Volbloed in de rijpaardfokkerij

Moderators: C_arola, Coby, Nicole288, Dyonne

Toevoegen aan eigen berichten
 
 
Lenn

Berichten: 5331
Geregistreerd: 17-04-03
Woonplaats: Den Haag

Link naar dit bericht Geplaatst: 28-07-03 19:20

hee, waarom stopt het nou hier, ik zat net zo geïnteresseerd te lezen *LOL*
Net zo'n zinnige toevoeging van joost en dan heeft er niemand meer gereageerd Verward Waarom doe je het zelf dan niet zou je denken... nou ik heb er niet genoeg verstand van.. (kan alleen maar zeggen dat ikzelf een halve volbloed heb en alleen maar blij ben met het 'bloederige' wat hij van zn pappie heeft, kan er zelfs niks negatiefs over bedenken mits je er mee om kan gaan... kwil ook alleen nog maar bloedpaarden, werken zo graag OK dan! )
maare kvind het dus sonde dat deze discussie ineens stopt! Hopelijk ben ik niet de enige Bloos

thoroughbred

Berichten: 449
Geregistreerd: 01-09-02
Woonplaats: heerlen

Link naar dit bericht Geplaatst: 28-07-03 20:46

sarabande schreef:

Tijdens de omschakeling van landbouwpaard naar rijpaard heeft de Volbloed onschatbare diensten verricht, helaas is meestal gebruik gemaakt van stayers en konden toen alleen volbloeds aangewezen worden die ook ter dekking stonden bij het volbloedstamboek in Nederland.


Vraagje... hoezo helaas gebruik van stayers?

Theun
Berichten: 78
Geregistreerd: 05-12-02

Link naar dit bericht Geplaatst: 28-07-03 21:01

thoroughbred"]
[quote="sarabande schreef:

Tijdens de omschakeling van landbouwpaard naar rijpaard heeft de Volbloed onschatbare diensten verricht, helaas is meestal gebruik gemaakt van stayers en konden toen alleen volbloeds aangewezen worden die ook ter dekking stonden bij het volbloedstamboek in Nederland.


Vraagje... hoezo helaas gebruik van stayers?
[/quote]

Voor de springsport ben je aangewezen op kracht, explosie en gespierdheid vanuit de achterhand. Ieder paard kan stayeren, kilometers ver maar een krachtexplosie die er nodig is om te springen kun je er alleen maar infokken via raszuivere sprinters. Hooguit zou je er ook nog een miler bij kunnen pakken.

thoroughbred

Berichten: 449
Geregistreerd: 01-09-02
Woonplaats: heerlen

Link naar dit bericht Geplaatst: 28-07-03 21:40

dat ieder paard kan 'stayeren'vind ik niet helemaal juist. een stayer kan z n kracht goed verdelen..de laatste meters gebruiken ze de meeste energie/kracht. wat een sprinter niet echt doet/kan.

Maar het is wel zo dat een sprinter die explossieve kracht heeft bij het afspringen, of een stayer daar veel aan onderdoet ...? Cool

Anna42
Berichten: 2001
Geregistreerd: 10-05-03

Link naar dit bericht Geplaatst: 29-07-03 15:45

sarabande"]
[quote="chantal1 schreef:
Zeker nodig, maar ik denk dat er maar weinig mensen hier weten welke volbloedlijnen nodig zijn.


Zou jij dit domme volk dan eens wijzer kunnen maken. En niet met vage zinnen of internet links, maar met jouw kennis die gezien bovenstaande opmerking ver boven die van de bokkers uitstijgt.
[/quote]

