Ik ga een tripje maken!

Moderators: Mjetterd, Dani, ynskek, Ladybird, xingridx, Polly, Hanmar

Antwoord op onderwerpPlaats een reactie
 
 
Liesje_1
Berichten: 666
Geregistreerd: 18-06-02

Ik ga een tripje maken!

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter: 04-10-02 16:43

Jawel, ik vertrek 19-10-2002 tot 11-11-2002 naar Gambia..
Niet met het vliegtuig maar per auto!

Dit was een verzoekje van mijn schoonmoeder omdat ze een bijrijder zoekt die om de twee uur ook weer twee uur wil rijden een vakantie die zowat geheel voor mij betaald wordt op eten na.
Zoiets kon ik niet afslaan!
Helaas moet ik mijn lieve teddybeer achterlaten en ook mijn horsie..
Maar mijn lieve echtgenoot zal hier goed voor zorgen Lachen

Hier is mijn programma voor de komende dagen!

Vrijdag - dag 1: De auto's vertrekken vanuit verschillende plekken in Nederland. Een auto rijdt via Brussel om de paspoorten te halen bij de Mauritaanse ambassade. Bij het Texaco pompstation, vijf kilometer voorbij Gent aan de E17 (Antwerpen - Kortrijk) treffen we elkaar. Rond zessen passeren we Parijs. We overnachten in een Formule 1-hotel bij Blois.

Zaterdag - dag 2: Vroeg vertrekken, want er staan 1200 kilometer op het programma. Rond een uur of twee passeren we Bordeaux, twee uur later zijn we in Spanje. Via Vitoria en Burgos komen we op zestig kilometer voor Madrid aan bij Hostel El Gancho del Aguilla. De aankomsttijd varieert van 20 tot 23 uur. Factoren die daar van invloed op zijn, zijn het tijdstip van vertrek, files bij Bordeaux of slecht weer in de Pyreneën. Zelfs in het laatste geval krijgen we de waard nog wel zo ver een tortilla te bereiden.

Zondag - dag 3: De derde marathondag op rij. Op de vroege zondagochtend passeren we het dan nog rustige Madrid. bij Granada kunnen we op een terrasje al even het uitzicht op de Sierra Nevada bewonderen. bij Malaga vangen we een eerste glimp op van de Middellandse Zee. De resterende 150 kilometer tot Algeciras volgen we kustlijn, waarbij we door exclusieve jetset-oorden als Marbella en Estepona rijden. Tegen zessen komen we aan in Algeciras, waarvandaan we met een snelle draagvleugelboot naar het Afrikaanse continent varen. De formaliteiten aan de Marokkaanse grens nemen één à twee uur in beslag. Gelukkig krijgen we een uurtje cadeau, omdat Marokko in een andere tijdszone ligt. Tegen tien uur hopen zijn we dan bij hotel Oumaima in de veertig kilometer verderop gelegen stad Tetouan, waar ook nog een restaurant open is voor een voedzame maaltijd.

Maandag - dag 4: Vandaag is de laatste dag dat we op de onze tanden moeten bijten. Zeshonderd kilometer resten nog tot Marrakech. Als we vroeg vertrekken is er wellicht nog tijd om de grote moskee van de vorig jaar overleden koning Hassan II te bekijken aan de Atlantische Oceaan bij Casablanca. Over een drukke tweebaansweg rijden daarna naar Marrakech, waar we tegen zes uur aankomen. We parkeren de auto's in een parkeergarage aan het beroemde Djema el Fna plein. Het sfeervolle hotel in de medina is op ongeveer honderd meter lopen. In de medina van Marrakech heerst een sprookjesachtige oosterse sfeer. Op het plein gonst het van de activiteiten. Acrobaten, slangenbezweerders en verhalenvertellers wedijveren om het hardst om de aandacht van de bezoeker. 's Avonds verschijnen er eetstalletjes en verandert het plein in een grote openbare barbecue, waar voor weinig geld sfeervol en smakelijk gegeten kan worden.

