NaVy! schreef:Hoi,
Het Dressuren gaat bij mij zeer slecht!
Maar, daarintegen gaat het springen super!
Ze heeft vroeger aardig wat springwedstrijden gelopen, en ik zou het geweldig vinden om ook nu wedstrijden te springen!
Maar, ik denk niet dat ik ooit een winstpunt in de Dressuur haal!
Waarom niet?
*Ze loopt niet aan de teugel, maar kei hoog met 'r hoofd!
*Op de volte valt ze OF naar binnen, OF ze kijkt naar buiten!
*Ze luisterd niet erg naar mijn teugelhulpen!Dus, nu kan ik en niet Dressuren en niet springen!
Heeft er iemand tips hoe ik toch aan mijn winstpunt kan komen?
Alvast heel erg bedankt!
Greetz MANDY
Mandy als eerste doordat je paard de hoofd in de lucht gooit, wil dat ook zeggen dat ze niet los is in de rug en dus van achteren niet korter wil lopen. Dat wil dus niet zeggen dat ze kleine stapjes moet maken maar ze moet meer op achterhand komen. Daarbij zeg je ook dat paard of op volte naar buiten trekt of valt. Dat ligt aan de buiging van je paard. Paard moet rechtgericht worden omdat elk paard van nature een korte kant heeft van spieren en lange kant, de korte kant moet opgerekt worden zodat je paard kunt gaan rechtrichten, op beide teugels daarna gelijkmatige aanleuning gaat krijgen, in samenhang door middel van drang naar voren en vervolgens zal je paard gaan ontspannen en in voorwaartse neerwaartse lijn kunnen gaan lopen.
Dus je paard zal een bepaalde buiging hebben van nature, dan begin je met de volgende dingen af te vragen:
1 aan welke kant pakt mijn paard meer druk op de teugel
2 aan welke kant laat paard mij lager zitten (desnoods laat je iemand achter je of voor je staan om te kunnen zien of je beugel aan 1 kant langer of hoger hangt. Aan de kant waar je beugel lager hangt, laat paard jou dus lager zitten
3 wat doet je paard op bepaalde kant op een volte. Vergroot deze de volte of verkeind hij volte
Daar begin je dus mee, door op binnehoefslag te gaan rijden, naar voren kijken en proberen te voelen. Als je dus ontdekt hebt op welke kant paard meer teugel pakt, stel dat het linker teugel is (op rechterhand), paard laat jou ook linkerkant van jou bil lager zitten (op rechterhand) en vergroot de volte (op de rechterhand) dn is je paard rechtsgebogen. Je paard zal op de linkervolte dan de volte verkleinen.
Dat wil dus zeggen dat langs de rechterkant van zadel de spier korter is en deze dus opgerekt moet worden.
Begin met een rechtsgebogen paard op de rechterhand op de binnenhoefslag te rijden (en met een linksgebogen paard op de linkerhand.) Stel het paard naar buiten (contrastelling), zover dat er op beide teugels evenveel druk ontstaat Leun wat meer op binnenbeugel, om te voorkomen dat het paard naar de hoefslag loopt. Zo rekt je de korte spieren op en maak je deze spier lang en soepel.
Daarna verandert je van hand en ga je grote voltes rijden. Zorg er voor dat de volte mooi rond en steeds op dezelfde plek gereden wordt. Valt het paard op de binnenschouder, zet dan de voorhand naar buiten met twee teugels. Valt het paard over de buitenschouder, zet dan de voorhand naar binnen. Zo zorgt u ervoor dat het paard ontspannen en recht gaat lopen op de volte.
Als het paard recht loopt, rijd je geen contrastelling meer.
Om dit resultaat te verkrijgen mag het paard geen steun vinden op de binnenteugel. De buitenteugel is altijd de rijteugel. Door het paard in contrastelling te rijden zal het zelf naar zijn evenwicht gaan zoeken en zal het paard zich recht maken.
Succes ermee.