Ik dacht dat op dit forum bokkers zaten die met elkaar willen discussieren en met respect voor elkaars standpunten. Dat je voorts door middel van vragen te stellen je licht kunt opsteken om een eigen of ee3n gezamelijke mening te vormen. We weten immers niet alles. Vragen vergroot immers kennis.
Bedenk wel dat dit "domme volk" dat probeert te denken nog altijd verder komt dan de wijze die denkt dat zij niet meer hoeft te denken maar domweg voorschrijft hoe de "domme" zou moet denken.
Van deze arrogante, voorgeschreven methode plukken wij nu de wrange vruchten. En gelukkig laten de bokkers zich niet meer zomaar alles voorschrijven op fokkerijgebied.
Het volgende stuk is dan ook uitsluitend bedoeld voor dit "domme volk" met een niveau dat ver onder dat van Sarabande ligt. Het zij zo. Misschien zijn er wel fokkers onder de "domme" bokkers die hun voordeel ermee kunnen opdoen. Het skelet en het bedoelde zwaartepunt van het Engelse Volbloed kun je vinden onder de topic: Bloedlijnen, skelet en oorsprong. Pagina 3.


Copyright 2003 All rights reserved

HET ENGELS VOLBLOED

De veredelaar met een raceskelet en de gevolgen in de
rijpaardfokkerij

Inleiding
Zolang als er gerichte warmbloedfokkerijen bestaan, bestaat er reeds de discussie of men nu Engels of Arabisch bloed voor de veredeling moet gebruiken. Toen Graf Lindenau in 1732 vastlegde dat voor het Ostpreusische paard (Trakehnen) uitsluitend Orientaalse - en Engelse Volbloeds ingezet konden worden, werd deze filosofie vooral na de tweede wereldoorlog in de meeste warmbloedfokkerijen vertaald als Orientaalse - of Engelse Volbloeds. Met als resultaat dat de ooit vooroorlogse en wereldberoemde Trakehner in alle disciplines verworden is tot een prachtig paard zolang het maar stilstaat. Maar als gebruikspaard, behoudens de Arabische lijnen, is gedegradeerd tot een dure grasmaaier die niet verder veel verder komt dan stoffering van de groene weiden die ooit eens werden begraast door Oostpruisische Wereld -en Olympische kampioenen. De gigantisch toevoer van het Engels Volbloed leek in Nederland het rijpaardenschip stuurloos te maken en heeft de kapiteins doen besluiten om het stuurloze schip dan maar wat rond te laten tollen. Zo werd er een nieuwe koers uitgezet: specialisatie. Specialisatie is het gevolg van ernstige manco's in het rijpaardenskelet en zo zullen de nog aanwezige en bruikbare elementen onherroeplijk verder worden getorpedeerd. In zijn publicatie "De noodzaak van de Duitse paardenfokkerij" schrijft Dr. Rau reeds in 1907 o.a.: 'Toevoer van Arabisch bloed in onze rijpaardenfokkerij, met als doel, de Duitse rijpaarden zoveel mogelijk van de robuustheid, het goede temperament, het dragende skelet en de soberheid te geven van het oorspronkelijke woestijnpaard met al zijn goede eigenschappen, als tegengewicht voor wat het Engels Volbloed aan ongewenste eigenschappen in de rijpaardenfokkerij gebracht heeft'.