Dinsdag - dag 5: In de ochtenduren kun je nog wat schuifelen door de medina. Misschien in een taxi stappen en je naar de leerlooierijen laten brengen. Om twaalf uur gaan we weer verder. Zodra we buiten de stad zijn zien we in de verte de besneeuwde toppen van het Atlas-gebergte. De weg naar Ouarzazate voert via spectaculaire haarspeldbochten over de bijna 2200 meter hoge Tizi-n-Tchika pas. Goed en wel over de top slaan we linksaf een smal weggetje in naar het dorpje Telouet. Daar bevindt zich het paleis van de voormalige pasja van Marrakech. Deze heulde in de jaren dertig samen met de Fransen. Voor straf mocht hij de jaren na de onafhankelijkheid geen onderhoud plegen aan zijn kasteel. Reden waarom dit immense gebouw in staat van verval is. Waarschijnlijk is het al donker wanneer we Ouarzazate binnenrijden. Aan de oevers van de Draa-rivier ligt ons hotel. In een grote nomadentent wordt het eten geserveerd.

Woensdag - dag 6: De reisleiding is 's ochtends druk met het inslaan van water, brood en andere benodigdheden. We verlaten voor enkele dagen de bewoonde wereld. Bovendien is Ouarzazate de laatste mogelijkheid om de voorraad alcoholhoudende dranken op voorraad te brengen. In deze toeristenstad is een winkel, waar voor vertrouwde prijzen drank aan de westerse toerist verkocht wordt. Even buiten Ouarzazate slaan we af naar Ait Benhaddou, een van de mooiste plekjes van Marokko. Gelegen op de flanken van het Atlasgebergte liggen talloze fraaie kasbah's tegen een heuvel aangeklemd. Verder kan de liefhebber een bezoek brengen aan de Atlas-filmstudios van MGM ,waarberoemde films als: Lawrence of Arabia, Life of Brian Jewel of the Nile, Asterix en Cleopatra en recentelijk Gladiator zijn gefilmd. 's Middags rijden we over een smalle asfaltband door een prachtig landschap naar het garnizoenstadje Foum Zguid bij de Algerijnse grens. de Sahara dient zich nu erg nadrukkelijk aan. We slaan ons kamp op bij het plaatsje Mriminia in een droge rivierbedding in de beschutting van een rotsformatie met aan de overkant een aantal zandduinen.

Donderdag dag 7: De volgende ochtend zal het snel een drukte van belang zijn. Berbernomaden komen langs met kamelen, geiten en ezels. Nieuwsgierige berberinnetjes blijven op hun dagelijkse strooptocht naar hout bij ons hangen tot we vertrekken. De verdere route is echt heel mooi. Bij Agadir Tissinnt kunnen we naar de stroomversnellingen kijken in een rivier die vanaf de Atlas de Sahara instroomt. En dat allemaal terwijl de militairen onze papieren inzien. Ook van een potje voetbal zijn ze niet vies. Toeristisch Nederland tegen militair Marokko eindigde twee jaar geleden onbeslist omdat de bal lek raakte. Hotel La Renaissance in Tata beschikt over een `vergunning' zodat we hier de sensatie van een pilsje (Heineken) op het terras kunnen ondergaan. Via Akka komen we aan in Foum H'ssan. We slaan een kamp op onder de hoge palmbomen in een verlaten tuintje in de oase van het dorp Aguerd. De gloed van een brandende palmboomstam houdt ons 's avonds op temperatuur.

Vrijdag - dag 8: De reisleiding zorgt in de vroege ochtend voor vers (nog warm) brood. Daarna kunnen liefhebbers zich opmaken voor een wandeling naar de rotstekeningen in de nabijheid. Jachttaferelen en abstracte poppetjes. Sommige zijn meer dan tienduizend jaar oud. Het uitzicht vanaf de berg waarop de tekeningen zich bevinden over een nabijgelegen dal is erg fraai.

