Holsteinse invloeden deel 2 (inbreng volbloeden)

Moderators: C_arola, Coby, Nicole288, Dyonne

Antwoord op onderwerpPlaats een reactie
 
 
LuvdaTossa

Berichten: 12894
Geregistreerd: 15-06-03
Woonplaats: Midden vh land

Holsteinse invloeden deel 2 (inbreng volbloeden)

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter: 14-12-03 18:39

[FA] Holsteinse invloeden deel 1 (interessant artikel)

Tja en met deel 1, komt er natuurlijk ook een deel 2. M'n vingertopjes zijn gesleten onder het typen........ Maar het is natuurlijk voor het goede doel! Er kunnen best typefouten in zitten, heb alleen de spellingscontrole er over gegooid en zelf niet meer door gelezen......... 2 Uren getypt Knipoog

Veel leesplezier! En als iemand het als Word formaat toegestuurd wil krijgen moet je het ff pben. Het zijn 11 pagina's Clown

Deel 2

Holsteinse invloeden

Voorbij het volbloedtijdperk

Aan de omvorming van het landbouwpaard in Holstein tot sportpaard kwamen volbloedhengsten te pas. Zes hengsten legden de basis voor de fokkerij na de Tweede Wereldoorlog. Dit is het laatste deel van een tweeluik over de Holsteiners en hun invloed op de huidige Nederlandse warmbloedfokkerij.

Na de Tweede Wereldoorlog deelde de mechanisatie een flinke klap uit naar de landbouwpaarden in Europa. In 1960 stonden er nog maar 1.358 (in 1950 waren dat er 9.969) Holsteinse merries ingeschreven bij het moederstamboek. Sindsdien hebben de fokkers hard gewerkt om de Holsteiner om te vormen tot een sportpaard. Er was behoefte aan een iets edeler en lichter paard.
Met de volbloeden Trebonius xx (gedekt van 1930/1948) en Anblick xx (1954/1964) zette men het veredelingsproces in gang. Beide gaan terug op Dark Ronald-bloed dat in Holstein stamde uit de tijd toen veredeld werd met Yorkshire Coachhengsten. Trebonius leverde goede springpaarden en de Anblick xx-kinderen blonken uit in de dressuur.
Onder fokleider Horstmann van het Landgestut kregen veel volbloeden een kans in de fokkerij, waaronder Cottage Son xx, Ladykiller xx en Marlon xx. Horstmann gaf hiermee de zet om te komen tot een prestatie-fokkerij.
Dat deze volbloeden aansloegen was vooral te danken aan het feit dat zij bloedaansluiting hadden bij de Engelse Yorkshire Coachhengsten van circa 1900. Rond 1970 dekten de volbloeds ongeveer 80% van de merries, een aanzienlijk percentage. Andere stamboeken volgenden de veredeling met argusogen, maar de Holsteiner bleef als ras overeind.
Maas J. Hell zette in november 1971 een consolidatiebeleid uit, waarbij het volbloedgebruik aan banden lag en er strenge selectie op springaanleg plaatsvond. In deze periode kwam de Anglo-Normandiër aan bod. Na Ethelbert en Achill waren het Ramzes AA, Anblick xx, Cottage Son xx, Farnese, Ladykiller xx en Cor de la Bryere die zorgden voor het huidige springpaard.

Doorbraak van Ramzes
Ramzes (Rittersport xx x Jordi-Shagya x Bakzysz x Amurath, één van de zes stamvaders van 1900) zag het levenslicht in maart 1937 in Polen. In 1948 kon Clemens von Nagel de elfjarige schimmelhengst aanschaffen voor zijn stoeterij Vornhoz in Westfalen. Door goede contacten tussen Von Nagel en het Holsteiner Verband werd de hengst naar Holstein verhuurd in 1951/1952 en 1959/1960.
De hengst kwam in Holstein toen het omvormingsproces in de kinderschoenen stond en de klok op vijf voor twaalf stond. Doordat de fokkers geen geld kregen voor hun fokprodukten waren ze erg teleurgesteld. Hun laatste redding leek een éénmalige sprong in het donker met hun merrie bij de Anglo-Arabische schimmel Ramzes, die beschikte over veel ras en uitstraling. Zijn stalgenoten op het dekstation Neuendorf, van het oude soort, Logenschliesser (Loretto) en Fanatiker (Fanal) stonden zonder werk toe te kijken. Maar de veulens van Ramzes vielen tegen en waren niet beter te verkopen. Ze waren lichter, wat beknopter en droger dan men gewend was, maar ze hadden niet het ras van vader. Uit de veulenjaargangen 1952/1953 kwamen geen goedgekeurde hengsten van Ramzes.
Ze kregen als kritiek op hun fundament dat ze te weinig pijp hadden. Volgens de huidige normen stonden er toen ideale rijpaarden, die om een paar centimeter te weinig pijp niet aan de straatstenen te slijten waren. Voor de doorbraak van Ramzes in Holstein zorgden de drie springpaarden Ramona (Alwin Schockemohle), Retina (Hans Gunther Winkler) en Romanus (Fritz Thiedemann). Nadat zijn kinderen in de sport naam gemaakt hadden, ging Ramzes in 1959/1960 terug naar Holstein, waar hij de tijd nam om een merrie te dekken. De hengst overleed in 1967.

