

Laag, diep en rond, systeem om over na te denken

Link naar dit bericht Geplaatst: 31-08-03 17:07

Laag, diep en rond, een systeem om goed over na te denken (Henriette Rootveld-Van der Lee)

Deurne/Winterswijk - Tijdens de eerste editie van Professionals on Tour in Deurne hield dierenfysiotherapeute Solange Schrijer een pleidooi voor het laag, diep en rond rijden. Ze noemde dit systeem een paardvriendelijke manier om met een paard om te gaan en langer heel te houden. Het zou de maximale ontwikkeling en behoud van losheid in het bewegen geven van een jong paard tot op het hoogste niveau in de dressuur. Het zou het behoud zijn van de gezondheid van het bewegingsapparaat en het zou een paard psychisch gezond houden. Schrijer vond dat ze dat wetenschappelijk onderbouwde naar aanleiding van haar uitleg over de anatomie van het paard, de fysiologie en de neurologische aspecten.

Een wetenschappelijk bewijs leveren is toch een heel wat moeilijkere zaak. Om dat te kunnen doen, zou je gelijk getalenteerde paarden in de verschillende rijsystemen moeten trainen onder exact dezelfde milieu-omstandigheden. Tot nu toe is nergens uit gebleken dat de stal met de trainingsmethode 'diep, laag en rond' de dierenarts minder hard nodig heeft dan de stal die dit systeem niet volgt.

Voor de kritische luisteraar hield Solange Schrijer toch een heel interessant verhaal. Alleen zijn bij sommige dingen die ze zegt kanttekeningen te plaatsen en vergelijkt ze af te toe appels met peren. Daarom is het verstandiger om zelf heel goed mee te blijven denken, iets waar Schrijer de belangstellende luisteraar overigens ook om vroeg bij aanvang van haar betoog.

Het verhaal van Solange Schrijer gaat vooral over voorkomen van rugproblemen, of zoals zij het noemt: het voorkomen van het bovenlijn syndroom, de dysbalans in de ontwikkeling en/of de spanning van de bespiering van de bovenlijn ten opzichte van de onderlijn. De kenmerken daarvoor zijn bewegingsbeperkingen van de gewrichten, van het bandensysteem en van het spierweefsel, verhoogde spierspanning in rust en verder pijn.

Boven- en onderlijn
Een belangrijk aspect van het betoog van Solange Schrijer was haar uitleg over het functioneren van het spiersysteem van het paard. Ze onderscheidde daarin de bovenlijn en de onderlijn. In paardentaal wordt tijdens dressuurinstructie vaak gesproken over het feit dat een paard zijn rug beter moet gebruiken. Een instructeur bedoelt daarmee dat het paard zijn rug niet vast moet houden en niet de bovenlijn naar beneden moet drukken. Een paard doet dat op een moment dat hij de strekspieren van hoofd, hals, rug en achterhand (de hamstrings) samentrekt. Op dat moment ontstaat een holle houding.

Om de bovenlijn niet die holle houding aan te laten nemen, moet een paard dus juist die bovenlijn ontspannen en de onderlijn aanspannen. Het paard moet daarvoor de buigspieren van de hals, de borstspieren, de buikspieren en de buigers van de lage rug- en heupgewrichten samentrekken. In de instructie zou dus in feite gesproken moeten worden over het paard dat zijn buik beter moet gebruiken en zijn bovenlijn moet ontspannen.

Spraakverwarring
In feite bedoelen we allemaal hetzelfde en gaat het meer om een babylonische spraakverwarring. Als je goed hebt gewerkt met een paard, weet je dat je paard voornamelijk zweet bij de onderlijn.

Solange Schrijer noemde het een ongezonde situatie als een paard langdurig in een bepaalde houding loopt en langdurige aanspanning van dezelfde spiergroepen moet ondergaan. Maar dat geldt voor alle rijsystemen en iedereen is er dus ook van overtuigd, dat tijdige rustpauzes in het rijden moeten worden ingebouwd ter ontspanning van de spieren. Ook de afwisseling van houdingen geldt als juist voor alle rijsystemen.