Aan het begin van de middag maken we aanstalten om verder te reizen. Nog 200 kilometer is het naar de voormalige Spaanse vrijhaven Sidi Ifni. Een wonderlijk stadje met veel art-deco architectuur in pastelkleurige tinten. Restaurant Le Nomad is een absolute aanrader. Met het aan het strand gelegen hotel Bellevue is helemaal niets mis.

Zaterdag - dag 9: Sidi Ifni ligt aan de uitlopers van de uitlopers van de Anti-Atlas. Door een welvend landschap rijden we naar Guelmim. Daarna de 120 kilometer lange, vanwege zandstormen beruchte weg naar Tan Tan. De laatste stad rijden we binnen onder de beroemde poort van de zogenaamde `kissing camels'. Vanaf Tan Tan Plage, 25 kilometer westelijk van Tan Tan rijden we langs de kust. In het mondinggebied van onder anderen de Oued Chibika zijn talrijke watervogels, waaronder flamingos. Diverse duingebieden duiken op. Bij sterke westenwind spat het zeewater van de branding op de voorruiten.

Kort voor Tarfaya, de laatste reguliere Marokkaanse stad bieden de wrakken van drie schepen op korte afstand van elkaar een bizar, surrealistisch schouwspel. Omdat zandduinen hier reiken tot aan het strand zijn het echte schepen van de woestijn dus. Bij helder weer is hier het Canarische eiland Fuertaventura te zien. Honderd kilometer verder bevinden we ons in de omstreden Westelijke Sahara. We overnachten in de hoofdstad La'ayoun. De betonblok Hotel Mekka is weinig sfeervol, maar wel gerieflijk. Het is zaterdagavond en de kans op een feestje is niet gering. Twee jaar geleden hadden we de keuze tussen een traditionele Saharawi-bruiloft en een feestje van leden van de VN-vredesmacht Minurso. We kozen voor het laatste, omdat we vernamen dat Kofi Annan uit eigen zak had meebetaald. Zo vaak drink je niet op kosten van de hoogste VN-baas. Hotel Mekka biedt voor een dag even alle luxe die er in deze omgeving te krijgen is.

Zondag - dag 10: Het zijn nog 550 kilometer naar Dakhla, de plaats waar we ons voorbereiden op de oversteek naar Mauretanie. de enige onderbreking is het vissersplaatsje Boujdour waarvan de lange vuurtoren al vanaf tien kilometer afstand te zien is. Afhankelijk van tijd en weer kunnen we nog wat zwemmen op de strandjes die hier tussen de rotsen verscholen liggen. Het landschap is wisselend. De ene keer vlak met zand, stenen en een enkel polletje; de andere keer slingerend van het ene naar het andere plateau. De blauwe zee is echter een vaste factor aan de rechterkant. Omdat sinds begin februari 2002 het konvooi is afgeschaft waarmee de het restant van de afstand tot de Mauretaanse grens afgelegd moet worden is het het overwegen waard om door te rijden richting de grens. Op 150 kilometer voor de grens bevindt zich bij een sebkha een idyllisch kampeeerplekje.

Mocht het toch al tegen de avond lopen, dan kunnen we overwegende nacht door brengen op camping Moussafir en de volgende dag richting de grens te vertrekken. De camping ligt aan een inham van de baai, met een aardige zandstrand. De eigenaar heeft ambitieuze plannen. Er is een complete boulevard in aanbouw. Begin dit jaar bleek het campingterrein volgebouwd te worden met vakantiehuisjes.