Soepele springpaarden
Het valt op dat Ramzes in de Westfaalse periode zorgde voor enkele goede dressuurpaarden, zoals Remus en Mariano, van wie Radetzky een volle broer is.
Ramzes dankt zijn succes in de Holsteinse fokkerij geheel aan de overwinningen van Ramona, Retina en Romanus op de sportvelden. Een volle zuster van Romanus, Vase, bracht Folia (Maximus), de moeder van Capitol. De vader van Capitol, Capitano is een zoon van Retina!
Ramzes heeft het type van de oude Holsteiner positief beïnvloed. Hij heeft nette en soepele springpaarden voortgebracht en een positieve bijdrage geleverd aan de wijze van springen (hoofd in de lucht en weggedrukte rug zijn verminderd). Af en toe zat er wel een kleintje tussen.
Ramzes liet Rigoletto, Raimond, Roman (allen goedgekeurd in 1962) en Roderich als mannelijke nazaten achter.
Rigoletto (geboren 1960) kwam in 1964 naar Nederland, maar werd in 1971 weer verhuurd naar Holstein. Reden daartoe waren onder andere de opvallende springprestaties van zijn dochter Santa Monica onder Alwin Schockemohle. In 1974 kreeg hij drie zonen goedgekeurd in Holstein, te weten Romedio, Rocco en Rio Grande, waarvan in 1978 de zoon Rubens werd aangewezen. Rigoletto bracht in Nederland de goedgekeurde zonen Othello, Pacco, Radjah en Turijn –waarvan Belasco een zoon is- voort.

Juiste combinatie
De Ramzeslijn blijft hoofdzakelijk in stand door de nafok van de schimmel Raimond (geboren 1960), die in 1986 naar Nederland kwam en in 1987 overleed. Behalve Ramiro, heeft hij weinig sportpaarden geleverd, wat volgens de hippologen te wijten valt aan de bloedvoering via moederszijde. Dat zijn zoon Ramiro wel tot het leveren van sportprestaties in staat blijkt, komt door zijn moeder, een succesvol in de sport uitgebrachte Cottage-dochter. De combinatie van Achill-bloed (Tobias-First) en Ethelbert-bloed (Heidelaufer-Heino-Heintze-Weidmann) aan moederszijde met het volbloedaandeel van de Cottage Son xx zorgde voor de springgenen.
Ramiro heeft slechts twee jaar in Holstein ter dekking gestaan. Bij praktisch ieder stamboek in de wereld staat een goedgekeurde zoon van hem geregistreerd.
De Holsteinse dektijd van Ramiro leverde in 1973 de in Holstein goedgekeurde (L) Ronald op. Ronald zorgde voor vijf goedgekeurde zonen aldaar, namelijk Ricardo, Rodrigo, Rossini, Rocadero (de kampioenshengst van 1982) en Rebell (die later naar Nederland kwam als Saluut).
Ronald vertrok in 1980 naar Nederland en keerde in 1986 naar Holstein terug. Via Raimonds zoon, Rhamades en diens zoon Ritter, heeft in Nederland de hengst Plesman ter dekking gestaan.