Paardenrennen en renpaarden
De eerste paardenrennen die vermeld werden, vormden een onderdeel van de
Olympiade uit het begin van de zevende eeuw voor Christus. Daarna werden paardenrennen een vast onderdeel van de oorspronkelijke Olympische spelen. Ze waren overal in de Griekse en Romeinse wereld bekend. In West-Europa waren vooral Noord Duitsland en Brittannië de landen waar tijdens de Romeinse bezetting rennen werden gehouden, maar in het grootste deel van het Romeinse rijk waren vooral de meer spectaculaire wagenrennen favoriet.
De vroege christenen waren tegen rennen van iedere soort. Wellicht omdat het rennen destijds werd gezien als een bezigheid van het goddeloze Rome. Daarbij werd er ook nog grof geld meeverdiend zonder dat daar een behoorlijke arbeidsprestatie tegenover stond. Op het eerste Concilie van Arles (353 n. Chr.) werden alle personen, die met enige vorm van rennen te maken hadden, streng berispt, terwijl zij die aan wagenrennen deelnamen, werden blootgesteld aan excommunicatie, tenzij ze van deze goddeloze bezigheid afzagen. Ondanks deze bedreiging schijnen de rennen nog enkele generaties lang te zijn blijven bestaan.
Het eerste relaas van regelmatige rennen is pas weer van 1170, toen Fitzstephen melding maakte van paardenrennen tijdens de paardenmarkten.
Na 1170 vonden in heel Engeland rennen plaats op kermissen en feestdagen.
Naarmate de rennen in Engeland steeds vastere voet kregen en de eer die men er mee kon behalen steeds meer gezocht werd, besteedde men ook meer aandacht aan de paarden. Alhoewel er uit die tijd maar weinig nauwkeurige beschrijvingen van de paarden bestonden.
De eerste Britse vorst, die renpaarden bezat, schijnt Jacobus I geweest te zijn. Hij kreeg de Arabische hengst Markham Arabian in bezit, die oorspronkelijk gekocht was in Constatinopel. Jacobus' opvolger, Karel I, was een groot beschermheer van wedrennen. Na zijn nederlaag in de burgeroorlog en daaropvolgende terechtstelling werden paardenrennen verboden. Ze stierven bijna uit, hoewel Cromwell (ruimer van opvattingen dan de andere rebellen) enkele van 's konings fokmerries behield.
Na de restauratie in 1660 stelde Karel II de wedrennen weer in en maakte Newmarket tot het voornaamste centrum. De 'ronde baan' werd geschapen in 1666. De Koning bezat en fokte niet alleen renpaarden, maar reed zelf mee en won soms ook nog.
Ook importeerde hij fokmateriaal. Dit was de periode waarin het Engels Volbloed uit de drie Arabische stamvaders in de mannelijke lijn gevormd werd. De vrouwelijk lijn zou gevormd zijn door ongeveer 30-40 merries. Maar uit recent DNA onderzoek van de universiteit in Dublin blijkt dat dit aantal veel kleiner is dan men heeft aangenomen en naar alle waarschijnlijkheid slechts 5 tot 15 merries van Oriëntaalse en Noord -Afrikaanse origine omvat.
Het eerste studbook van de heren Weatherby verscheen in 1793.

Het Studbook
Alle Engelse Volbloeds, waar ook ter wereld, gaan terug op de drie Arabische stamvaders. De drie hengsten waren: de Beyerly Turk (1690), de Darley Arabian (1705) en de Goldophin Arabian (1730).
De invloed van deze hengsten kan worden aangetoond door de stamboom van ieder willekeurig renpaard na te gaan. Om een voorbeeld te geven in de stamboom van Bahram (winnaar van de 2000 guineas, de Derby en St. Leger) komt Goldophin Arabian 28.232 keer, de Darley Arabian 44.079 keer en de Beyerly Turk 64.023 keer voor. Naast deze hengsten zijn verder uitsluitend Arabische of Oosterse hengsten gebruikt die allen in de mannelijk lijn zijn uitgestorven en alleen nog voorkomen in de vrouwelijke lijnen. Dat zijn Allocks Arabian, Leedes Arabian, Darceys Yellow Turk, Selaby Turk, Darceys White Turk, Old Morocco Barb, Wilkinson Arabian, Brownlow Turk, Bethells Arabian, Williams Woodstock Arabian, Fenwick Barb, Lister Turk, Helmsley Turk, Oxford Dunn Arabian, en Pulleines Chestnut Arabian om de belangrijkste te noemen. De merries gaan zoals het onderzoek van de universiteit van Dublin heeft aangetoond voornamelijk op een handjevol Oosterse en Berbermerries terug.
De laatste Arabische hengst ingeschreven in het GSB was Bustard ox (v. Kars ox) een schimmel afkomstig van de wereldberoemde Arabische stoeterij Crabett Park van Lady Wentworth. Polymelus, een hengst die vooral veel naam heeft gemaakt bij de steeplechasers, voert het bloed van Bustard. Nagenoeg alle Grand National winners voeren het bloed Polymelus.