Maandag - dag 11: De gang van zaken aan de grens is veranderd. Geen konvooi dus niet meer eindeloos wachten. Wanneer we zijn doorgereden richting de grens is er een grote kans dat we vanavond Nouadhibou zullen halen. Nadat we de uitreisformaliteiten aan de grens hebben voltooid duiken we het zand in. Een traject van vijf kilometer onverhard, met meestal maar een kort stuk mul zand. Daarna volgen nog vijf kilometer over de oude koloniale weg naar de Westsaharaanse stad La Guerra. (De landtong waarop Nouadhibou ligt is verdeeld in een oostelijk Mauritaans stuk en een westelijk Saharaans stuk waarop La Guerra ligt. Marokko heeft het bestuur daarvan echter overgedragen aan Mauritanië. La Guerra is tot verboden gebied verklaard.) n het zicht van de Mauritaanse grenspost is het verstandig foto- en filmapparatuur niet tevoorschijn te halen. De Mauritaniers loeren er op die in beslag te nemen zodra je ze gebruikt. Wat de procedure nu is weet ik niet helemaal zeker. We passeren drie instanties: gendarme, politie en douane. Ook niet langer in konvooi, maar ieder voor zich. In Nouadhibou dienen we dan de formaliteiten te vervullen. Daarvoor neem ik echter een plaatselijke assistent in de hand. Aangekomen in Nouadhibou kiezen we camping Baie de Levrier in het stadscentrum tot uitvalsbasis. Het Chinees restaurant Sol levert is goed, maar duur. Van de vriendelijke Palestijn een paar deuren verderop mag je niet eerder eten dan dat je zijn (schone) keuken nauwgezet hebt geïnspecteerd. Voor de liefhebbers is er een door Senegalezen gerunde discotheek. Die komt hier echter vrij laat op gang en wordt vrijwel uitsluitend door mannen bezocht.





Liesje_1
Berichten: 666
Geregistreerd: 18-06-02

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter: 04-10-02 16:43

Dinsdag - dag 12: We maken deze dag een pas op de plaats. Assistent Hmeida is een groot deel van de dag met de papieren in de weer, waarbij ik hem regelmatig moet vergezellen. Ook worden er stalen platen gelast onder het carter van de auto's. Een aardige excursie is te maken naar het uiterste zuidpuntje van de landtong, Cap Blanc. Daar leven nog enkele monniksrobben. Een zeehondensoort die vroeger algemeen voorkwam in de Middellandse Zee en Atlantische Oceaan, maar nu zo goed als uitgestorven is. Tot voor enkele jaren telde de kolonie nog enkele honderden exemplaren, maar een zeehondenvirus heeft die aantallen in het voorjaar van 1997 tot hooguit honderd gedecimeerd. In het nabijgelegen dorpje Cansado heeft Lenie 't Hart van het zeehondencentrum in Pieterburen een dependance geïnstalleerd. Ook kun je naar het Centre de Pêche van luchtvaartmaatschappij Air Afrique. Het neusje van de zalm voor sportvissers. Misschien kun je mee een boot op om te vissen op roggen, haaien, barracuda's merlijn en wat dies meer zij. Kost wel een paar centen.

Woensdag tot en met zaterdag - dag 13, 14. 15 en 16:

Deze vier dagen vormen het hoogtepunt van de reis. Een stuk van 550 kilometer woestijn. Soms langs tientallen meter hoge zandduinen, maar ook vaak over een rotsachtige ondergrond. Hele stukken zijn volkomen vlak, waarbij er in alle windrichtingen geen enkel reliëf in het landschap te bekennen is. De voortgang hangt nauw samen met het eventuele inzanden en problemen met het materieel. Het traject wordt meestal in drie dagen afgelegd, maar omdat we twee dagen hebben gewonnen kunnen we er rustig een dag langer over doen. Een wonderlijke onderbreking is de tocht met driehoekige arabische zeilboten naar het vogeleiland Tidra in de Banc d'Arguin, dat zo'n tien kilometer vanaf het vissersdorpje Iouik in de Atlantische Oceaan ligt. Overnachten doen we bij voorkeur in de woestijn, waar we van dor hout een kampvuur maken. De stilte van de woestijnnacht en de magnifieke sterrenhemel zijn onvergetelijke ervaringen.

