[verhaal]Het gouden paard

Moderators: Muiz, Firelight, Maureen95, NadjaNadja, Essie73

Antwoord op onderwerpPlaats een reactie
 
 
Guinni

Berichten: 2714
Geregistreerd: 17-01-03
Woonplaats: In een hutje op een berg!

[verhaal]Het gouden paard

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter: 06-09-04 15:39

Dit verhaal heb ik in December '03 geschreven toen Jopie weg was (zie onderschrift enzo), ikzelf ben er erg tevreden over. Het is een soort van Sprookje. Lang, maar de moeite waard vind ik zelf! Ben benieuwd wat jullie ervan vinden! En taalfouten moet je maar even melden Haha!

Het gouden paard
Geschreven voor Jopie, die ons gouden paard is.

Eens, lang geleden, zei een koning: “Ik wil een gouden paard om op te rijden”
Hij stuurde dienaren weg om voor hem het gouden paard te gaan zoeken. De dienaren doorzochten de hele stad. Ze kwamen na een week terug bij de koning met een prachtige bruine hengst. Daar was de koning niet tevreden mee… Hij zei: “Dat is een bruin paard, ik wil een gouden paard! Een écht gouden paard! Eentje die glanst in de zon, alsof hij van puur goud is, eentje die loopt alsof hij vliegt.”
En daarmee zond hij zijn dienaren weer op pad om het gouden paard te zoeken. De dienaren doorzochten het hele land. Ze ondervroegen elke onderdaan, ze keken in alle stallen en huizen, ze bekeken elk paard. Maar ze vonden geen gouden paard.
Nadat ze elke vierkante meter van het hele rijk hadden onderzocht, gaven ze het op en reden ze terug naar het paleis. Toen ze vlakbij het paleis waren zagen ze langs de weg een oude man zitten.
“Laten we die man nog vragen!” riep een van de dienaren. Zo gezegd zo gedaan, het was hun laatste hoop. Ze reden op de oude man af en vroegen aan hem of hij een gouden paard gezien had. De man keek op, en sprak… “Een gouden paard heb ik niet gezien, ik ben namelijk blind. Maar ik heb het gouden paard gevoeld!”
De dienaren keken op hem neer en lachten hem uit, “Teveel whisky gehad?! Haha!”
De blinde zwerver keek verbitterd omhoog en zei: “nee, ik drink geen alcohol, ik ben net zo nuchter als de koning!”
De dienaren lachten hem nog een keer uit en spoorden hun paarden aan en reden weg, naar het kasteel. De blinde zwerver achter zich latend, met de gedachte dat die oude man gek was en toch niet wist waar hij het over had. Ze waren behoorlijk terneergeslagen, de koning zou hun zeker niet als helden ontvangen…
Bij de koning gekomen vertelden ze hem dat ze het gouden paard niet gevonden hadden, maar dat een ‘dronken’ zwerver had beweerd het gouden paard gevoeld te hebben. Ze lachten nog eens hard om die zwerver, die rare man! De koning vond het geen grap, hij vroeg aan de dienaren waar ze die zwerver hadden ontmoet. De lachende dienaren vertelden hem de plek niet ver van het kasteel. Daarna beval de koning een paar andere dienaren hun soortgenoten af te voeren en hij ontzette ze uit hun functie.
De koning stapte op en ging alleen naar de plek van de zwerver. De blinde zwerver zat nog steeds alleen onder de boom op de kruising van de weg. De koning vertelde wie hij was en dat hij had gehoord dat de zwerver het gouden paard gevoeld had.
De zwerver knikte en herhaalde de woorden die hij aan de dienaren had verteld. De koning luisterde aandachtig en vroeg waar het gouden paard dan was.
De zwerver keek hem minachtend aan, “Waar het gouden paard is? Hahaha”
De zwerver vertelde, dat het gouden paard pas zou komen als iedereen in het hele rijk een dag voor vrede zou zorgen. De koning keek hem verbaasd aan, “Maar, dat is toch onmogelijk!?!”
“Dan moet u het mogelijk maken majesteit!” , zei de zwerver, waarna hij opstond en wegliep, een moedeloze koning achterlatend.
De koning liep terug naar zijn paleis en dacht na hoe hij dit zou gaan klaarspelen. Toen hij terug was riep hij al zijn raadsheren bijeen. Hij vertelde het hele verhaal, hoe hij de dienaren het land had ingestuurd en van zijn ontmoeting met de blinde zwerver en wat die had gezegd. De raadsleden lachten hem nog net niet uit, maar ze geloofden niets van zijn verhaal en vroegen zich af of hij niet lichtelijk gestoord begon te worden.
De koning zag nu wel in wat het grootste probleem was om te zorgen dat er een dag helemaal niet gevochten werd in zijn rijk, hij moest het verhaal zo geloofwaardig kunnen vertellen, dat de mensen in zijn verhaal zouden geloven. Dat ze ook het licht zouden zien.
Elke dag ging de koning terug naar de plek waar hij de zwerver had ontmoet, maar die zat er niet meer. De koning bleef erover denken, de rest van de mensen in het rijk vergaten het gouden paard.
Na een jaar werd de eerste dochter van de koning geboren. De dochter groeide voorspoedig en toen ze zes jaar oud was vertelde de koning haar het verhaal van de blinde zwerver en het gouden paard. Ze vond het een prachtig verhaal en geloofde elk woord ervan.
De dochter ging toen ze twaalf was zelf naar de plaats waar de koning de blinde zwerver ontmoet had.
Toen ze daar kwam zat er de oude, blinde zwerver weer op het bankje onder de bomen. De dochter liep naar hem toe en vertelde dat zij de prinses was. Ze vroeg hem ook aan haar het verhaal te vertellen van het gouden paard. Zogezegd zogedaan, de blinde man vertelde haar, veel uitgebreider dan dat hij ooit had gedaan, over het gouden paard.
De prinses luisterde aandachtig en ze geloofde de zwerver meteen. Ze vroeg de zwerver hoe ze kon zorgen dat het gouden paard er wel zou zijn, hij vertelde haar dat dan alle mensen in het hele rijk vreedzaam en niet haatdragend moesten gaan leven. Hij vertelde haar echter niet, hoe ze daarvoor kon zorgen. En het bijzondere, ze vroeg er niet eens naar.
Het kleine prinsesje keerde terug naar het paleis, met een glimlach op haar gezicht. Ze was ervan overtuigd dat het haar zou lukken.
De koning vroeg aan haar wat de blinde zwerver haar had verteld, hij kreeg een glimlach als antwoord…

