Karen Armstrong:
Citaat:
Soms werd deze zoektocht geassocieerd met bet heimwee naar bet paradijs. Vrijwel iedere cultuur kent een mythe over een gouden eeuw aan bet begin der tijden, waarin mensen en goden op ongecompliceerde wijze samen leefden en bet goddelijke niet werd ervaren als een verre, explosievekracht maar als een dagelijks levensfeit.
De mensheid beschikte daarin over hogere machten: er was geen dood, geen ziekte, geen onenigheid. De mensen hunkerden ernaar terug te keren naar die oorspronkelijke toestand van gelukzaligheid en harmonie en meenden dat bet leven zo had kunnen zijn, als er geen oerzonde was geweest.
Tegenwoordig geloven wij misschien niet meer in een aards paradijs of een tuin van Eden, maar bet verlangen naar iets dat anders is dan bet onvolmaakte heden, blijft bestaan. Er bestaat een ingeboren overtuiging dat bet leven zo niet bedoeld is: wij verlangen naar wat had kunnen zijn, betreuren de voorbijgaande aard van bet aardse bestaan en voelen ons gekrenkt door de dood. Wij worden geplaagd door bet gevoel dat er volmaaktere relaties mogelijk zijn en stellen ons een wereld voor van harmonie en heelheid, waarin wij ons volkomen 1 kunnen voelen met onze omgeving, in plaats van ertegen te moeten strijden. Dit verlangen naar een ontoegankelijk paradijs dat onherroepelijk verloren blijft, klinkt tegenwoordig door in populaire liederen, in romans en in de utopische fantasieen van filosofen, politici en adverteerders. Psychoanalytici brengen dit verlangen in verband met de scheidingspijn die we hebben ervaren bij de geboorte, toen we met geweld voorgoed uit de buik van ooze moeder werden verstoten. Tegenwoordig trachten veel mensen die paradijselijke harmonie terug te vinden in kunst, drugs of seks...