Anblick
De in 1938 op Hauptgestut Graditz geboren volbloed Anblick xx (Ferro xx x Herold-Dark Ronald), dekte van 1954 tot 1964 in Holstein. De 1,61 meter grote donkerbruine hengst kreeg vooral bekendheid om zijn dressuurpaarden. De overgrootvader aan moederszijde was Dark Ronald.
Anblick xx kwam als uitgerangeerde Landbeschaler van Celle op zeventienjarige leeftijd naar Holstein. In Hannover had hij te weinig formaat en body aan de nafok doorgegeven. Hij vormde vooral een ideale combinatie met Heidelberg-dochters (kapitale, wat beknopte koelbloedige merries met sterke fundamenten), die uit de Ethelbert-lijn (Tobias-zoon First) voortkwamen. De hengst viel in zijn nafok op door goede halzen, extra schouderpartijen, goede schoften, goede zadelliggingen en beste bewegingen. Het spronggewricht zou nog wat mooier mogen. Hij bracht de Olympiade-paarden Antoinette en Venetia van Josef Neckermann. In de springsport vielen zijn kinderen op door moed en hart, waarbij zijn zoon Aldato naam voor hem maakte. Anblick was één van de eerste volbloeden die na de Tweede Wereldoorlog voet aan de grond kreeg en het vertrouwen van de fokkers. Zijn veulens waren door hun uitstraling en bewegingen zeer goed te verkopen. Ze brachten gemiddeld 1.000 DM op, terwijl de Ramzes-zoon Romanus toentertijd maar 300 DM opleverde.
Van Anblick xx kwamen Antonio en Nagriff (=Cadet) naar Nederland in 1964 en 1965, na in 1963 resp. 1964 goedgekeurd te zijn. Ze waren om hun voskleur niet geliefd in Duitsland.
Cadet kwam in 1976 terug naar Holstein, waar hij nog enig jaren dekte en zijn oude dag sleet als zeer geliefd rijpaard op de Elmshorner Schulstall.
Van de veertien zonen van Anblick xx die de goedkeuring kregen zorgde Aldato (mv. Heidelberg x Frisko) voor zeven goedgekeurde hengsten waaronder het veelzijdigheidspaard Albrant (mv. Heidelberg-Loretto), die met Herbert Blocker grote internationale successen behaalde.
De mannelijke lijn van Anblick xx stierf in Holstein uit.

Cottage Son xx
Er stonden twee volbloeden (Wanderfalk xx en Anblick xx ) op het Landgestut Traventhal toen Horstmann in opdracht van het verband (dat duidelijk op zoek was naar een lichter rijpaard) in 1959 in Engeland, de vijftienjarige zwartbruine, 1,70 meter grote, Cottage Son xx (Young Lover x Cottage) aangekocht. Cottage Son had door een blessure geen rennen kunnen lopen. Zijn overgrootvader aan vaderszijde was evenals bij Anblick en Trebonius xx de volbloed Dark Ronald xx. Gedurende de vier jaar dat de hengst ter dekking heeft gestaan in Elmshorn en Marne bracht hij 14 hengsten en 53 stamboekmerries voort.
De hengst bleek minder te passen bij Heidelbert- (te stug) en Marder-merries (te slap). De hengst had merries met een extra draf nodig. Hij draafde zelf stug, zonder draagkracht, met weinig ruimte en was in de voorstand niet geheel correct.
Zijn beste zoon was Consul, gefokt bij Otto Weber, een groot liefhebber van de mensport. In zijn merriestam 1907 was streng geselecteerd op het drafmechanisme. Consul kon dan ook uitstekend draven. Echter de drie witte benen deden hem bekend staan als de Bonte Hond. De royale aftekeningen lagen verankerd in de verdere afstamming (Gabriel) evenals het moeilijke karakter (inteelt Heintze) van Consul. Het doorgeven van dat temperamentvolle karakter had voor Consul (goedgekeurd 1963) tot gevolg dat hij in 1968 uit de fokkerij ging. Hij verwekte het internationale dressuurpaard Granat van Christine Stuckelberg en voor Nederland Joost (Conus genaamd in Holstein). De Cottage Son lijn blijft in Holstein in stand via Corporal-Capitano-Capitol.
Van de op Ramzes ingeteelde (via Retina de moeder van Capitano en Vase, de volle zuster van Romanus) Capitol staan in Nederland nu ter dekking Celano, Colino en Indoctro.
Cottage Son xx lijkt zich beter te vererven in de vrouwelijke dan de mannelijke tak. Cottage staat dan ook als grootvader te boek aan moederszijde van hengsten als Ramiro en Lord. Zijn bloed krijgt waardering in de tweede en derde generatie van hengsten en springpaarden.
De fokkerij mag niet vergeten dat de halfbloedzonen van Cottage Son amper aan de bak konden komen, toen rond 1970 80% van de Holsteinse merries naar een volbloed, in plaats van een halfbloed ter dekking ging.