Sindsdien ging het kleine prinsesje elke dag even naar de zwerver. De mensen noemden haar al liefkozend het gouden prinsesje, ze had een oog voor iedereen. Als er ergens een zwerver zat beval ze de koetsiers altijd om te stoppen. Ze sprong dan zelf van de koets en gaf de zwerver wat geld of iets anders. Op haar veertiende verjaardag vertrok ze ’s ochtends vroeg stiekem van het kasteel en reed ze de velden in, met een grote zak voer aan haar zadel.
Ze gaf allerlei dieren te eten. Laat in de middag kwam ze thuis, de koning en de koningin waren heel erg ongerust geweest. Ze waren behoorlijk verbaasd toen ze zagen dat de prinses niet alleen was. Ze had een klein vogeltje meegenomen, die was uit zijn nest gevallen en had op de grond gelegen. Sindsdien verzorgde ze het vogeltje goed, het was haar kameraadje geworden.
De koning droomde nog altijd van het gouden paard en de onmogelijke opdracht die hij moest volbrengen om het gouden paard te krijgen. Nog steeds wist hij niet hoe het voor elkaar te krijgen, maar hij was wijs genoeg om te zien dat de prinses het wel zou lukken.
Op een dag kwam de prinses bij hem en vroeg of ze helemaal alleen een rondreis door het rijk mocht gaan maken, hij stemde in en liet haar gaan.
De volgende dag vertrok de prinses te paard. In de eerste stad waar ze kwam werd ze herkend en vroegen de mensen waarom ze hierheen gereden was. Ze vroeg aan een aantal mensen of ze konden zorgen dat die middag alle mensen van het hele dorp op het dorpsplein zouden zijn.
Die middag vertelde ze het verhaal van het gouden paard. Alle mensen luisterden en luisterden. Het werd langzaam donker, nog steeds luisterden de mensen. Het werd koud, nog steeds luisterden de mensen. Ze maakten niet eens een pauze om een vuur aan te steken. Bibberend en zonder de spreekster te kunnen zien luisterden de mensen ademloos. Zelfs de dieren die in de stallen stonden keken naar buiten en luisterden naar het verhaal.
Iedereen opende zijn oren en luisterde, zonder maar een woord te missen van het verhaal.
De volgende ochtend was de prinses klaar met vertellen en ze nam afscheid, een vreedzame stad achter latend.
Ze reed vlug over de grote velden. Als de wind door de bossen. Als een vogel over de sloten en beken. Zo kwam ze al gauw weer in een bewoond gebied. Tussen de boerenlanden doorrijdend kwam ze erachter dat dit land allemaal bij een klein dorpje hoorde. Aan zoveel mensen als het wilde horen vertelde ze dat ze een belangrijk verhaal had voor alle mensen van het land.
De mensen die het hadden gehoord gingen het ook weer aan mensen vertellen. En zo was een week later het dorpsplein heel erg vol, eigenlijk alle inwoners van het dorpje waren gekomen.
Ook hier luisterden de mensen naar het adembenemende verhaal van de prinses. Hier vertelde de prinses ook van het andere dorp en na een dag was ze klaar. De mensen namen vriendelijk met veel respect afscheid van haar.
Zo reed ze het hele land door, waar ze was geweest waren mensen die veel respect voor haar hadden. Ze vertelden aan vreemdelingen het verhaal en na een lange tijd wist het hele land van het verhaal.