Selectie
De selectie op de renbaan heeft zich uitsluitend en alleen gericht op snelheid. Alle andere aanwezige elementen zijn daardoor, behoudens bij enkele steeplechasers, praktisch verdwenen. Als we de afbeeldingen van de ingezette Arabische hengsten en de daaruit voortkomende Engelse Volbloeds bestuderen, zien we een totaal ander paard. Een fantastisch goed renpaard met een daarbij behorend raceskelet.
Waarbij aangetekend moet worden dat toen de Engelsen begonnen met de import van Arabische en Oosterse paarden ten behoeve van de rennen deze paarden al geselecteerd werden met een renpaardenoog. Ook de Blunts en hun dochter Lady Wenthworth keken veel meer naar renArabieren dan bijvoorbeeld de Landstallmeisters uit het Habsburgerrijk die veel meer op de rijtypische eigenschappen selecteerden.
Een vergelijking tussen het skelet van Godophin Arabian met dat van Eclipse vijftig jaar later laat zien dat een eenzijdige selectie op snelheid het skelet heeft doen veranderen. Deze skeletaanpassing voor de gevraagde renprestatie heeft zich in de loop der jaren extreem doorgezet en heeft het Engelse Volbloed doen veranderen in een superieur renpaard over relatief korte afstanden.
Toch heeft de selectie op alleen speed ook zijn nadelen. Zo is het oorspronkelijk aanwezige lendenmechanisme geheel verdwenen en dat heeft tot gevolg dat het Engelse Volbloed aanmerkelijk meer meters nodig heeft om op snelheid te komen. De dragende galop veranderde in vlakke en een vanuit de achterhand opwaarts stuwende galop. Red Rum won in 1977 voor de derde keer de Grand National. Sindsdien is zijn tijd niet meer verbeterd. Het Engelse Volbloed heeft, na 300 jaar humane selectie, een deel van het erfgoed van zijn voorganger verloren. Het verloor de allereerste beslissende meters van leven of dood. De snelle sprint. De consequentie van een eenzijdige selectie breekt dit paard op.
In de eerste 150 jaar na de Restauratie werden de meeste rennen gelopen in manches over een afstand van twee tot vier mijl (3200 tot 6400m.), waarbij de paarden een betrekkelijk hoog gewicht moesten dragen, tot 76 kilo of meer. Het kon voorkomen, dat de paarden in die tijd acht tot zestien mijl per dag moesten afleggen en daarom werden ze zelden uitgebracht voor ze vier jaar oud waren. Tegen het eind van de achttiende eeuw werden korte rennen voor driejarigen populair. Sommige rennen, waaronder de oorspronkelijke Derby, gingen over één mijl. Het eerste voorbeeld van een tweejarige die deelnam aan een wedren dateert van 1769, maar negentig jaar later was meer dan een derde van alle paarden die in Engeland uitkwamen twee jaar en in 1890 was dat reeds meer dan de helft. De Jockey Club trachtte deze tendens tegen te gaan door het aantal rennen voor tweejarigen te beperken. Maar geld speelt een belangrijke rol en de investeerders willen zo snel mogelijk geld terug zien. Het rennen voor twee-en driejarige paarden werd steeds populairder, de prijzen steeds hoger en verlangde steeds meer vroegrijpe paarden waar hardheid, uithoudingsvermogen, mentale weerstand, een rustige karakter, een aangenaam temperament en lange levensduur absoluut niet meer telt.
Een driehonderd jaar selectie op de renbaan, een hoog ontwikkelde stalcultuur en voedingskunst hebben het Engelse Volbloed van zijn andere Arabische eigenschappen vervreemd en werd het lendenmechanisme compleet weg gefokt De oorspronkelijk dragende galop werd een rengalop. De razend snelle sprint is verdwenen en het zwaartepunt kwam steeds verder achter de massa te liggen. Het Engelse Volbloed stuwt zich voort door met de achterhand de massa opwaarts over het zwaartepunt te duwen. De hoeken van knie- en spronggewrichten zijn aanmerkelijk groter geworden en de hoek van de elleboog naar de bovenarm is aanmerkelijk verkleind en veel hoger geplaatst. Visueel lijkt het alsof we te maken hebben met een lange bovenarm maar dit is optisch bedrog. De punt van de elleboog zelf is veel hoger komen te liggen. De punt van de schouder is lager geplaatst en doet de schouder langer lijken. Het skelet is in de loop der jaren ongeveer als het ware naar voren gekanteld. Daardoor is het hele skelet ongeveer 20 cm. naar voren opgeschoven en lijkt langer door de veranderde hoeken van het dijbeen, kniegewricht, schouder en elleboog en een sterk verminderde rompdiepte. De halsaanzet is veel lager komen te liggen. De verminderde rompdiepte doet veel deskundigen geloven dat het Engels Volbloed een rechthoekspaard geworden is. Optisch bedrog speelt hier de hoofdrol en werkt uiterst misleidend. Alle Engelse Volbloeds zijn vierkantspaarden! Het zwaartepunt ligt aan de onderkant achter en aan de bovenzijde voor de massa. De effectieve dragende functie van het skelet in alle drie de bewegingen van stap, draf en galop is veranderd in een zodanige structuur dat enkel en alleen snelheid genereert. Het toenemende gewicht wordt op de voorhand gedragen. Vandaar dat het Engels Volbloed met dit skelet nooit in staat is om tactmatige bewegingen te demonstreren en slechts beperkt kan springen. Terwijl de slijtage aan de voorbenen reeds vroeg wordt ingezet.
Gedurende de driehonderd jaar zien we dat de jockeys steeds meer naar voren zijn opgeschoven door een veranderde schouder -en schoftligging en nu zelfs min of meer boven op de schoft staan. Hetzelfde fenomeen doet zich voor bij de rijpaarden. Vergelijkende foto's van dertig geleden tonen duidelijk aan dat de huidige spring- en dressuurruiters steeds verder voor op het paard gaan zitten. De ruiters uit die tijd zaten veel meer boven het zwaartepunt.

