et voila oscar
astrid<super>2</super>
ieder paard kan nageeflijk zijn, ook een haflinger met een speknek Nageeflijkheid betekent gewoon dat je paard jouw hulpen accepteert en ontspannen, los door het lijf en met vertrouwen jou gehoorzaamt. Daarom kun je ook nooit een fatsoenlijke proef rijden met een niet-nageeflijk paard.
Eevn wat begrippen:
Aanleuning: Het contact dat je hebt met je paard of pony. Letterlijk en figuurlijk. Aanleuning is constant onderhouden door het paard/de pony toevoegingvan mijvan een elastische verbinding tussen de ruiterhand en de paardenmond, die aan beide teugels hetzelfde is, ook in bochten en rechte lijnen, als direct gevolg van een voorwaartse reactie op het been van de ruiter. Als de aanleuning goed is, heb je volledige controle over paard of pony.
NAGEVEN
Nageven heeft veel te maken met aanleuning en daarom bespreek ik het ook. Het is een samenspel tussen benen en handen en tussen paard en mens. Een paard dat nageeft loopt soepel en laat de ruiter lekker zitten. Hoe werkt het nageven? Als je een goede aanleuning hebt en je paard loopt actief door de drijvende hulp dan gaat het paard ontspannen in de kaak, neemt hij het bit aan en geeft na. Op het moment dat het paard dit doet moet de ruiter ook in actie komen. Je moet tegen het paard met je handen zeggen: goed zo, je bent braaf. Dit doe je door zelf ook na te geven. Je geeft het paard dus iets meer vrijheid, je vermindert de druk op de teugels iets. Waar je vooral op moet letten is dat je niet teveel vrijheid geeft, want dan is alles wat je bereikt had weer verdwenen en kun je weer opnieuw beginnen bij de aanleuning. Een goede oefening om het paard te laten nageven is de volte vergroten en verkleinen.
en in het dressuurreglement:
Artikel 118 De gehoorzaamheid / De impuls schreef:1. Gehoorzaamheid betekent niet onderworpenheid maar volgzaamheid, tot uiting komend door oplettendheid, goede wil en het constante vertrouwen in het hele gedrag van het paard, als ook door de harmonie,
de lichtheid en het gemak in de uitvoering van de verschillende bewegingen en oefeningen.
De mate van gehoorzaamheid komt ook tot uiting door de manier waarop het paard het bit aanneemt met een licht en zacht contact en een soepele nek, of juist door tegen de hand van de ruiter in te gaan of zich eraan te onttrekken, wat dan als gevolg heeft dat het paard respectievelijk 'boven' of 'achter' het bit komt.
er staat nergens dat dit niet voor het B geldt!