Merkwaardige loopbaan
De bruine hengst Farnese (Fahnrich x Loretto x First) doorliep een merkwaardige loopbaan in Holstein. De in 1960 geboren hengst dekte tot 1968 toen hij op achtjarige leeftijd uit de fokkerij moest wegens onvruchtbaarheid. De hengst verhuisde als rijpaard naar Hessen. Hij had toen al gezorgd voor een groot aantal geprimeerde dochters en een drietal goedgekeurde zonen.
Toen in de jaren zeventig praktisch alle Holsteinse veulens een volbloedvader hadden, ontstond er grote behoefte aan een hengst van kaliber, die paste op deze halfbloedkinderen. Kort samengevat: men miste Farnese. Farnese had typische Holsteiners voortgebracht, met een extra draf, goed fundament, veel hals en front. Alleen de lendenpartij zou wel wat beter mogen.
Bij de halfbloedkinderen met hun beknoptheid, geringe formaat en lichte fundament kon Farnese de typische Holsteiner eigenschappen (ook in draf) terugbrengen. Vooral nu de Farnese-kinderen het in de sport ook goed deden (Amigo onder Ted Edgar) startte in 1971 de fokleiding een speurtocht naar Farnese. Echter zonder succes, totdat in de zomer van 1972 een transport met merries en veulens uit Beieren aankwam, die Holsteins gebrand moesten worden. Tot groot verbazing van de fokleiding bleek het te gaan om veulens van Farnese, die in Beieren als jachtpaard liep! Hemel en hel werden bewogen om de hengsten terug te krijgen. Er ontstond een probleem toen de Beierse bezitter geheel niet voornemens was de hengst aan het Verband te verkopen. Na een nacht onderhandelen kreeg hij Crom (Cromwell) mee naar Beieren en keerde Farnese terug naar Holstein.

Kritiek op Farnese
De terugkomst van Farnese werd bekritiseerd door de fokkers: ,,Wat moeten wij met een hengst die niet bevrucht, een ruin mag tenslotte ook niet geïmporteerd worden”.
Het spermaonderzoek was vernietigend, maar de fokleiding hield dat achter en wachtte af wat de resultaten na het eerste dekseizoen zouden zijn. Farnese vocht via de showavonden voor zijn leven en kreeg de handen op elkaar. Hij dekte in 1973 meer dan 50 merries. Hij behaalde het hoogste bevruchtingspercentage van alle in Holstein ter dekking staande hengsten!
Het succes van de stempelhengst Farnese, die ook het internationale springpaard Farmer van Franke Sloothaak voortbracht, is niet alleen terug te voeren op het feit dat hij uitstekend paste bij de halfbloed merries. Zijn afstamming aan vaderszijde voerde terug op de Achill en aan de moederszijde op de Ethelbertlijn en vooral daaraan lijkt de hengst het te danken te hebben, dat hij een stempelhengst in Holstein werd. Daarnaast voerde hij via zijn grootmoeder extra het gewenste First (Tobias), Achillbloed. Van Farnese werden wel verschillende hengsten naar Nederland geëxporteerd, maar niet goedgekeurd. In Nederland staat nu, gekeurd bij het Groninger Stamboek, de kampioen van de jaargang 1977, Flamingo, als enige Farnese-nakomeling ter dekking.

