Nu de rest 
Citaat:
“Tja een Skyron heelt snel”, zei hij met lichtjes in zijn ogen. “Maar wat gaan we nu doen. De kans dat ik nog een keer een tovenaar en twee, hé wat zijn jullie nu eigelijk?” vroeg hij Sonata en Ano. “Geen idee”, zei Ano. “Hm, oke dan ga ik jullie Wolbers noemen, dat zijn vanaf nu wezens die veranderd zijn door Barica maar die nog normaal zijn gebleven”, ging Luniron verder. “In ieder geval, er zal geen 2e keer komen dat er een tovenaar en 2 Wolbers hier komen. En als dat wel zo zou zijn is het nog de vraag of ze vriendelijk zijn”. Luniron spreidde zijn vleugels “Auw”, schreeuwt hij opeens. “Oops, het verband is aan je veren vast gemaakt”, zei ik. “Fijn”, zei hij. Ik haalde het verband eraf, hij spreidde zijn vleugels opnieuw en schudde ze uit. “Dat voelt goed”, zei Luniron. “Nou Sonata, Ano jullie kunnen hier blijven slapen. Volgens mijn plan blijven we nog 3 nachten hier en gaan we dan op pad, oké?” “Oké”, ging het in koor. “Uhm Luniron”, zei ik. “Wat is je plan?” “Nou we gaan zo eten, dan vraag ik de Pryns het zilverwerk en de doeken te verzamelen. Dan maken we mantels van de doeken en van het zilver maken we zilveren zwaarden”, zei hij. “Of laat je die maken?” grapte ik. “Ja dat eigelijk”, zei hij. “Kom we gaan naar de bibliotheek”, zei ik. We liepen naar beneden. “Oja”, zei Ano. “Jullie waren dit verloren”. Hij gaf ons de getekende kaart. “Luniron we moeten nog kijken naar de kamer achter jou kamer”, zei ik. “Oja, dat klopt”, zei Luniron. Sonata en Ano keken ons aan. “Toen we buiten liepen kwamen we een stuk van het kasteel tegen dat niet op de kaart staat”, zei ik. We liepen weer terug naar boven. Luniron deed zijn deur open. Wekeken rond, nergens zag ik iets dat op een deur leek. “Misschien achter de kast”, zei Ano. “Nee hier, ik heb het al”, zei Sonata. Hij stond bij een muur maar ik zag geen deur. “Waar dan?” vroeg ik. “Kom dan”. We liepen naar hem toe. “Zie je hier die gleuven? Volgens mij is dat de deur?”, zei hij. “Dan moet hier ergens een schakelaar of iets zijn”, zei Luniron. “Trek, buig, duw, beweeg alles wat je ziet”. Daar gingen we dan. Alles werd meerdere keren bewogen, maar zonder resultaat. “Arg, rotding ga nou open of sterf”, zei Ano. Knarsend ging de muur open. Er was niks te zien, het was pikkedonker . “Het is een tunnel, denk ik”, zei ik. “Grote kans daarop ja”, zei Luniron. “Maar zonder licht en wapens ga ik er niet in”. Ik maakte een gebaar en een vuurbol verscheen in mijn hand. “Het is niet het beste lichtbronnetje maar het zal er mee moeten, anders trekken we misschien te veel aandacht van hetgeen dat erin zit”, zei ik. Iedereen pakte een kandelaar en Luniron trok een zwaard van de muur. “Kom we gaan”, zei Sonata en hij stapte de gang in. Iedereen volgde hem. “Er hangen hier best wel een paar spinnenwebben”, zei Ano. Plotseling een hoog krijsend geluid, het kwam van achter ons. We keken om maar zagen niks alleen de der die geluidloos dicht ging. “Hm, probleempje”, zei Sonata
En wat vinden jullie?