Op een dag aan het begin van de zomer een jaar nadat de prinses was vertrokken keerde ze terug. Op het paleis kwam een wachter de kamer van de koning binnenrennen. ‘Koning!’ De koning keek uit het raam en antwoordde met zijn bas stem. ‘Wat is er aan de hand, wachter?’ De koning draaide zich om en keek de wachter aan. De wachter zag er erg vrolijk uit, ‘Koning, de Prinses is teruggekeerd!’ De wachter zag een lach verschijnen op zijn gezicht, ‘Waar is ze? Op de binnenplaats?’ Met een knik met zijn hoofd bevestigde de wachter de vraag van de koning.
Op de binnenplaats was een vrolijk weerzien met de koning en de prinses. Hij tilde haar op en knuffelde haar tot ze bijna stikte. De vrolijke lach van de prinses rolde voor het eerst sinds tijden weer over de binnenplaats. De dienaren keken vrolijk naar de prinses en de koning.
De prinses had gewoon iets magisch, iedereen om haar heen kreeg altijd een vrolijke bui.
De prinses hielp die dag in het paleis met koken, dit was hoogst merkwaardig voor iedereen. Nog nooit had iemand uit de koninklijke familie geholpen met koken… Waarom deed ze dat?
Elke dag hielp de prinses ergens anders in het paleis, de mensen uit het paleis voelden dat zij niet zo was als al die anderen… Zij had iets, niemand wist wat, maar een gevoel, een eerlijkheid.
De achttiende verjaardag van de prinses vierde ze niet zoals altijd. Uit elk dorp was wel iemand naar de stad gekomen. Op de desbetreffende dag stonden alle mensen uit de stad op het grote plein.
Wachtend op de prinses stonden de mensen zachtjes te fluisteren, het ruiste op het plein.
Zodra de mensen de prinses op het bordes zagen verschijnen werd het doodstil, zo stil was het nog nooit geweest op het plein, het geruis van de wind klonk als het kraken met een papieren blad.
De prinses stond ongeroerd als een tere witte roos op het bordes, helemaal alleen. De ramen van het paleis achter haar glommen in de zon. Net alsof ze voor een groot wonder stond.
Pas na 5 minuten golfde de fluisterende, gouden stem van de prinses over het plein. Het was zo stil, dat iedereen haar zachte fluwelen stem kon horen zonder moeite.
Ze vertelde het verhaal van het gouden paard in het kort. Het leek wel nog stiller te worden in de loop van het verhaal. Daarna deed ze een oproep aan de mensen.
Ze vroeg ze of ze allemaal de vier dagen voor volle maan, en de vier dagen na volle maan elke dag een kaars te branden en vredelievend te zijn. Ze vertelde de mensen dat ze had gebeden dat de mensen in het land daarna voor altijd vredelievend zouden zijn. Dat ze had gedroomd dat er geen oorlog meer zou zijn, dat bij elke volle maan een kaarsje werd gebrand, dat de mensen al hun vijanden opzochten en een witte roos gaven.
Een witte roos als teken van Vrede, voor eeuwig. Voor altijd.
De koning had vanaf het balkon met tranen in zijn ogen naar de prinses geluisterd. Ze vertelde het zo mooi. Zoals zij het vertelde, moest het verhaal wel echt worden, ze haalde iets van de fantasie naar de realiteit.
De mensen op het plein bleven nog erg lang stil nadat de prinses was uitverteld. Zij stond nog op het bordes, en keek de mensen aan.
Na een lange tijd begon iemand te klappen, het klonk als de slag op een gong. Langzaam begonnen meer mensen te klappen, en nog meer, en meer. En uiteindelijk stond het hele plein te klappen en te juichen.