We vertrekken deze ochtend rond een uur of tien. Nog wat laatste inkopen, waaronder een half schaap om te roosteren op het kampvuur van deze avond. Gids Hadrami of Haçan Ould Sidi begeleidt ons. Na nog wat laatste eenvoudige formaliteiten bij een postje van de gendarme in de oksel van de baai kunnen we op weg naar Nouakchott. De eerste dertig kilometer zijn vrij zwaar. Veel zand en stenen. We rijden eerst nog aan de noordkant van de spoorbaan waarover lange treinen (tot wel twee kilometer lengte) ijzererts vanuit de woestijn naar Nouâdhibou transporteren.

Nadat we de spoorbaan zijn overgestoken komen we in een gebied dat er uitziet zoals veel mensen zich de Sahara voorstellen: een kale vlakte met her en der grote zandduinen. na negentig kilometer dient zich een gebied aan waar velden met zacht zand afgewisseld worden met stenen. Dat is lastig rijden, want om niet in het zand te blijven steken moet veel snelheid gemaakt worden. Maar ook dat is oppassen, want wie met hoge snelheid op de stenen knalt loopt het risico de auto kapot te rijden.

Na een dikke honderd kilometer komen we bij een voor dit gebied onwaarschijnlijk grote boom aan de voet van een hoge zandduin. In een van platgeslagen oliedrums opgetrokken hutje kun je een bakje muntthee halen.

De volgende honderd kilometer zijn tamelijk eenvoudig. Met een gemiddelde snelheid van 40 tot 50 kilometer per uur zijn we een paar uurtjes later bij Cap Tafarit, dat aan het eind van de middag als een zwevende zwarte vlek aan de horizon opdoemt. In werkelijkheid is het een zwartgeblakerde rots aan de Banc d'Arguin. Aan de voet van de rots staan een paar vissershutjes. Het strand leent zich uitstekend voor een frisse duik zo aan het einde van een hete woestijndag. Wanneer we hier aan het einde van de dag arriveren kunnen we overnachten in Moorse nomadententen aan het strand. Wie plotseling een vin boven de golven ziet verschijnen hoeft niet te vrezen. Haaien zijn hier niet; dolfijnen wel. Deze nieuwsgierige zeezoogdieren komen regelmatig een kijkje nemen.

Op weg van Tafarit naar Nouamghar passeren we het landschappelijk fraaiste deel van de route. Kettingen van geelwitte duinen, waar af en toe Moorse nomaden met een karavan kamelen doortrekt. Prentenboekwoestijn dus.

Na 50 kilometer dient zich een behoorlijke hindernis aan: de duinen van Azzefâl. Om meer draagvlakte te krijgen gaat ook het laatste restje lucht uit de banden en stuiven op een halve atmosfeer vol gas in de tweede of derde versnelling de duinen door. Een extra handicap is dat we niet in elkaars spoor mogen rijden. Vanwege het glooiende terrein kun je elkaar dan makkelijk kwijt raken. De Azzefâl duinen zijn twintig kilometer lang, maar om de vier kilometer is er een hard stuk waar we op elkaar wachten. Blijft er een auto steken dan keert de terreinauto terug om assistentie te verlenen.

Na de duinen brengt een snelle piste (een snelheid van 100 kilometer per uur is hier mogelijk) ons weer naar de kust. Het water dat we op een gegeven moment rechts van ons waarnemen is de Baie de Saint-Jaen. Hier zien we talloze reigers, visarenden, flamingo's en pelikanen. Op een gegeven moment verschijnen er kleine struikjes langs het water, de noordelijkste mangroves van Afrika. Aan de overkant zien we de nederzetting Rgueiba. Nederlandse ontwikkelingswerkers helpen hier Imraghen-vissers met het bouwen van boten, waarvan we er ongetwijfeld enkele met hun driehoekige zeilen in de baai zijn varen. Een volk van ongeveer achthonderd zielen dat een belangrijke functie vervult in het beheer van de Banc d' Arguin. Dat is voor Nederland van groot belang, omdat 90 procent van de overwinterende steltlopers van de Waddenzee hier overwintert. Nouâmghar, de hoofdstad van de Banc d'Arguin, dankt zijn bekendheid aan een drietal documentaires, waaronder een van Jacques Cousteau. De vissers van dit dorp worden bij de visvangst geholpen door dolfijnen. Helaas gebeurt dit alleen in de tweede helft van november.

