
(het zijn geen 1500 woorden maar ik wil eerst even weten of er mensen zijn die nog een stukje willen !)
Citaat:‘Kom op, doorrijden’ schreeuwt mijn moeder, maar het is al te laat. Whisper gooit de balk eraf. ‘Je kan ook helemaal niks. Leer nou eens fatsoenlijk te rijden!’ blèrt mijn moeder weer. Het stoom komt haast uit haar oren. Ik trek mijn schouders op en rijd verder. ‘Geef dat beest een schop!’ roept mijn vader, die net aan komt lopen. Braaf doe ik wat ze me toeroepen maar het heeft geen zin meer. We zijn al 2 uur aan het trainen en Whisper is hartstikke moe. Terwijl de moed in mijn schoenen is gezakt rijd ik op de volgende hindernis af. Het is een oxer, en ik gok dat hij op 1.20 staat. Met moeite komt Whisper er overheen. Maar toch heeft mijn moeder weer wat te zeuren. ‘Je moet je handen meer meegeven, anders komt dat beest er nooit overheen ‘ zegt ze. Ik zucht diep en beloon Whisper. ‘Stap maar uit’ zegt mijn pa en ik laat Whisper in stap overgaan. Mijn ouders lopen weg en eindelijk zijn Whisper en ik alleen.
Ik ben Anne, 13 jaar, blond haar en ik rijd in de springsport, alhoewel ik het niet zo leuk vind. Mijn ouders zijn rijk en kopen allemaal dure sportpaarden voor mijn zusje en mij. Aangezien mijn zusje gehandicapt is en niet zo goed kan rijden, moet ik alle paarden in de sport uitbrengen. Leuk toch, zou iedereen zeggen. Maar het ligt anders. Ik moet elke dag minimaal 5 paarden trainen. Mijn moeder geeft me les, en volgens haar doe ik niks goed. Elke dag weer roept ze hoe erg ik de paarden verklo*t en wat een slechte houding ik heb. Het liefst maak ik bosritten, heerlijk ontspannen de natuur in. Maar dat kan alleen als ik ‘ontsnap’, want mijn moeder vind het onzin. ‘je verdoet je tijd’ zegt ze altijd.
‘Je hebt goed gewerkt hoor jongen’ zeg ik tegen een door en door bezwete Whisper. Ik stap af en loop met Whisper naar stal. Vluchtig zadel ik hem af en zet hem onder ons superluxe solarium. ‘Ga maar even opdrogen, ik kom je zo halen, en dan zet ik je stiekem in de wei’ zeg ik tegen Whis. Ondertussen haal ik een handje graan en 2 wortels voor Whisper en gulzig eet hij het op.
Ik mest de stal even bij en loop naar Whisper. ‘Zo ben je droog?’ vraag ik, terwijl ik het antwoord al weet. Ik loop met Whisper naar de wei en laat hem los. ‘Geniet maar even zolang ze je nog niet zien’ zeg ik terwijl ik het hek sluit. Tjah, veel dingen moeten hier stiekem. Whis mag eigenlijk niet naar buiten, mijn ouders zijn bang dat hij zich bezeerd. Alsof dat in stal niet kan gebeuren. Af en toe begrijp ik helemaal niks van die twee.