Een glimlach verscheen op het gezicht van de prinses, hij werd groter en groter. Op dat moment gooide ze de witte roos, die ze de hele tijd had vastgehouden, op. De roos zweefde als een vogel boven de mensen, de witte roos vloog verder. Het leek alsof de roos vleugels kreeg en verder vloog, de mensen keken de roos na hoe die aan de horizon verdween.
Die roos, was de vrede in hun land.
Langzaam begonnen mensen zich weer te verspreiden, ze volgde de weg van hun witte roos. In hun dorpen vertelden de mensen nog eens het verhaal. Ze hadden onderweg bijna allemaal een witte roos geplukt en zetten die nu in een vaas. De vrede was nog week, maar het zou niet lang duren of de droom van de koning en de prinses zou werkelijkheid worden. Dat wist de zwerver.
Na een paar weken was het bijna volle maan, nog maar 4 dagen… De prinses beval die dag alle dienaren om achter elk raam een kaars neer te zetten. En elke dag moesten ze de kaarsen vervangen die uitgebrand waren. Er was echter een kaars die door de prinses werd aangestoken en nog jaren zou branden… Midden op het plein stak de prinses die dag, te midden van een menigte van landgenoten, de grote kaars aan.
Die dag stak ze de vrede aan.
De nacht van volle maan gebeurde er nog wat bijzonders… De mensen hadden allemaal wel kaarsen aan, maar veel mensen hadden toch een gevoel dat dit nog niet genoeg was. Dus trokken allerlei dorpen er die nacht op uit, allemaal met een kaarsje in hun handen. Door het land trokken grote lijnen van kaarsen. Allemaal hadden ze hetzelfde doel… De grote vredeskaars op het plein voor het paleis.
Die nacht werd de prinses wakker van het vele licht dat door haar raam naar binnen scheen, ze stond op en liep naar haar balkon. Van wat ze toen zag kreeg ze tranen in haar ogen… Het hele plein was gevuld met mensen die doodstil met een kaarsje in hun handen stonden. Door haar tranen heen glimlachte de prinses. Ze liep weer even naar binnen en nam ook een kaarsje mee. Beneden op het plein hadden ze haar natuurlijk gezien. Met haar kaarsje schreef ze wat in de lucht… Ze tekende een vredesduif.
Het hele plein stond vol met mensen met kaarsen, ze keken naar haar. Hoe ze een vredesduif tekende. Er werd geen woord gezegd. Langzaam en voorzichtig tekenden een aantal mensen ook een vredesduif, en nog meer mensen tekenden. Totdat het hele plein een vredesduif tekende. Als je het van boven had bekeken had je een grote golvende zee van lichtjes gezien.
De volgende ochtend ging de prinses weer naar de plek waar ze de zwerver had ontmoet. Die zat daar weer onder zijn prieeltje. Met een kaarsje…
Hij zakte met zijn hoofd als teken van eerbetoon. ‘Doe niet zo gek! Jij hebt me geholpen, niemand hoeft ooit nog voor mij te buigen, ik zie veel liever een heel plein vol met mensen die vredig zijn van binnen en in de nacht naar mij toekomen met een kaarsje. Dat doet veel meer met mij want dat is gemeend.’ Zei de prinses.
De zwerver lachte, ‘Ik meen het ook! Jij zult het gouden paard vinden, en het zal niet lang meer duren’
Nog uren zaten de zwerver en de prinses te praten. Aan het eind stond de prinses op en zakte met haar hoofd. ‘Ik hoop u nog vaker te zien! Bedankt voor het helpen!’ zei ze zachtjes.