Als factoren die bijdragen tot de ontwikkeling van het bovenlijn syndroom, noemde Schrijer de natuurlijke bouw van het paard, kreupelheden, het zadel, het karakter en de trainingsmethode. Wat het karakter betreft heeft een ril paard eerder bovenmatige spierspanning, maar zijn het ook vaak fysiek krachtige paarden. In het betoog van Schrijer ging het vooral om de trainingsmethode.

Natuurlijk is het zo dat slecht paardrijden niet gezond is voor een paard. Als ruiter gaan we op een ongetrainde rug zitten. Dat is op zich onnatuurlijk, omdat door de zwaartekracht die rug de neiging heeft om in te zakken. We hebben als ruiter de taak om het paard zo te trainen dat de rug sterk genoeg is om het doorzakken van die rug en dus rugproblemen te voorkomen. Doen we dat niet dan komen we op een vaste rug zitten, waardoor het paard minder los door zijn lijf gaat bewegen en ook minder soepel zal zijn.

Doel Schrijer
Solange Schrijer noemt het uiteindelijke doel, de balans in de aanspanning van de onder- en bovenlijn in alle gradaties van de oprichting. Dat is de eerste keer dat de kritische luisteraar de wenbrauwen fronst. Natuurlijk wil je dat, maar is dat wel het enige? Het doel van de rijkunst is tenslotte de systematische gymnastische ontwikkeling van de natuurlijke eigenschappen van een paard, waardoor een paard qua bespiering mooier wordt en qua bewegingen krachtiger en elastischer, doordat de achterhand steeds meer gewicht overneemt.

Hoe wil Schrijer haar doel bereiken? Door uit te gaan van een gezonde situatie van de rug, waarbij een paard Durchlässigkeit vertoont. Dat is de Duitse term voor losgelatenheid of los door het lijf bewegen. Je zou ook kunnen zeggen, het is nageeflijkheid door het hele lichaam heen, waardoor het paard in alle drie de basisgangen tactzuiver blijft bewegen.

Tot zover is het allemaal duidelijk. Tact en Losgelassenheid zijn de eerste twee voorwaarden van ht klassieke Duitse 'Ausbildungsskala' in de opleiding van het dressuurpaard.

Voor het los door het lijf bewegen, is een optimale beweeglijkheid van de wervels nodig. Volgens Schrijer bereik je dat door de 'bolle' houding van de bovenlijn. Ook dat is te volgen, maar bij het woord bol, is het de tweede keer dat de kritische luisteraar de oren meer dan spitst. Is dat wel de optimale balans in de aanspanning van de onderlijn en de bovenlijn? Bol wijst op een bovenmatige aanspanning van de onderlijn en een extreme oprekking van de bovenlijn.

Bij een paard met een bolle bovenlijn denk je aan een paard boven de sprong of een bokkend paard. Dat is de ultieme bolle rug. Een paard is op dat moment beresterk en tot grote krachtexplosies in staat. Tegelijkertijd zet een paard op dat moment de ruiter weg en heeft die nog maar weinig invloed op het paard. Daarom zit een ruiter boven de sprong in verlichte zit met de hand naar voren en heb je op een bokkend paard ook maar heel weinig te vertellen. De zachte, verende rug is op dat moment weg. Een springpaard dat extreem zijn best doet boven de sprong en zich heel bol maakt, zie je dan ook vaak na de landing nog eens even fel nabokken.


Om de dressuurring zie je nogal eens dat paarden die alleen getrained worden op die 'bolle' bovenlijn in feite te hard zijn opgespannen waardoor de vriendelijke, nageeflijke aanleuning verloren gaat. Die zachte aanleuning is het derde punt van het klassieke Ausbildungsskala, wat we moeten doorlopen om het eindstadium van de rijkunst te bereiken: een dürchlassig paard.

Heel duidelijk
Wat echter heel duidelijk is, is dat het aanspannen van de onderlijn, nodig is om een paard los door het lijf te laten bewegen. Daar is geen speld tussen te krijgen. Een belangrijk punt is dus buikspiertraining. Hoe bereik je dat oftewel, hoe activeer je die onderlijn?

Daarvoor zijn volgens Schrijer twee mogelijkheden. De eerste is via de activering van het achterbeen, dus eigenlijk de training van het achterbeen. In de klassieke rijkunst zijn dat de volgende drie punten van het Ausbildungsskala: de Schwung, het rechtrichten via het vragen van lengtebuiging en meer ondertreding van het achterbeenn en de verzameling.