De foktechnische invloed op de warmbloedfokkerij
Bloed is altijd noodzakelijk in een warmbloedfokkerij. De vraag blijft altijd welk bloed en hoeveel. Het Engels Volbloed van tweehonderd jaar geleden valt niet meer te vergelijken met de huidige Volbloed. De veel gehoorde stelling van vroeger gebruikte men ook Volbloeds om de warmbloeds te verbeteren gaat, door het aangepaste renskelet, allang niet meer op. Honderd jaar geleden was het Engels Volbloed als racepaard al zodanig geperfectioneerd dat de specifieke reneigenschappen eerder nadelig dan verbeterend werkten. De geniale Oberlandstallmeister Dr. Rau onderkende dit probleem al in 1909 en schrijft in "Die Deutsche Pferdezuchten": 'Men verkrijgt geen rijpaard-prestatievaardigheden door toevoer van Engels Volbloed (raceskelet). Allereerst is een uniform type vereist. De bouwstenen bestaan uit combinatie van lengte- breedte- en hoogtedimensies en de vormen van het skelet. Bij een uniform type, een uniform skelet, uniforme verhoudingen, gelijke voortstuwing - een samenspel van gelijke elementen benodigd voor de verlangde prestaties. Alleen als deze uniforme elementen aanwezig zijn, dan is de hele fokkerij gelijkmatig in de prestatie. Des te meer typen in een fokkerij des te groter worden de nadelen'. Helaas zijn de wijze en vakkundige inzichten van Dr. Rau in veel Duitse fokgebieden en Nederland amper bekend of werden ze genegeerd. Zo schrijft hij in zijn eerder genoemd werk: 'Als men bedenkt dat in het grote fokgebied van Hannover onder de 340 staatshengsten zich reeds 12 Volbloedhengsten bevinden. In het aanmerkelijk kleinere Holsteinse fokgebied van nog geen 100 hengsten zijn de beide 'Araber' van het Verband en drie tot vier Engelse Volbloeddekhengsten van een paardenhandelaar, dan moet men begrijpen, welk gevaar daarin bestaat om voor zo een klein fokgebied als dat Holstein nog meer Volbloed te verlangen' Dr. Bilke schrijft in "Pferdepassion": 'Het is bekend en onomstreden wat het Engelse Volbloed van voor 1800 de warmbloedfokkerij gegeven heeft. Een selectie op vroegrijpheid en snelheid werken negatief voor de warmbloedfokkerij en zal zijn tol eisen. De geschiedenis bewijst, dat een teveel aan Engels Volbloed de ooit eens beroemde Mecklenburger warmbloedfokkerij volledig ten gronde richtte. Het oude Sennengestüt en die van Zweibrücken en Neustadt gingen volledig verloren toen de Engelse Volbloedhengsten in aantal almaar toenamen met als gevolg dat het toenmalige Hauptgestüt Neustadt tijdelijk gesloten werd. Een rentraining en een selectie op snelheid zal mettertijd ook het Arabisch Volbloed veranderen. Het zal tot verlies van zijn unieke eigenschappen leiden en zijn ongekende 'ausdauer' in alle omstandigheden doen verminderen. Het klassieke Arabische type mag men niet aan het renwezen en de rensport met eigen voorkeuren en uitwassen opofferen. Grote afstanden over een slecht en variërend terrein met natuurlijke hindernissen onder moeilijke omstandigheden zijn de geëigende selectiecriteria van het Arabisch Volbloed'
Sinds de Trakehner na de oorlog voornamelijk in handen kwam van particulieren en massa's Engelse Volbloed heeft versleten, komen de Trakehner fokkers er na vijftig jaar achter dat de marginale prestatielijnen die men nog over heeft alleen afkomstig zijn van de Arabische lijnen (Trakehner Hefte 1/2003). Wat is er werkelijk overgebleven van de vooroorlogse trotse Oost-Pruisische militarypaarden die triomfen vierden in alle disciplines op de Olympiades? Percepties en paradigma's zijn de meest onzekere indicatoren en kunnen gevaarlijke elementen vormen in een fokkerij. Ondanks de waarschuwingen van Dr. Rau, Dr .Schilke en Dr. Bilke werden na de oorlog de Engelse Volbloeds massaal ingezet in de West-Europese warmbloedfokkerij.