Marlon xx
Iets later dan Ladykiller xx kwam midden in het dekseizoen van 1965 de zevenjarige Ierse volbloed Marlon xx (Tamerlane x Fairford) naar Holstein. De hengst was verwant aan derbywinnaar Alpenkonig xx en de in Hannover gewaardeerde Shogun xx, alsmede aan de Franse Furioso xx. Marlon was een hengst met een rechthoekig model met veel hals, wat weinig diepte, lange lijnen en een lang achterbeen. De pijpinsteek zou mooier mogen. Een exterieurfoutje dat hij ook aan zijn nafok meegaf. De eerste klas veredelaar wist te bekoren door uitstraling en beweging. Zijn kinderen vielen op door hals, lange lijnen en lichtvoetige bewegingen. Het foutje in het fundament nam men op de koop toe.
Uit de eerste, korte jaargang, leverde hij in 1966 meteen één van de duurste hengstveulens van Duitsland op dat moment, Mahdi, die later onder Christine Stuckelberg startte. Een volle broer, Marius, die onvruchtbaar bleek, maakte zich in de dressuur waar onder Josef Neckermann. En een nog grotere naam in de dressuur maakte later Montevideo.
Tussen de fokkers ontspon zich een heftige discussie rond de twee volbloeden Marlon xx en Ladykiller, over wie nu het beste was en wie het beste vererfde. Marlon xx bleek een grotere veredelaar dan Ladykiller xx. De Marlonkinderen waren schnittiger, lang gelijnd en hadden meer rijpaardtype dan de kinderen van Ladykiller xx. Maar de kinderen van Ladykiller waren sterker en correcter in het fundament, waardoor zijn zonen eerder werden aangehouden voor dekhengst dan de Marlonzonen. Ladykiller xx had merries met bloed nodig en Marlon juist grote zware originele Holsteinse tantes. Waren ze te licht dan ging het mis met de nafok. Een en ander had tot gevolg dat de Ladykillerzonen voor hengst werden gefokt en vele Marlonzonen als duur rijpaard van de hand gingen.

Hengstenmoeders
Vaak brachten de rijpaarden nog iets meer op dan de opfokhengsten. De keuze voor welke de beste was hing dan ook af van wat de fokker het meest waardeerde voorstellen op de hengstenkeuring of verkoop voor veel geld als rijpaard.
De eerste en zonder meer ook de beste zoon van Marlon, Martell I. ging naar Denemarken, waar hij als stempelhengst zeer veel naam maakte. Het blijft de Duitsers nog steeds onduidelijk hoe die verkoop mogelijk was. Van de dertig goedgekeurde zonden van Marlon xx heeft geen enkele voor een uitbreiding van de vaderlijn kunnen zorgdragen. Marlon xx heeft echter een grote naam opgebouwd als brenger van sportpaarden, die zowel opvielen in dressuur, military als springsport. Hij liet een groot aantal kwaliteitsvolle hengstenmoeders achter. Op cijfers verloor hij de strijd van Ladykiller xx, maar zijn invloed mag daardoor zeker niet onderschat worden. Van hem kwam naar Nederland, Manchester oftewel Kommandeur, die ter dekking stond van 1978 tot 1986, waarna hij geëxporteerd werd naar de Verenigde Staten.

Ladykiller xx
Van Abenfrienden xx, werd in 1962 gekeurd, de als niet geheel eerlijk bekendstaande schimmel Manometer xx. In 1968 vertrok hij naar Denemarken. De schimmel bracht goede fokmerries en een rij knappe sportpaarden, die in de achterhand en in beweging nogal eens tekortschoten. Van hem werden onder andere Markies en de Maximus, die als zijn beste zoon bekend staat, gekeurd en naar Nederland verkocht. Hij zorgde voor Moltke.
Helmut Horstmann ontdekte naast de volbloeden Cottage Son en Marlon ook Ladykiller xx (geboren 1961) op vierjarige leeftijd. Om goedgekeurd te worden moest zijn GAG meer dan 80 zijn, wilde hij niet richting slager gaan. Zijn GAG bedroeg 80,5. Dat ene pond opende de deur om in Holstein goedgekeurd te kunnen worden, maar Horstmann kreeg nogal wat kritiek op zijn aankoop te horen.
De belangrijkste volbloed van Holstein was een goed bespierde hengst, met normale partijen en edel hoofd, iets brede hals, zware nek, goede schouder, wat zwakke lendenpartij, sterk bespierde, goedliggende croupe en voor een volbloed eerste klas fundament en goede elastische bewegingen. Hij heeft met 35 goedgekeurde zonen de Holsteinse fokkerij sterk beïnvloed. In tegenstelling tot Anblick xx had Ladykiller xx duidelijk merries met bloed nodig. Ladykiller werd de springvererver van de nieuwe Holsteinse fokkerij. Dressuurpaarden heeft hij amper verwekt. Daar waar Anblick en Marlon de Holsteinse fokkerij verrijkte wat exterieur betreft, bracht Ladykiller de sporters, oftewel de prestatiepaarden. In de regel betekende dat sterke paarden met goede partijen. Hoewel ze in de jonge jaren een matige techniek lieten zien over het hout, dat later verbeterde, toonden ze veel vermogen en goede manieren.

