(met dank aan Antoinet Garrits van de KNHS, die me heeft helpen opzoeken)

Het zal de fanatieke wedstrijdsport-volgers wel eens geduizeld hebben; de afkortingen bij het inzien van het programma van een internationale FEI - wedstrijd. Neem als voorbeeld de men-wedstrijden vorig weekend in Ermelo: CAI2*-H4, CAI2*-H2, CAI2*-H1, CAI2*-P4 en CAI2*-P2. Of de springwedstrijden in datzelfde weekend in het Belgische Lanaken: CSIYH1*, CSI1*, CSI3* en CSIU25.
Wat betekenen al deze afkortingen en die sterren? In dit artikel proberen we meer duidelijkheid te geven.
De Fédération Equestre Internationale oftewel FEI is de overkoepelende organisatie van alle nationale hippische bonden zoals de KNHS van Nederland en is opgericht in 1921 in Parijs. Dit was een initiatief van verschillende nationale organisaties met als doel om een internationale organisatie te vormen voor de paardensport. Thans zijn de disciplines die binnen de FEI vallen: dressuur, springen, eventing, samengesteld mennen, endurance, reining, voltige, aangepaste dressuursport en aangepaste mensport.
Deze organisatie neemt onder andere de verantwoordelijkheid op zich voor de promotie en de administratie van deze wedstrijden. Ook het programma voor de Olympische spelen wordt opgesteld door de FEI.
Omdat de FEI van oudsher Franstalig is, zijn de gebruikte afkortingen voor wedstrijden ook veelal (maar dus niet altijd) van Franse afkomst.
De C betekent "Concours" geeft aan dat het om een wedstrijd gaat, aangevuld met de discipline van oudsher vertaald vanuit het Frans, de N betekent "Nationale" en de I is van "Internationale".
Een overzicht van de meeste afkortingen die je tegen kunt komen, sommigen wijzen zichzelf:
CA = Concours Attelage (= menwedstrijd)
CC = Concours Combine (= eventingwedstrijd)
CD = Concours Dressage
CE = Concours "Endurance"
CR = Concours "Reining"
CS = Concours de Saut (= springwedstrijd)
CV = Concours "Vaulting" (= voltigeerwedstrijd)
CH = Concours Hippique (= een wedstrijd met meerdere disciplines)
CH-EU = Europees kampioenschap
CH-M = "Mondiale" (= wereldkampioenschap)
O = Landenwedstrijd
W = Wereldbeker
WCupQ = kwalificatiewedstrijd voor wereldbeker
PE = Para-Equestrian
Ch = Children
J = Juniors
Y = Young Riders
U = "Under" (bijvoorbeeld U25 = deelnemers onder 25 jaar)
V = Veteranen
P = Pony's
P1, P2, P4 = enkelspan, tweespan, vierspan pony's
H = Horses
H1, H2, H4 = enkelspan, tweespan, vierspan paarden
YH = Young Horses
Wanneer je diverse afkortingen aan elkaar koppelt krijg je dus bijvoorbeeld:
CHIO: Internationaal concours hippique voor meerdere disciplines met landencompetitie
CSI-Y: internationale springwedstrijd voor Young Riders
CDI-U25: internationale dressuurwedstrijd voor deelnemers onder de 25 jaar
CAIO: internationale menwedstrijd met landencompetitie-element
CPEDI: internationale dressuurwedstrijd voor Para-Equestrians, de PE tussen de C-DI
CH-M-A4: Wereldkampioenschappen mennen (de A staat voor Attelage!) voor vierspannen
Daarnaast hebben internationale wedstrijden ook een kwalificatiesysteem dat van één tot vier of vijf sterren (aangegeven als 1* tot 5*) loopt. De met sterren gedoteerde wedstrijden lopen op in niveau, vaak (maar niet altijd) in moeilijkheidsgraad, inschrijfgelden en prijzengeld voor de winnaars.
In de springsport zijn de sterrengradaties ingeschaald op het totaal prijzengeld van het concours. Er is geen vaste hoogte van hindernissen van de hoogste klasse in een bepaalde sterrengradatie, al moet de Grand Prix altijd minimaal op 1.45 m uitgeschreven zijn.
De leeftijdsgrens van de paarden ligt hoger naarmate de wedstrijd meer sterren heeft, er worden meestal hogere eisen gesteld aan de stalling van de paarden (verplichte boxhuur) en het zijn meestal meerdaagse wedstrijden. De deelnemers moeten voldoende punten verzamelen in de lager gedoteerde wedstrijden om in de hogere wedstrijden te mogen starten.
Als voorbeeld: een CSIO5* wedstrijd is dus een met vijf sterren gedoteerde, internationale springwedstrijd met landencompetitie-element.