Dag 1:, of liever nacht 1, om vier uur s'nachts gaat mijn wekker, een half uur later staat vriendin Linda op de stoep met haar moeder om naar Schiphol te rijden. Daar aangekomen even bakkie gedaan, ingechekt en dan door de douane. Na twee uur vliegen landen we in Helsinki, uurtje wachten en dan nog een uur op het vliegtuig naar Kemi. Daar aangekomen worden we opgewacht door Rob, de rit van een uurtje naar hun bedrijf beginnen de verhalen al los te komen, en dit zal de rest van de vakantie niet meer stoppen. Het is gelijk duidelijk, dit is een plek waar je je thuis kan voelen, bij mensen met hart voor hun werk. Aangekomen in Portimojärvi worden we eerst luidkeels begroet door Bono, de Finse Lappenhond. Een geweldig enthousiaste lieve hond, die de hele vakantie met ons wil spelen en knuffelen. Nadat we hem uitgebreid begroet hebben krijgt Natascha eindelijk de tijd om kennis met ons te maken. Zij heeft het vuur al brandende in de Grilli-Kotta (klein houten huisje met houtvuur in het midden waar gegeten en gedronken kan worden), en daar krijgen we ons eigen Kuksa (houten drinkbeker) met naam erop. Ook liggen de Makara's klaar, worstjes die je op een stok prikt en boven het vuur braad. Na hier een tijdje gezellig gekletst te hebben rijdt Rob met ons (Linda, ik en nog een Nederlands meisje Margot) naar Aavasaksa, de hoogste top in de omgeving. Daar wandelen we omhoog, maken kennis met de grote hoeveelheden muggen die Lapland deze tijd van het jaar overspoelen en verteld Rob over de omgeving, bushcraften, sneeuwschoenwandelingen, sledetochten, sneeuwscooteren. Daarna terug naar huis en ons bed in, want we zijn toch wel een beetje kapot na zo'n lange dag.

Grilli-Kotta

Onze Kuksa's
Dag2: Na rustig opgestaan te zijn, paardjes gevoerd te hebben en zelf versgebakken broodjes verslonden te hebben pakken we onze tas voor onze eerste overnachting in het bos. Deze worden bij Rob in de auto geladen, terwijl wij de paarden uit de bak halen, poetsen en opzadelen. Deze eerste dag rijd ik Ofeigur, een bruine stevige ruin, de baas van de kudde. Achter het huis rijden we gelijk het bos in de helling op. Na een eind stappen komen we op een vlakke weg en legt Natascha uit hoe we moeten tölten, en ja hoor, daar gaan we, allemaal in tölt, wat zit dat geweldig! Na een uur of vier door bos en moeras te hebben gestapt en getölt, met ook een klein galopje komen we op onze kampeerplek voor deze nacht aan. Op deze plek staan de kralen waar de rendieren twee keer per jaar bij elkaar worden gedreven, en waar nu dus ons paarden mooi kunnen overnachten. Ook staat er een houten hut, waar we kunnen zitten en vuurtje stoken, maar het is prachtig weer, dus dat doen we lekker buiten. Rob wacht ons al op met ons bagage, en de Tipitent waar wij in mogen slapen staat al overeind. Rob zal hier met ons de nacht doorbrengen, Natascha gaat naar huis omdat het behoorlijk in haar rug is geschoten en slapen op een matje dan geen succes is.
Daar te plekke leert Rob ons hoe je van een stuk berkenhout een lepel kan maken. Hij doet dat in twintig minuten, zonder zijn hulp zouden wij het in twintig uur nog niet voor elkaar hebben gekregen. Zo zijn we de rest van de middag aan het knutselen en ondertussen maakt Rob een heerlijke pan spaghetti op een houtvuurtje. Na het eten gaan we weer verder met de lepel, tot we besluiten dat wij ze wel mooi genoeg vinden omdat we de blaren op ons handen hebben. We halen de paarden nog even uit de kraal om ze te laten grazen, drinken binnen nog wat thee en koffie en duiken dan ons slaapzak in.