Knappe springpaarden
De zonen Landgraf I en Lord bepalen grotendeels de nafok van ladykiller. Maar er waren er meer zoals de kampioenshengst van de eerste jaargang met acht goedgekeurde zonen Landrat, Laertes, Leander en de naar Nederland verhuisde Lorenz, Ladalco, Lagos en Largo (bij het KWPN omgedoopt tot Heidelberg). Heidelberg wordt volgens de hippologen de beste Ladykillerzoon van exterieur genoemd. Lorenz bracht zowel in Holstein als Nederland knappe springpaarden. Ladalco zorgde voor succesvolle rijpaarden en Lagos werd vooral bekend door zijn zoon Lenz.
Heidelberg kwam ter wereld bij de fokker (Khalke) van ook Aldato en Lorenz. Zijn moeder was een klassieke Holsteiner merrie, maar kwam uit stam 429, die bekend stond om zijn edele nafok. De voskleur zorgde er voor dat de Ladykillerzoon uit de eerste jaargang (acht goedgekeurde hengsten) naar Nederland verhuisde.

Landgraf
In de eerste jaargang van acht goedgekeurde hengsten zat ook de in 1966 geboren, toen veulenachtig aandoende, onrijpe Landgraf I. Landgraf (mv. Aldato) gaat in zijn afstamming (zeven generaties) terug op het oude springbloed van Achill (11x), Ethelbert (16x) en Cicero (7x). Landgraf werd in 1972 verkocht naar Wurttemberg, maar in 1974 voor zeer veel geld teruggekocht om de Holsteinse fokkerij van prestatiepaarden te kunnen verzekeren.
Op de DLG-show 1972 speelde zich een rel af rondom Landgraf I. Holstein had hem afgevaardigd en wist dat hij het zwaar zou krijgen, omdat er in de naastgelegen fokgebieden een algemene aversie tegen halfbloeden heerste. Hij kreeg in eerste instantie een tweede premie, die na een nacht discussiëren (over het achterbeen) werd omgezet in een 1e-premie. Ondanks een bepaald niet onberispelijk gebouwd achterbeen bleek de hengst in staat te zijn alle hindernissen te overwinnen en daar ging het toch om.
Revanche op het keuringsgebeuren in 1972 werd genomen in de springring op de Equitana in 1975. Niet de schoonheid en correctheid, maar de verrichting daar ging het om. De hengst sprong onder Herbert Blocker tijdens een show dagelijks twee meter of het niets was. Zijn vermogen leek onbegrensd en dat gaf hij ook door. Landgraf toonde een goede techniek, voorzichtigheid, bascule en vermogen. Landgraf strooit in zijn nafok qua maat. Zijn produkten zijn vaak laat rijp en vallen in de jeugd bepaald niet op. Het springen komt ook vaak later tot uitdrukking. Dat Landgraf geen toevalsprodukt was, werd bevestigd door het springvermogen van zijn volle broer Landgraf II c.q. Leon en zijn volle zuster Landgrafin die Hugo Simon uitbracht. Van Landgraf kwamen naar Nederland Burggraaf, Landon, Larno, Larome en Libero H.

Kritische vaklui
Een jaar na Landgraf I werd de drievierde volbloed Lord geboren, die het in 1969 tot keuringskampioen bracht. De laatrijpe Lord was toen nog hoogbenig en smal. Uitstraling, een goede schouder- en rugpartij en goede bewegingen zorgden ervoor dat hij kampioen werd. De vaklui langs de zijlijn hadden echter veel kritiek op de voorstand en de bouw van het achterbeen. In het eerste jaar dekte de kampioenshengst slechts 13 merries. Uit die eerste paringen werd echter wel Livius van Peter Luther geboren.
Lord is via zijn grootmoeder Ricarda 20x ingeteeld op Ethelbert, 12x op Cicero en 9x op Achill. Echter via overgrootmoeder (v. Fassbinder) zit er volgens de kenners een zwakke schakel in de pedigree, namelijk een inteelt op Amurath, die volgens de kenners meer negatiefs dan goeds heeft gebracht in schouderpartij, beweging en vechtlust.
Lord (mv Cottage Son xx) kwam uit in de samengestelde sport. Zijn vererving geeft een onduidelijk beeld: grote paarden met grote hoofden en kleine chique merries met edele hoofden. In het fundament schortte er nogal eens was. Alle kinderen beschikken over een enorm springvermogen. De beste veulens kwamen uit edeler merries. Door de nafok van Lord en Landgraf vertakte de Ladykiller xx-lijn sterk en heeft de lijn zijn bestaansrecht verzekerd.