De dagindeling van de laatste dag wordt bepaald door de getijden. De gids is daarvan op de hoogte. Alleen bij eb kunnen de resterende 160 kilometer over de vloedlijn naar Nouâkchott afgelegd worden. Wanner dit aan het eind van de middag is kunnen we overwegen alvast een deel van de route te rijden en dan tegen het vallen van de nacht een kamp opslaan aan het strand. Het rijden over het strand is een sensationele ervaring. De kunst is het terugwijken van de golven te blijven volgen. Belangrijk is om niet vol door het water te rijden. Het zoute water leidt tot storingen in de elektrische componenten zoals de ventilator en dynamo. we hebben ongeveer vier uur de tijd. Een enkele keer zwemmen dolfijnen met ons mee. Mocht de vloed te snel opkomen, dan kunnen we halverwege via een piste naar Nouakchott rijden. Deze piste rijdt echter lastig vanwege de vele dwarse ribbeltjes (`wasbord'). Rijden we het strand helemaal uit dan is de kans groot dat we via de vismarkt, waar het aan het eind van de middag een drukte van belang is, van het strand af moeten. In Nouakchott zoeken we een plekje in Hotel Rose, dat inmiddels verhuisd is naar een nieuwe locatie.

Zondag -dag 17: Nouakchott is niet een stad waar veel te beleven is. Aan het begin van de middag maken we ons op voor het vertrek. We rijden in zuidelijke richting de stad uit. Een weg die vroeger berucht was vanwege de vele controleposten. Ik heb er ooit eens 29 geteld. De laatste keer waren het er `maar' drie. De afstand tot de grensstad Rosso is 210 kilometer. Na honderd kilometer slaan we rechts af een zandpad in. Door een prachtig sahellandschap rijden we verder richting de rivier de Senegal die de grens vormt met het gelijknamige land. Kort voor zonsondergang slaan we een kamp op te midden van dorre struikjes. Aan brandhout geen gebrek. Een kampvuur is hier niet alleen voor de gezelligheid. Er leven in deze omgeving naast jakhalzen en knobbelzwijnen, namelijk ook hyena's en jakhalzen

Maandag - dag 18: Via het luxe jagerskamp Keur Massene komen we aan bij de delta van de Senegal. Talloze zijtakken van deze rivier worden voor irrigatiedoeleinden gebruikt. In de poelen en plassen krioelt het van de meervallen en longvissen waaraan reigers en pelikanen zich te goed doen. Na het Mauritaanse natuurreservaat La Baleine komen we aan bij de stuwdam bij Ndiama. Aan de noordzijde van de rivier mogen de Mauritaanse grensposten, aan de andere kant van de stuwdam bevindt zich de Senegalese post. Dat duurt wat langer omdat de auto's tijdelijk ingevoerd moeten worden, verzekeringen moeten worden afgesloten en paspoorten moeten worden gestempeld. Gelukkig is er een hutje met stoelen en een koelkast. Voorlopig alleen nog gevuld met frisdrank. Via een vijftien kilometer lange wasbordpiste en even zovele kilometers over asfalt komen we dan aan in de Senegalese stad Saint Louis. Ooit hoofdstad van Frans West-Afrika (een gebied dat nu de staten Senegal, Mauritanië en Mali omvat) Op een eilandje in de monding van de rivier ligt het oude stadsdeel. Wij rijden door naar de overkant naar een smalle landtong zoals we eerder in Dakhla en Nouadhibou hebben gezien. We overnachten bij camping/hotel Dior. Een halteplaats van veel overlanders en we zullen dan ook ongetwijfeld veel bekenden hier weer ontmoeten. 's Avonds kun je de stad in voor vertier. Een chique disco, waar we al eens verrassingoptreden van Baaba Maal meemaakten. Vroeger was er nog `Ponty', waar een uit Haarlem afkomstige Tony de scepter zwaaide. Maar deze tent is eind vorig jaar gesloten.

