Ooit als klein pluizenbolletje in huis gekomen. Mijn hondekindje. Tigra werd haar naam. Ze had alles wat een ideaal hondje moest hebben voor mij, niet te groot, blond, lief koppie, enorm lief en leuk speels karakter. En niet te vergeten een hart als goud.
Ik kan me nog herinneren dat ze nog kleiner was dan de colafles waar ze altijd mee speelde of de slob-sok waar ze uitgebreid op lag om de bal erin maar vast te kunnen houden in haar nog te kleine bekje. Hoe hard ze gleed toen we de vloerbedekking hadden vervangen door parket. Hoe gestoord ze spurt-aanvallen kreeg en dan als een gek door de kamer heen racete.
Hoe ik haar altijd natspetterde als ze boven in de badkamer kwam kijken als ze me hoorde, al was het alleen maar om even een kroel te halen. Toch altijd even spetteren, wegrennen en toch weer terugkomen om zo de hele riedel maar te herhalen.
Je in bad doen, altijd weer te vroeg je vacht uitschudden, gevolg: Mayo onder... je lieve trouwe oogjes... je blijdschap als je klaar was met föhnen. Je ontplofte teddyvacht wanneer je je nog eens extra uitschudde...
Rennen in het bos, zo hard als je kon, het kon je niet gek en hard genoeg zijn. Springen tussen de graspollen, het liefst degene die hoger dan jou waren.
Nu ruim een jaar terug, je was een paar maandjes 7. Het bleek, je was ziek. Je zou nooit meer beter worden. Je had nog maar kort te leven. Lymfeklierkanker. Een sprankje hoop van een lang gelukkig leven met jou werd bij me weggehaald. Je kreeg chemo. Je knapte op. Je leefde weer, je straalde weer, je was weer het fanatieke zonnetje in huis. Je had weer zin in het leven.
Eind mei je lymfen waren weer slecht. Half juni, de medicijnen sloegen niet meer aan. Je had nog 10 tot 12 weken te leven. Je kreeg alleen nog Prednisolon.
Je was sterk, bent nog steeds sterk, je bent mijn kleine bikkel. Waarschijnlijk was het onze tijd nog niet uit elkaar te gaan, je leefde door. Je was vrolijk, knuffelde nog erg graag, was steeds in voor een wandeling.
Sinds een paar weken gaat het bergafwaarts met je. Je bent nu een paar maandjes 8. Je hebt veel overgegeven. Diarree. Benauwd. Telkens weer zorgden we ervoor dat je, mijn lieve kleine schat, je beter voelde, Telkens weer kwam je er bovenop. Telkens leefde je weer op.
Vorige week donderdag ben ik met je naar het bos gegaan. Je lievelingsbos. Je piepte wel op de heenweg, maar minder hard dan normaal als je de route herkent. Je was wel flink aan het kwispelen. Uiteindelijk werd je gepiep harder naarmate de parkeerplaats naderde.
We zijn lekker rond gaan wandelen. Ik had m'n rugzak bij me met wat te eten en te drinken voor je en natuurlijk je bal. Je bent er zelfs nog 2x achteraan gerend. Je was een stoere bikkel kleine meid. Je hield het het nog net geen half rondje vol van wat we normaal liepen samen. Ik liet je drinken, wat eten en even uitpuffen. Dankbaar keek je me aan. Ik weet het zeker je lachte. Je sprankelde van genot. We liepen terug, voldaan huppelde je naast me. Wel vermoeid, niet heel fanatiek, maar je bleef goed bij me.
We liepen terug naar de auto. Ik merkte toen pas echt hoe je aftakelde. Het lukte je bijna niet om de auto in te komen. Dit had ik nog nooit zo gezien. Je gleed zo weg met je pootjes. Je had de kracht niet om je op te drukken. Ik tilde je op en legde je op de bank. Je was moe, je ging liggen, je sliep.
De dag erna. Kliniek. Andere medicijnen, kijken of het nog iets zou helpen. Want vorige week was je hele nek tot het spaansbenauwde opgezwollen. Ik had je bijna laten gaan. Maar ik kon het nog niet, sorry... Toen heb je medicijnen gekregen en je knapte op.
De medicijnen die je nu krijgt doen je niet zoveel. Zelfs het traplopen lukt je niet meer. Je gaat achteruit. Je ligt maar. Je kijkt me aan, je vraagt om een knuffel. Je loopt naar je drinkbak. Je drinkt. Je gaat zitten en kijkt naar je bak, dan sta je weer even op, je drinkt weer wat. Je kijkt me aan. Ik zie geen gelukkig meiske.
Je komt naar me toe omdat ik chips in m'n handen heb. Maar je wilt het niet, je vraagt er wel om, maar het is denk ik gewenning dat je dat doet.
Je gaat liggen op het parket. Je hebt wat verhoging, je hebt het warm. Je kijkt me aan, ik zie leegte, verdriet. Gelukkig geen pijn, maar ook geen geluk... Ik voel de vraag naderen van je... vraag het maar kleine meid... als je wil gaan dan mag dat... ik kan het niet... je bent mijn hart kleine meid... ik weet dat 't moet... ik ben al je crematie aan 't regelen... maar de stap... Ik mis de kracht, ik mis jouw kracht... de dag komt dat je me aankijkt en zonder woorden zal je het vragen... Baasje, mag ik gaan? Dan zal ik zeggen dat het mag.... in mijn armen zal je gaan... samen zullen we gedag zeggen... gedag is alleen ben ik bang sneller dan ik aankan...
Tigra, lieve kleine meid, bikkeltje, ik hou van je en ik wil alles voor je doen om je te houden, maar juist daarom weet ik dat ik je binnenkort nu voor echt zal moeten laten gaan... Je laatste adem zal ik voelen, op m'n gezicht, mijn lichaam en in'm'n hart... je krijgt een mooi plekje in het bos, telkens als ik er kom zal ik je vreugdepiepjes horen en aan je denken met een lach... ik wil het niet, ik wil je niet laten gaan, maar samen zeggen we gedag....
Sorry voor het lange verhaal....
Laatst bijgewerkt door Mayo op 29-01-03 22:18, in het totaal 2 keer bewerkt