Solange Schrijer omschreef de beoogde activiteit van het achterbeen iets anders: Je vraagt reactie snelheid, want als je langzaam beweegt, doet de spier weinig. Je vraagt paslengte, want ook als je maar een klein stukje beweegt, doet een spier weinig. En je vraagt beweeglijkheid inde gewrichten, want is een achterbeen 'laat', dan is de bewegingshoek veel groter en de beweeglijkheid van het gewricht klein. Tot zover weer heel goed te volgen.

Lage of diepe houding
De tweede mogelijkheid om die onderlijn te trainen is buikspiertraining, dus het vinden van een houding waarin het voor het paard makkelijk is om de buikspieren aan te spannen. In de klassieke rijkunst noemen we dat het werken van een paard in een lage lijn, oftewel het voorwaarts, neerwaarts rijden, waarbij het paard de hals lang maakt en als het ware laat 'vallen'en de bewegingen makkelijk van achteren naar voren over de schoft naar de hand toe vloeien en het paard zelf aanleuning zoekt. Daarbij is het van essentieel belang dat de neus voor de loodlijn blijft, omdat het paard, en zeker een jong paard dat zijn gewicht nog niet over vier benen heeft verdeeld, anders heel makkelijk zijn balans zal verliezen en op de voorhand in de hand gaat hangen.

Nek- en kaakgewricht
Blijft de neus van een nageeflijk paard voor de loodlijn, dus houdt het paard het nek- en kaakgewricht geopend, dan gebruikt het paard zijn hals als stabiele balanceerstok en blijft het paard in de voorhand voor je staan. Knikt het paard weg in nek- en kaakgewricht en komt de neus achter de loodlijn, dan is de stabiliteit in de hals weg en zoekt het paard heel snel een ander steunpunt door de voorbenen meer onder het lichaam te plaatsen en meer steun te zoeken op de voorbenen, dus op de voorhand.

Op dat moment kan het paard nog heel moeilijk over vier benen verdeeld in balans gaan, laat staan gewicht overnemen op het achterbeen. Paarden die wegknikken in het nek- en kaakgewricht, zie je dan ook vaak aan de voorkant onderstandig staan en/of aan de achterkant 'laat' of 'uit'. Dat zie je in alle rijsystemen gebeuren vanaf de eerste tot en met de laatste oefening, vanaf het halthouden tot en met de piaffe, vanaf de B-dressuur tot op het Grand Prix niveau.

Een paard dat het voorbeen onderstandig onder het lichaam plaatst, neem geen of te weinig gewicht over op het achterbeen, waarmee het doel van de oefening in feite verloren gaat. Sommige paarden, vaak absolute toppaarden, zijn echter zo scherp en trittig, dat zij achter toch actief blijven ondanks die diepe houding, terwijl ze als bijkomend voordeel van die diepe houding controleerbaar zijn. In het halthouden staat zo'n paard echter vaak van achteren uit, omdat hij dat moment niet kan compenseren met zijn trittige achterbeen.

In de piaffe maakt zo'n paard met de benen vaak een zijwaartse beweging oftewel hij gaat balancé en 'gooit' zich van de linker op de rechter diagonaal, omdat het achterbeen te weinig naar voren ondertreedt en te weinig gewicht overneemt. Dat te weinig doortreden van het achterbeen kun je heel goed zien aan de toon van de voet, die het eerste de grond raakt. Een paard dat van achteren doortreedt, strekt het kniegewricht en zet zijn voeten plat neer.

Zo'n paard zweet ook altijd rond de lies en het kniegewricht en aan de voorkant van de schenkel.

Solange Schrijer wil echter een paard, dat op alle punten rond is in de bovenlijn, dus ook in de nek en de kaak waarbij het paard de neus zover mogelijk naar de achterbenen brengt, om maar een zo groot mogelijke bolling te krijgen. Een paard moet diep, laag en rond gaan. Ze sprak tegen dat het onnatuurlijk zou zijn, omdat een paard ook zo graast. Een grazend paard brengt echter zelden zijn neus daarbij achter de loodlijn en wordt bovendien niet geplaagd door de balansverstorende ruiter.