‘Ik heb niet geholpen, je hebt het helemaal zelf gedaan, en of je me nog ziet… Mijn taak zit erop…’ zei de zwerver. ‘Tot ziens toch.’ Zei de prinses en daarna liep ze weer het pad richting het paleis op. Ze keek nog een keer om, maar de zwerver was al weg. Ze zou hem nooit meer terug zien, maar ze zou hem ook nooit vergeten.
Op het plein voor het paleis stond een paard… Hij was goudkleurig en glom in de zon.
Hij snuffelde aan de kaars en toen hij haar hoorde keek hij op naar haar. De prinses glimlachte, haar glimlach werd breder en breder. ‘Zullen we een ritje maken beestje?’ vroeg ze aan het paard.
Ze stapte op een bankje en zette zich af, ze klom op zijn rug en keerde weer om. Ze reed weer het pad op richting de zwerver.
Ze galoppeerde door de bossen, sprong over stammen en zwom samen met het paard door het meer.
Die avond toen ze thuiskwam was er wat minder nieuws… De koning was heel erg ziek. Allerlei dokters waren er al bij geweest en allemaal vreesden ze het ergste… Dat de koning nu op zijn sterfbed lag. De prinses vroeg of alle dokters heel even haar vader en haar alleen zouden willen laten. Ze vertelde haar vader van het gouden paard, hij glimlachte. ‘Wat zou ik graag er nog op rijden...’ Zei hij zachtjes. ‘Dan doen we dat toch? Waarom zou het niet kunnen?’ Zei de prinses opgewekt en ze ondersteunde haar vader toen hij opstond en liep samen met hem de trap af en bracht hem naar de stal van het gouden paard.
De koning glimlachte toen hij het beestje zag, ‘Dankjewel, jij hebt ervoor gezorgd dat hij er nu is… Maar ik moet gaan, ik kan er niet meer op rijden. Jij moet het doen voor mij oké?’ Zei de koning zwak. De prinses knikte met tranen in haar ogen. ‘belooft?’ Weer knikte ze. Daarna zakte hij in elkaar en bleef liggen op het stro. ‘Ik zal altijd bij je zijn, ik zal over je waken.’ Zei de koning, dat waren de laatste woorden die ooit over zijn lippen zijn gekomen. Zijn ogen vielen dicht en hij was op zijn reis naar een andere wereld. ‘Vader? Ik beloof het je! Voor altijd vader! Ik zal aan je denken!’ De prinses zakte droevig op zijn borst. De borst van de koning werd nat van haar tranen. Zo zat ze daar, tot de avond inviel. Toen kwamen er een paar dokters, die al meteen zagen wat er aan de hand was.
Nog die avond stuurde de prinses een aantal boodschappers het land in met een handgeschreven brief, voor elk dorp een. Erop stond dat ze allemaal snel naar het plein van de vredeskaars moesten komen, omdat zij verschrikkelijk en prachtig nieuws had.
Een maand later stroomde langzaam het plein vol. Uit elk dorp iemand. De prinses verscheen weer op het bordes. Weer met een witte roos.
Ze vertelde van haar vader en daarna vertelde ze van het gouden paard. Vanachter haar zagen de mensen hoe het paard kwam aanstappen. Hij stopte bij haar.
De prinses keek glimlachend naar de mensen, ‘Dit is wat mijn vader mij heeft nagelaten, vrede en een gouden paard!’
De mensen juichten en klapten. De prinses glimlachte en maande tot stilte. ‘Deze roos gooi ik op voor mijn vader, dat hij ook voor altijd vrede en geluk zal hebben!’ De roos zweefde weg en waaide over de velden. Voor altijd waaide die roos door de lucht, met de ziel van de koning.
De prinses regeerde het land eerlijk en vredig, met haar gouden paard reed ze door het land. Voor eens en altijd was er een prachtig land met vrede.

