Citaat:
1.5 Burgerdeelnemers dienen gekleed te gaan in een rode, zwarte, groene, grijze of donkerblauwe rijjas, witte of beige rijbroek, hoofddeksel zoals genoemd in paragraaf 1.4 en
zwarte laarzen met een gladde zool al dan niet voorzien van bruine kappen. Er moet een witte das of plastron en een wit of licht gekleurd overhemd bij worden gedragen. Overhemden mogen lange of korte mouwen hebben en moeten een witte kraag en bij lange mouwen witte manchetten hebben. Dames behoeven bij het dragen van een speciaal rij-overhemd met een hoge kraag geen stropdas of plastron te dragen.