De Holsteiners danken hun eertijds beroemde drafbewegingen en huidige springcapaciteiten aan het goede skelet van het oorspronkelijke 'Marschpferd'. Met de inzet van de Shagya Amurath 1891 (v. Amurath 1881 ox) door de Holsteiner Verbandsvoorzitter Herr Ahsbash werden deze skeletfuncties opnieuw verankerd. De bekende Holsteiner springkampioen Nordland, die tijdens de Olympiade in Berlijn bij de landenwedstrijd de gouden medaille won, voert via Teil het bloed van Amurath. Dit geldt ook voor de Hannoveraanse springacrobaat Alchimist die, in hetzelfde landenteam en winnaar van de gouden medaille, via zijn vader Amalfi en diens vader Amandus direct terug gaat op Amurath.
Een nog grotere toevoer aan Engels Volbloed zal deze eigenschappen doen afnemen en qua karakter steeds moeilijker paarden produceren. In de Duitse fokgebieden en met name in Holstein wordt door de fokleiding nog steeds het Engels Volboed als de veredelaar gepromoot, terwijl de fokkers er langzamerhand achter zijn dat die producten praktisch niet meer te slijten zijn. Ook in Nederland denkt sommige 'deskundigen' dat bij een afnemende kwaliteit en falende prestaties, het Engels Volbloed het ultieme medicijn is om het niveau weer op te krikken. De geschiedenis heeft echter geleerd dat dan de afwijkingen toenemen en de prestaties afnemen. Van de ruim honderd ingezette Engelse Volbloeds, sinds de jaren zeventig, is alleen een hoog percentage xx-bloed in de pedigrees overgebleven en is het aantal moeilijk te rijden en slecht presterende paarden, met gigantisch veel lichamelijke afwijkingen, aanmerkelijk toegenomen. Blijkens het onderzoek van de Waiboerhoeve wordt het gemiddelde Nederlandse paard nog maar zeven jaren oud. Nog voor dat het volgroeid is, is het al bezweken. Omdat ook het Nederlandse paard, qua skelet, niet aan de verlangde eisen kan voldoen. Een teken aan de wand als men bedenkt dat een paard immers met acht jaar pas volgroeid is! Hele horden dierenartsen, fysiotherapeuten, bottenkrakers en masseurs houden zich dagelijks bezig om de niet functionerende skeletten na een uurtje rijden weer op te lappen. De symptomen worden al dan niet wetenschappelijk onderdrukt en zo blijven de werkelijke oorzaken onder het scala van 'deskundige' oplossingen en ingrepen voortwoekeren en voor fokker en gebruiker verborgen. Bovendien propageren sommige veterinaire goeroe's allerlei onzin over de paardenrug, dat als een soort bollende en rekende veer zou functioneren. De paardenrug bestaat een aantal wervels die slechts zijdelings heel beperkt buigzaam zijn. Als de paardenrug uit buigzame wervels zou bestaan, moet het paard de liggende rugwervels door middel van de spieren in de rug continue strak houden omdat anders de dragende functie (te vergelijken met een zelfdragende carosserie van een auto) ontbreekt. Een paard met 'buigzame' rugwervels zou niet ver komen en zou qua beweging en op het gebied van springen niets meer zijn dan in een hulpeloze stumper.
Daarenboven zou een paard met bollende rugwervels uiterst onplezierig zitten. Het probleem zit echter in het feit omdat men een tactmatig bewegend paard met een goed functionerend lendenmechanisme dat zonder al te grote krachtinspanning een heffende en stuwende werking veroorzaakt, verwisseld met een van achteren opwaarts stuwend skelet (dankzij de Volbloed), dat bij gebrek aan het lendenmechanisme, zelfs middels heel veel spierkracht, niet kan compenseren wat het skelet aan harmonie ontbeert.