'Hot spots'
Schrijer noemt de vier regio's waarbij het bovenlijn syndroom kan optreden, de 'hot spots'. Het zijn de overgang hoofd-hals of de nek; de overgang schoft-halswervels; de overgang borst-lendenwervels; de overgang lendewervels-bekken.

Het zijn de vier regio's waar de meeste beweeglijkheid mogelijk is en daardoor kan het daar het snelste misgaan.

Op die plaatsen moet het paard de spieren niet aanspannen, maar ontspannen en dus nageeflijk zijn.

Het was jammer dat Solange Schrijer op dat moment als een sneltreinvaart door het biomechanische en neurologische aspect ging van het strekken van de nek, omdat het teveel tijd zou kosten. Juist dat essentiele punt voor de activering van een paard. Als je zelf rijdt en je merkt dat je bij de nageeflijkheid van het paard tot in de nek uitkomt zonder dat hij daarbij wegknikt en de benige stabiliteit en dus de balans van de wervelkolom verloren gaat, voel je dat het paard op dat momenteen enorme activiteit en levendigheid van achteruit ontwikkelt.

Schrijer waarschuwde dat een paard in de natuur het strekken van de nek gebruikt als hij gaat vluchten, dus als hij heel scherp en actief wordt. Hij richt zich op, spitst de oren en strekt de nek. Het strekken van de die nekspieren, nodigt uit tot een holle houding en het tegen de hand zijn, waardoor de nageeflijkheid verloren gaat en het paard niet meer los door het lijf kan bewegen.

Training bovenlijn
Ook gaf Solange Schrijer enkele belangrijke en heel duidelijke tips over werk voor de bovenlijn: veel stapwerk aan de lange teugel, in draf vooral werken aan lengtebuiging, eventueel aan de longe. Bedenk dat de draf een tweetakt beweging is, waarbij de wervelkolom heel statisch is en er dus weinig gebeurt ter ontwikkeling. Doe daarom veel galoptraining, omdat de wervelkolom bij iedere galopsprong zich welft en trainingsarbeid verricht.

Gevaren
Ook benadrukte Solange Schrijer dat er gevaren aan het systeem 'laag, rond en diep' rijden liggen. Op de eerste plaats noemde ze een verkeerde uitvoering die men heel vaak ziet. Het passief trainen in een lage houding van hoofd en hals met onvoldoende activiteit van de achterbenen. Het 'laag, diep en rond' rijden op de goede manier eist zoveel vaardigheid van de ruiter, dat juist deze methode heel makkelijk leidt tot een zeer dier-onvriendelijke manier van rijden.

Eigenlijk is Anky van Grunsven één van de weinigen, die het systeem correct uitvoert. Zij houdt de voorhand voor zich, ook als ze extreem diep rijdt.

Die techniek vergt een buitengewoon elastische teugelvoering en een zachte, nageeflijke hand die de beweging doorlaat naar voren, zodat het paard zich echt kan rekken en strekken en naar het bit blijft lopen. Weinigen is die hand gegeven, maar naar Anky kun je alleen maar met veel respect en bewondering kijken! Zij heeft bewezen dat het systeem 'laag, rond en diep' voor haar werkt en daarom moet je open blijven staan voor nieuwe dingen en daarover nadenken.

Volgens Schrijer dreigt er in het systeem nog een gevaar in de mechanische belasting. Je traint namelijk in het eindstadium van de gewrichten en het werken in excentrische contractie oftewel de maximale belastingo op elasticiteit. Een paard zal dus sneller moe worden en deze trainingsarbeid kan dus alleen maar langzamerhand opgevoerd worden. Met een jong paard wordt in feite nooit laag, diep en rond gewerkt voordat hij zijn balans over vier benen verdeeld heeft.

Daarom is het jammer, dat vergelijkingen werden getrokken tussen goed en fout op foto's die op verschillende momenten van de africhting en op verschillende momenten in beweging werden genomen. Dat is appels met peren vergelijken.