Nu bestaan er ook nog gouden paarden, alleen nu zijn ze niet meer zou bijzonder. Tegenwoordig noemen wij het vossen. Maar allemaal stammen ze af van het gouden paard.

Vaarwel mijn vriend, rust zacht Joop.
©Guinnifer Fuld ‘03

Trots op mijn held Voltrack, 125 km!!
Wie ben ik
Keep up to date!


FrontC

Berichten: 4969
Geregistreerd: 02-04-04
Woonplaats: Utrecht

Link naar dit bericht Geplaatst: 06-09-04 15:47

wat een prachtig verhaal... Heb het met plezier gelezen! Echt een leuk sprookje Haha!

      If I had a heart I could love you, if I had a voice I would sing
      after the night when I wake up, I'll see what tomorrow brings

Sieltjuh

Berichten: 11644
Geregistreerd: 30-05-02
Woonplaats: Oost-Souburg

Link naar dit bericht Geplaatst: 06-09-04 16:08

Prachtig verhaal Kan zo in een sprookjesboek Lachen

"All the things we've lost, will teach us see the pretty things in life" ღ - Krezip - Sweet Goodbyes
            I stepped on a cornflake, so I guess I'm a cereal killer...

Tamara

Berichten: 10441
Geregistreerd: 20-07-01

Link naar dit bericht Geplaatst: 06-09-04 16:24

Prachtig verhaal, een echt sprookje! Heb het ook met plezier zitten lezen, schitterend!

Never stop dreaming
31-08-2015 & 26-08-2018 <3

Guinni

Berichten: 2714
Geregistreerd: 17-01-03
Woonplaats: In een hutje op een berg!

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter: 06-09-04 16:27

Thx!
*zit te blozen*
Normaal moet ik er echt voor gaan zitten als ik een idee voor een verhaal heb, maar dit verhaal is er zo uitgerold zegmaar.
Geen taalfouten gevonden? Die wil ik er namelijk heel graag allemaal uit hebben Haha!

Trots op mijn held Voltrack, 125 km!!
Wie ben ik
Keep up to date!