Ernest van Loon en Sjef Jansen.
De niet goed functionerende skeletten beginnen (zoals uit het onderzoek van de Waiboerhoeve blijkt) meer en meer hun tol te eisen in de rijsport. De door Ernest van Loon gepropageerde klassieke stijl van rijden botst met de 'rondrijden' stijl van Sjef Jansen en leidt telkens weer tot een zinloze discussie van wie heeft er gelijk of ongelijk. De conclusie is even simpel als de uitgangspunten van een goed dressuur- of springpaard. Voor beiden is een dragend skelet met een goed functionerend lendenmechanisme de basis. De basis van een goed presterend springpaard is in de eerste plaats dressuur. De onvergetelijke Holsteiner kleinzoon van Amurath Meteor met 150 overwinningen in de M en S klasse, drie maal medaillewinnaar aan de Olympiades presenteerde met zijn ruiter Frits Tiedemann een klassieke manier van rijden waar deskundigen noch amateurs omheen konden. Uit "Die Deutsche Pferdezucht": 'Wanneer dat machtige 650 kilo zware spierenpakket, door en door gymnastisieert zoals een atleet uit de oudheid, vloeiend over het parcours snelde en vloog, tot op de millimeter gehoorzaam, dan werkt zijn kundige ruiter als de beheerser van een niet te meten samengebalde krachtexplosie, die van een onzichtbaar schakelpaneel tot op de millimeter nauwkeurig en van een absoluut gecontroleerd en dressuurmatig rytme naar een explosiepunt met een grenzenloze ontplooiing ontbranden kon'.
Hoeveel springruiters zien we nu nog met door en door gymnastisieerde paarden het parcours rondgaan? Hoeveel dressuurruiters zien we nog met door en door gymnastisieerde paarden in absolute verzameling met een verheven lichtvoetigheid als balletdansers het dressuurveld betreden?
Ernest van Loon en Sjef Jansen praten beide namelijk over twee verschillende rijpaarden en zo heeft de discussie plaatsgemaakt voor welles of nietes. Ernest van Loon gaat, zonder dat zichzelf te realiseren, uit van paarden in zijn tijd met een goed functionerend skelet en de daarvoor enige en juiste klassieke manier van rijden nl. voorwaarts, neerwaarts en de weerstand biedende hand die leidt tot lichtheid en verzameling.
Sjef Jansen en Anky van Grunven kennen het verschil al niet eens meer en hebben een manier ontdekt om de niet functionerende skeletten en ontbrekende lendenmechanisme's toch nog wat dressuurglamour te geven door het zogenaamde 'rondrijden'. Met als gevolg dat hele horden volgelingen de niet functionerende skeletten in een recordtijd rondtrekken in onherstelbare blessures. Terwijl de nog goed dragende skeletten met een goed functionerend lendenmechanisme het eveneens laten afweten omdat het zogenaamde 'rondrijden' voor deze paarden verzuring en een disharmonie in het skelet veroorzaakt. Verschillende Ermelo hengsten, met een nog goed functionerend skelet, hebben door gebrek aan de klassieke manier van rijden van neerwaarts, voorwaarts het 'rondrijden' moeten bezuren en haken voortijdig af.