Cor de la Bryere
Gefascineerd door het optreden van de winnaar van het Olympisch Goud in Tokio 1964, Lutteur B (Furioso xx) onder Pierre Jongqueres d’Oriola, trok de Franse fokkerij de nodige aandacht. In Holstein had men vermogen en afdruk, maar miste men nog bascule, manieren, rittigkeit en een soepele galoppade. Dat lieten juist de Furioso xx-nakomelingen op dat moment zien. Door de grote volbloedinvloed in Holstein verloor men aan voorbeentechniek.
Alwin Schockemohle bracht de Holsteinse heren op weg naar Frankrijk. Hij had Urioso (Furioso xx) gehuurd en was bereid deze hengst door te verhuren aan het Holsteinse Verband. Het Verband bekeek de hengst in 1971 in Frankrijk. Urioso kon niet imponeren, maar men huurde toch de hengst. Echter in de loopstallen werd men getroffen door de grote ogen van een bruine, waarvan men niet wist wie of wat het was. De deur moest nogmaals opengemaakt worden om deze achteraf driejarige bruine hengst te monsteren. Hij werd meteen gedoopt als Cor de La Bryere en zou later liefkozend Corde, genoemd worden. Via zijn vader Rantzau xx, zit in zijn pedigree ook het bloed van Dark Ronald, dat al bekend was in Holstein. Men ging er vanuit de hengst aansluiting zou kunnen vinnen bij het Cottage Son en Ladykiller bloed. Drie weken later werd de hengst voor 20.000 DM aangekocht!
‘De Fransman in Holstein’ leverde veel kritiek op . Hij maakte zich echter dubbel en dwars waar tijdens de verrichtingstest. Uit zijn eerste jaargang werden vier zonen gekeurd, maar van grote betekenis was zijn tweede jaargang 1975 met Calypso I (mv. Heisssporn), van wie de moeder een volle zuster was van de moeder van het internationale dressuurpaard Granat. Er zouden nog vier volle broers van hem de goedkeuring krijgen, waarvan Calypso II, eerst in de springsport uitkwam.

Onvruchtbaar
Tot de prominentste zonen van Corde behoort zonder meer Caletto I (m. Deka-Consul x Matador), geboren 1975. Baron Clemens von Nagel huurde de hengst vier maanden voor de keuring en stelde hem op Gestut Vornholz in Westfalen ter dekking. De voorlaatste merrie die de hengst in 1980 zou dekken maakte een einde aan zijn loopbaan als dekhengst. Een klap voor het geslachtsorgaan maakte de hengst onvruchtbaar, waarna Michael Ruping hem zeer succesvol in de internationale springsport uitbracht. Het Holsteiner Verband verzocht Ruping het sperma van Caletto I, komende uit stam 730B, nogmaals te laten controleren. Het resultaat was verbluffend. Zijn zaadballen bleken weer te functioneren en sperma van een goede kwaliteit te leveren. Sinds 1986 staat hij weer ter dekking. Van Caletto I loopt de bloedlijn verder naar zijn grote schimmelzoon Cantus. Caletto’s volle broer, keurings- en verrichtingskampioen Caletto II, verongelukte op een show na vier dekseizoenen. Zijn lijn loopt verder dankzij Corleone en Carentino.
Hun grootvader Cor de la Bryere bleek in staat te zijn om naast spring- en militarypaarden, dressuurpaarden (zoals Corlandus) voort te brengen. Corde heeft zich bewezen en het verankerde springvermogen in Holstein verfijnd met bascule, techniek en manieren. Via zijn goedgekeurde zonen en ingeschreven merries heeft Corde, de critici van toen, volledig omgekregen.