Maar al met al, gaf het betoog van Solange Schrijer een uitnodiging tot nadenken, diep nadenken. Ze noemde het zelf revolutionair denken oftewel denken vanuit de onderlijn. Ze benadrukte een individuele benadering per paard, per dag en per combinatie en maakte verschil tussen de wedstrijd- en trainingshouding. Schrijer nodigde tenslotte de opleidingen uit gebruik te maken van wetenschappelijke informatie, zodat in de leerboekjes komt te staan, dat een paard dat met een weggedrukte rug niet zijn rugspieren moet gebruiken, want dat juist veroorzaakt wordt door een aanspanning van de rug en de achterhandspieren, maar dat in feite het paard zijn buikspieren dus meer moet aanspannen en zijn rugspieren moet ontspannen.

Probleempaarden
Hoe moeilijk is het, om zelfs met de hulp van Anky van Grunsven en Isabell Werth een paard los door het lijf te laten bewegen, werd na het betoog van Solange Schrijer duidelijk gemaakt toen de probleempaarden in de ring kwamen. Constant lag het gevaar op de loer van ruiters die hun paard in een te hoog tempo met een te hoge halshouding rijden. Zo'n paard loopt eigenlijk constant tegen de hand op, omdat de beweging niet over de schoft naar de hand toe kan vloeien en het paard niet los door het lijf beweegt.


Anoniem

Link naar dit bericht Geplaatst: 31-08-03 17:09

Met het gevaar van RSI en typkramp, heb ik het artikel uit de Paardenkrant overgenomen. Ik denk dat hier wel een aardige discussie over kan ontstaan. Laten we het vooral leuk houden Lachen.

Anoniem

Link naar dit bericht Geplaatst: 01-09-03 00:02

Het was inderdaad eventjes typen ja Haha!. Dat doe ik inderdaad blind en met 10 vingers. Hier thuis heb ik geen dinges om het in te zetten helaas, dat was wel wat makkelijker geweest *LOL*. Iedereen bedankt voor het lezen Lachen.

Over het artikel zelf kan ik op dit moment kwijt (heb het echt woord voor woord gelezen) dat ik vind dat het een kritische weergave is van het verhaal van Solange Schrijer zoals die dat vertelde op die bijeenkomst. Uit het verhaal haal ik weer dat mevrouw Schrijer probeert om haar verhaal te onderbouwen met 'wetenschappelijk materiaal', maar dat wij dus niet zien wat die wetenschappelijke onderbouwing dan precies is, een gedeelte daarvan wordt namelijk 'wegens tijdgebrek' nauwelijks (eigenlijk niet) behandeld. Er staat wel dat de LRD-rijders de veearts niet minder nodig hebben dan de klassieke rijders, niet meer en niet minder. Daar vinden we ook al geen onderbouwing of bewijs in.

Solange Schrijer bedoelde een pleidooi voor het LRD rijden, maar ik vraag me af of dit verhaal niet iets te makkelijk afgedaan wordt als het systeem van grote-stappen-snel-thuis. Iedereen heeft schijnbaar haast tegenwoordig en als ze niet met 8 jaar GP klaar zijn, dan is er iets niet goed Verward.

Het stuk over het achterbeen ben ik het wel weer mee eens in zekere zin, maar dit zie ik als een punt van aandacht in alle systemen dat absoluut meer aandacht van de ruiter verdient. Niet elk paard is er aan toe om meer te dragen van achteren, maar er hoort toch wel reactie te zijn in het achterbeen. Zonder het laatste kun je het eerste nooit bereiken, dat is zeker. Het is niet makkelijk of in 1 dag op te lossen, maar het moet wel de aandacht hebben.

Anoniem

Link naar dit bericht Geplaatst: 01-09-03 02:25

Fitz, misschien is het wel zo dat Solange in het licht van de Profesionals on Tour wel kon vertellen wat de goede kanten zijn van het LRD rijden. In het artikel komt gelukkig wel redelijk naar voren dat dat systeem niet voor ieder paard en ook zeker niet voor iedere ruiter geschikt is, dat is dus ook de stijl van Solange Schrijer.

Anoniem

Link naar dit bericht Geplaatst: 01-09-03 10:22

ThePast03, misschien kun je die opmerking ook vertalen naar 'Anky en haar leerlingen'??

Eleonoor, dat artikel is van december 2001 en is gepubliceerd naar aanleiding van een clinic inderdaad.


Dit onderwerp is gesloten, je kan geen berichten wijzigen of nieuwe antwoorden plaatsen.Onderwerp gesloten

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 74 bezoekers