Dr Rau
Normaliter wordt kennis overgedragen via scholen, universiteiten etc. en wordt de verkregen kennis vervolgens in de praktijk gebracht. Merkwaardig genoeg wordt de verkregen kennis omtrent rijpaarden uit verleden amper bestudeerd. De jarenlange fokkerservaringen werden praktisch genegeerd. Dr. Rau had niet alleen visie en een zeer rijke ervaring, maar heeft zijn levenlang de fokkerij van rijpaarden grondig bestudeerd. Die kennis werd voortdurend in de praktijk gebracht, getoetst en getest
Dr. Rau kwam tot de conclusie dat de rijpaardfokkerij, om kwaliteit en prestatie te waarborgen, uiteindelijk vanwege het dragende skelet niet zonder Arabisch bloed kan.
Dat het lendenmechanisme een cruciale rol vervulde, wist hij toen ook nog niet. Maar wat hij wel constateerde, was dat de kwaliteit van de rijpaarden in prestatie, levensduur en omgang er aanmerkelijk op vooruit ging. Door de inzet van Arabische hengsten in het verleden hebben, dankzij hem, de Duitse dressuur- en springpaarden nog een leidende positie op mondiaal niveau.
Dressuur- en springpaarden hebben dezelfde skeletfuncties nodig. Dr, Rau wist wel degelijk waarover hij het had en de Duitsers hebben alle wereld- en Olympische kampioenen enkel en alleen aan hem en die andere deskundige Landstallmeisters te danken. De niet goed functionerende natuurlijke mechanica van een sportpaard is naar alle waarschijnlijkheid de veroorzaker van de moderne lichamelijke gebreken zoals ocd, pees - rugproblemen, sprong- en kniegewrichten, hoefproblemen, spieren en last but not least ernstige mentale problemen. Een niet goed functionerend skelet is niet in staat om de fysieke sportprestaties te leveren. Specialisatie is het gevolg van een ondoordacht en falend fokbeleid. Dat wist Dr. Rau honderd jaar geleden al. Specialisatie veroorzaakt, zoals de renpaardenfokkerij heeft laten zien, altijd negatieve effecten. Het doet afbeuk aan het welzijn en gezondheid van het paard omdat het fysiek niet kan leveren wat wij als mensen van een spring- en dressuurpaard verlangen.
Dr. Rau krijgt na bijna honderd jaar gelijk als hij al in 1909 concludeert:
'Wanneer de Volbloed zich eenmaal in het vrouwelijke fokmateriaal genesteld heeft, zijn talrijke uitvallers onvermijdelijk'.

Karel de Lange

Copyright 2003 All rights reserved

BartVB
Eigenaar

Berichten: 41662
Geregistreerd: 08-01-01
Woonplaats: Arnhem

Link naar dit bericht Geplaatst: 29-07-03 16:43

Kunnen we het aub wat minder persoonlijk maken allemaal? Niet echt nodig om nog eens dit soort opmerkingne te maken nav een topic van een maand of 3 geleden Scheve mond