De Tipitent

Hond Bono, oftewel, Bonnozel
Dag 3:Kreunend komen we de tent uit, op een matje slapen valt nog niet mee als je dat niet gewend bent. Rob heeft de thee alweer klaar. Wij gaan nog even kijken of de paarden nog water willen en daarna komt Natascha met het ontbijt aanzetten. De spullen worden weer ingepakt en ingeladen en als de paarden uitgebuikt zijn poetsen we en zadelen we op. Dit keer mag ik op Blaer, de kleinste van het stel, en mijn lieveling. Hij zit zo vreselijk lekker, zo zou je heel de dag wel kunnen rijden. We maken weer een urenlange prachtige tocht naar huis. Onderweg moeten we een eind over een onverharde weg, waar helaas die week puinsteen op is gestort. Blaer stapt wat ongelukkig op een steen, loopt een paar passen kreupel en blijft daarna overgevoelig voor steentjes. We besluiten dat het beter is op het pad even naast hem te blijven lopen. Natascha biedt nog aan dat ik haar paard neem en zij met Blaer wandelt, maar ik vind het wel lekker even een stuk te lopen, want ik begin mijn kont te voelen. Natascha loopt ook gezellig mee, om even haar rug te ontlasten. Na een half uur /drie kwartier gaan we weer een zijpad op en kan ik er weer op. Op de zachte bodem is er geen enkel probleem. Moe maar voldaan komen we in de loop van de middag thuis, verzorgen de paarden, komen bij onder de douche en eten een hapje. s'Avonds kruipen we op de bank voor de TV, kijken voetbal, lezen en puzzelen wat. Dan kruipen we weer ons bed in, waar we gelijk compleet van de wereld zijn.
Dag 4:Vandaag een rustdag voor de paarden. Wij gaan na eerst rustig ontbeten te hebben op weg naar Rovaniemi. Eerst komen we langs een prachtig meer, waar ook de poolcirkel loopt, en daar stoppen we even om te genieten van het uitzicht. Daarna door naar de Husky Farm, waar we worden begroet door eigenaar "Huskee Dundy". We worden uitgebreid begroet door een hele meute enthousiaste honden (116), die zo veel mogelijk herrie maken om toch maar vooral aandacht te krijgen. Elke hond heeft zijn eigen hok, en zit daarbij aan een lange ketting. Op het terrein staan nog twee kennels, daar bevinden zich de pups en zoals Rob ze noemt "het tuig". Eerst gaan we bij de pups naar binnen, die het toch wel een beetje eng vinden, van die mensen in hun kennel. Rob vist ze 1 voor 1 onder het hok vandaan, dit vinden ze niet leuk en er wordt luid gepiept. Maar ook dit hoort bij hun socialisatie, en na wat geknuffel en geaai besluiten ze dat dat toch wel lekker is. Daarna gaan we op weg naar het tuig en Rob vraagt grijnzend of we erbij willen. Op het moment dat ik 1 voet in het kennel zet weet ik waarom hij zo grijnsde, want een stuk of 10 kwajongens hangen aan mijn schoenveters, broek, rugzak enz. Als je er 1 voor weghaalt, hangen er achter al weer twee. Na tien minuten vluchten we dan ook de kennel uit en bekijken het nog even aan de buitenkant. Daarna nog een rondleding, uitleg over de sledes en het tuig.
Dan op weg naar Santa Clausvillage, een kort bezoek, we hebben niet veel tijd, want we worden op de rendierfarm verwacht voor de lunch. Maar het is lang genoeg, 20 souvenirswinkels en een kerstman, en bussen vol toeristen.
Op de rendierfarm vertelt Rob ons dat ze in de winter met de rendieren gaan sleeën, maar omdat dat nu niet kan gaan wij ze opeten. Maar we moeten er natuurlijk wel eerst 1 vangen. Dus op de houten bok met rendierhoofd leren we lassowerpen. Nadat we hem allemaal gevangen hebben gaan we er een stel voeren en dan staat de lunch voor ons klaar. Voorgerecht een lekkere soep van wortels, aardappels, knolselderij en nog een hoop meer. Dan rendiervlees met aardappelpuree en bosbessencompote en tot slot om de gaatjes te vullen pannekoeken met bosbessen. Op weg naar huis kunnen we geen pap meer zeggen, zo vol zitten we. Eind van de middag zijn we weer thuis, s'avonds eten we nog wat pasteibroodjes, in een hele maaltijd heeft niemand trek.