Moirsa

Berichten: 8440
Geregistreerd: 03-05-04
Woonplaats: Sneek

Link naar dit bericht Geplaatst: 06-09-04 18:55

echt een sprookje hoe ben je er op gekomen. ( nieuw beroep, schrijfster)

Tamara

Berichten: 10441
Geregistreerd: 20-07-01

Link naar dit bericht Geplaatst: 06-09-04 19:03

Guinni schreef:
Thx!
*zit te blozen*
Normaal moet ik er echt voor gaan zitten als ik een idee voor een verhaal heb, maar dit verhaal is er zo uitgerold zegmaar.
Geen taalfouten gevonden? Die wil ik er namelijk heel graag allemaal uit hebben Haha!


Niet op gelet... Bloos! Sorry!

Never stop dreaming
31-08-2015 & 26-08-2018 <3

Guinni

Berichten: 2714
Geregistreerd: 17-01-03
Woonplaats: In een hutje op een berg!

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter: 06-09-04 19:12

sammylover schreef:
echt een sprookje hoe ben je er op gekomen. ( nieuw beroep, schrijfster)

Het staat al een beetje boven het verhaal, een van onze paarden was net weggegaan en toen kwam dit in mij op. Een soort 'ode' aan Jopie Haha!
Ik heb het bedacht terwijl ik aan het dressuren was op een van de andere paarden Haha!

Trots op mijn held Voltrack, 125 km!!
Wie ben ik
Keep up to date!

Anoniem

Link naar dit bericht Geplaatst: 07-09-04 00:02

Je vroeg om taalkundige opmerkingen, hier heb je de mijne Knipoog Verder een mooi verhaal, leuk geschreven, wellicht kan je het nog qua layout nog iets aaantrekkelijker maken, door duidelijke alinea's te maken Lachen Dit leest niet zo prettig met afwisselend gaten en lange lappen.

Citaat:
Teveel whisky gehad?! Haha
--> Spatie tussen te en veel Lachen
Citaat:
“nee, ik drink geen alcohol, ik ben net zo nuchter als de koning!”
--> "Nee, blabla want hij begint met praten, dus een hoofdletter voor die quote van hem.
Citaat:
De lachende dienaren vertelden hem de plek niet ver van het kasteel
. --> komma tussen plek en niet ver.
Citaat:
Daarna beval de koning een paar andere dienaren hun soortgenoten af te voeren en hij ontzette ze uit hun functie.
--> Vind ontzette niet zo lekker lopen.
Citaat:
De dochter liep naar hem toe en vertelde dat zij de prinses was.
--> waarom dé prinses? Er wordt niet eerder naar haar in het bijzonder als de prinses verwezen. Die zwerver weet daar niet zoveel van. Ik zou meer denken aan, "en vertelde dat zij de dochter van de koning was"
Citaat:
Laat in de middag kwam ze thuis, de koning en de koningin waren heel erg ongerust geweest.
--> heel erg, is overdreven, beetje kinderlijk, beter "waren heel ongerust geweest of waren erg ongerust geweest"
Citaat:
De prinses knikte met tranen in haar ogen. ‘belooft?’
--> BeloofD Knipoog
Citaat:
Daarna zakte hij in elkaar en bleef liggen op het stro. ‘Ik zal altijd bij je zijn, ik zal over je waken.’ Zei de koning, dat waren de laatste woorden die ooit over zijn lippen zijn gekomen.
--> Of geen punt achter waken." en zei de koning met kleine letters. Of Dat zei de koning.

Guinni

Berichten: 2714
Geregistreerd: 17-01-03
Woonplaats: In een hutje op een berg!

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter: 07-09-04 05:45

Thx! Ik ga het vanmiddag veranderen! Daar heb ik nog eens wat aan Haha!

Trots op mijn held Voltrack, 125 km!!
Wie ben ik
Keep up to date!

Tanya
Berichten: 10082
Geregistreerd: 28-12-01

Link naar dit bericht Geplaatst: 07-09-04 06:28

Wauw, geweldig geschreven zeg! Je moet schrijfster worden!!!


Antwoord op onderwerpPlaats een reactie

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: AhrefsBot en 6 bezoekers