Bit nr. 1 en 2 van 1995, geschreven door Ria Hekkert


LuvdaTossa

Berichten: 12894
Geregistreerd: 15-06-03
Woonplaats: Midden vh land

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter: 14-12-03 18:47

Heb je hem zo snel al door gelezen Verward

LuvdaTossa

Berichten: 12894
Geregistreerd: 15-06-03
Woonplaats: Midden vh land

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter: 14-12-03 19:26

Kun jij sneller lezen dan dat ik typen kan! Knipoog

LuvdaTossa

Berichten: 12894
Geregistreerd: 15-06-03
Woonplaats: Midden vh land

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter: 15-12-03 10:53

Als ik zeg graag gedaan, dan lieg ik Schijnheilig

Vond het zelf ook bereinteressant en je leest het nog beter als je het ook nog typt! Dat is het voordeel......!

LuvdaTossa

Berichten: 12894
Geregistreerd: 15-06-03
Woonplaats: Midden vh land

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter: 15-12-03 11:02

Adriana maakte me ff attent of er nog foto's bij stonden. En ja idd er stonden plaatjes bij. Omdat zij ze graag wil hebben zal ik ze ff inscannen. Zijn er nog meer geïnteresseerden en moet ik ze op bokt plaatsen?

LuvdaTossa

Berichten: 12894
Geregistreerd: 15-06-03
Woonplaats: Midden vh land

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter: 15-12-03 19:19

Maarre moet nog even toestemming hebben van Bit. Ik dacht dat het genoeg was met bronvermelding maar helaas. Nu moet ik kijken hoe het even verder moet. De plaatjes zijn er. En via pb te krijgen Knipoog

LuvdaTossa

Berichten: 12894
Geregistreerd: 15-06-03
Woonplaats: Midden vh land

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter: 16-12-03 11:16

Ilindra"]
[quote="LuvdaTossa schreef:
Anblick
Hij vormde vooral een ideale combinatie met Heidelberg-dochters


Leuk stuk, je zult idd wel lamme vingers hebben Knipoog
[/quote]

Tot vandaag.... ik kan nu weer typen. Ga strakjes bezig met een stukje (eeeehhhh stukje...) over Tuigpaarden. Inteelt in de Tuigpaarden. Dus geïnteresseerden moeten maar ff pben!

LuvdaTossa

Berichten: 12894
Geregistreerd: 15-06-03
Woonplaats: Midden vh land

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter: 16-12-03 20:28

Actuele foto van Cor de la Bryère:

Afbeelding


LuvdaTossa

Berichten: 12894
Geregistreerd: 15-06-03
Woonplaats: Midden vh land

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter: 20-12-03 18:21

Nou de andere foto's hadden jullie nog te goed:

De schimmelhengst Ramzes, geboren 1937 Polen (Rittersporn x Shagya x-3 x Bakszysz ox). Voor de doorbraak van Ramzes in Holstein zorgden de drie springpaarden Ramona, Retina en Romanus.

Afbeelding

Farnese, bruin, geboren 1960 Holstein (Fähnrich x Loretto x First), gedekt van 1962 t/m 1968 en 1973 t/m 1982. Het succes van Farnese valt niet alleen terug te voeren op het feit dat hij uitstekend paste bij de halfbloed-merries. Zijn afstamming aan vaderszijde voerde terug op de Achill en aan moederszijde op de Ethelbertlijn.

Afbeelding

Ladykiller xx, bruin, geboren 1961 Engeland (Sailing Light x Loeningdale x Apron). Om goedgekeurd te worden moest zijn GAG meer dan 80 zijn, wilde hij niet richting slager gaan. Zijn GAG bedroeg 80,5. Dat ene pond opende de deur om in Holstein goedgekeurd te kunnen worden.

Afbeelding

Rond Landgraf ontstond op de DLG-show in 1972 een rel. Ondanks een bepaald niet onberispelijk gebouwd achterbeen bleek de hengst in staat om alle hindernissen te overwinnen.

Afbeelding

Cor de la Bryère, donkerbruin, geboren 1968 Frankrijk (Rantzau xx x Lurioso x Landau). Deze ‘Fransman’ in Holstein leverde veel kritiek op. Hij maakte zich echter dubbel en dwars waar tijdens de verrichtingstest.

Afbeelding

en de laatste:

Van Landgraf kwamen naar Nederland Burggraaf, Landon, Larno, Larome en Libero H. Libero H (foto) plaatste als springpaard onder Jos Lansink vele wereldsuccessen op zijn naam.

Afbeelding

Met toestemming van Bit OK dan! is dit overgenomen uit Bit nr. 1 & 2 van 1995.


Antwoord op onderwerpPlaats een reactie

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 111 bezoekers