Uitzicht aan het meer bij de poolcirkel

Huskypup

Rendieren op de farm
Dag 5:Een trieste dag, s'ochtends als we wakker worden is de kat ernstig ziek, alles lijkt op vergiftiging. Vermoedelijk heeft hij aan de bloemen gevreten. Telefonisch wordt er contact met een dierenarts gezocht, de eigen is op vakantie, de volgende is gesloten in verband met Johannes (midzomernachtfeest) en de dienstdoende woont twee uur met de auto rijden ervandaan, en dat gaat poes niet redden. De dierenarts raad aan hem Norit te geven, maar als Rob terug komt van de apotheek is het al gebeurd, poes is niet meer.
Verslagen stappen we een uur later te paard, ik mag op Smjörvi, de kalme van het stel, hij maakt zich werkelijk nergens druk om, niet om het tempo, niet om mijn knieën, hij wandelt gewoon in zijn tempo verder. We houden het op een rit van een uur of twee, niemand is echt in stemming, ook al is het weer een prachtige rit. s'Avonds grilt Rob een zalmmoot bij het vuur in de Grilli-Kotta, heerlijk, we eten ons vingers er bij op.

Rob grilt de zalm in de Grilli-Kotta
Dag 6:Vannacht gaan we logeren in een hut in het bos waar Natas de week ervoor voor het eerst geweest is, helaas bleek de route ernaar toe niet te doen te zijn voor de paarden, dus maken we een rit in de omgeving van de stal, stoppen bij een mooi uitzichtpunt, waar we de paarden aan een boom binden en zelf weer Makara's roosteren boven het vuur. Daarna via een andere route weer terug en de paarden weer de bak in. Met de auto rijden we naar de hut, waar ik voor het eerst van mijn leven in een sauna ga. Nadat we daar allemaal lekker gepoedeld hebben eten we met zijn allen en rijden terug naar huis, want vanavond voetbalt Nederland en dat willen we niet missen. Onderweg komen we een grote kudde rendieren in het wild tegen, tot grote vreugde van hond Bono, die haast door de voorruit vliegt. Daarna even een tukje en dan schuiven we voor de tv voor Nederland - Rusland. Tien minuten voor het einde besluiten we dat het hopeloos is, gaan ons verkleden voor een rit, tot Rob begint te schreeuwen, 1-1. Dus nog een half uur kijken, maar daar worden we niet vrolijk van. Dus na de voetbal, half 1 Finse tijd, zadelen we de paarden op en vieren zo ons eigen Johannes, 21 juni, Midzomernacht. Ik mag op Lokandi, een paard wat nog niet zo lang daar is, en een heerlijke drukteschopper. Vier uur s'nachts komen we terug van deze meest geweldige rit, wat een omgeving! Zachtjes zetten we de paarden op stal, stappen in de auto en rijden we terug naar de hut. Onderweg steekt er nog een prachtige vos over. Daar aangekomen duiken we om 5 uur ons bed in, om voor half elf niet wakker te worden.
Dag 7: Dan even opruimen en weer naar huis, waar Rob net de eigengebakken broodjes uit de oven haalt. Na deze brunch worden de paarden weer gezadeld voor onze afscheidsrit. Ik rijd nog een keer op Smjörvi, oftewel Smurf. Onderweg liggen we regelmatig in een deuk, er moeten foto's en fimpjes gemaakt worden, half achterstevoren op het paard maken we töltfilmpjes, die natuurlijk lichtelijk bewogen zijn. Na een rit van een uur of drie verzorgen we de paarden, rennen zelf even onder de douche door en steken de rivier over naar Zweden om bij de Pizzeria te eten.
Dag 8: Helaas, het is alweer voorbij, een week is veel te kort. Na het ontbijt schieten we nog wat foto's van het huis en de paarden, nemen afscheid van mens en dier, dan brengt Natascha ons met de auto naar het vliegveld. Daar drinken we nog een bakkie thee, daarna mogen we door de douane. Helaas vertrekken we met twintig minuten vertraging, en doordat we al niet veel overstaptijd hebben moeten we aardig rennen op Helsinki. Bij de gate aangekomen kunnen we gelijk weer inchecken. Op Schiphol wachten we vergeefs op onze bagage, deze is in Helsinki achtergebleven en wordt de volgende dag thuis bezorgd.

Een aantal van de paarden

Het huis vanaf de helling
Alles bij elkaar dus een vakantie om nooit te vergeten, en over een paar jaar, als we weer gespaard hebben gaan we nog een keer terug in maart, om alles nog een keer in de sneeuw mee te maken.
Wil je meer weten over deze vakantie of hem zelf gaan doen, pb me dan gerust voor informatie!