Dinsdag - dag 19 maart tot en met donderdag - dag 21: De ervaring heeft geleerd dat niemand lust heeft om het tropisch paradijsje op de landtong tussen de Senegalrivier en de Atlantische Oceaan te verruilen voor nog weer meer kilometers. Geeft niet, want in en rond Saint Louis is genoegd te doen. Het Djoudj-reservaar op 30 kilometer afstand van de stad is wel een van de interessantste attracties. Ook al weer een world heritage-site. Verder op de landtong ligt het reservaat Langue de Barbarie met vogels schildpadden en andere zeefauna. Op een afstand van 10 kilometer op de weg naar Dakar is het Reserve de Guembeul waar onder meer de zeldzame onyx-antilope een trefzekere bezienswaardigheid is. Maar ook Saint Louis is de moeite waard. De oude stad is een Unesco world hermitagesite. Je kunt natuurlijk ook even helemaal niets willen en de laatste dagen relaxed achter blijven op de camping. Het strand is pal achter de camping en in de strandbar is altijd voldoende aanspraak en volop gekoelde drankjes (ook bier) verkrijgbaar.

Vrijdag dag - 22: Voor de verdere reis charteren we twee Peugeot `sept-place' -taxi's. Die brengen ons in vier uur tijd naar d eindbestemming Dakar. We worden afgezet bij de pont naar het voormalige slaveneiland Goree, genoemd naar de het Nederlandse stadje Goeree (Goederede) op het Zuid-Hollandse eiland Overflakkee Hiervandaan zijn miljoenen slaven naar de nieuwe wereld versleept. Het `maison des esclaves' is een veel gebruikte illustratie in geschiedenisboeken. Overigens, na Ait Benhaddou, Banc d'Arguin, Saint Louis en de Djoudj de vijfde Unesco world heritage site op de route.

En dan is het voorbij. Om een uur of negen moeten we op het vliegveld Leopold Senghor (genoemd naar de in januari 2002 overleden Senegalese oud-president). Zowel Air Afrique als Alitalia vertrekken deze avond. Hoewel moeilijk te zeggen is wanneer precies. Alitalia vertrek in de regel stipt op tijd. Dat is Air Afrique volgens mij nog nooit gelukt. In zes uur tijd vliegen de 7000 moeizaam afgelegde kilometers onder je vandaan.

Zaterdag - dag 23: Terug in Nederland. Sabena-vliegers zijn rond een uur of negen 's ochtend op Schiphol, wie met Air Afrique terug vliegt is het grootste gedeelte van de dag nog wel zoet met de terugreis van vliegveld Charles de Gaulle in Parijs per TGV en andere treinen.


Zo heel veel leesplezier!

Liesje_1
Berichten: 666
Geregistreerd: 18-06-02

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter: 04-10-02 17:11

Ik ga het proberen.. ik ben er zelf niet zo'n held in , maar we gaan het proberen Knipoog

Liesje_1
Berichten: 666
Geregistreerd: 18-06-02

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter: 05-10-02 00:21

we gaan met een Jeep, Nissan Patrol..
Moet ook wel hoor als je in de sahara enigsinds vooruit wil komen Lachen

Nee hoor geen reisleidster, deze info heb ik van de site gepikt... Zelf ben ik niet zo super hoor.

Liesje

Liesje_1
Berichten: 666
Geregistreerd: 18-06-02

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter: 06-10-02 15:58

Nope helaas er is geen plaats meer anders had ik mijn teddybeer meegenomen...

Nee hoor de Nissan jeep is vanons zelf maar mijn schoonzus gaat er blijvend wonen (emigreren dus ) en gaat deze auto daar zelf rijden....
De auto wordt volgeladen met kleren enz.. je mag in het vliegtuig maar max 20 kg meenemen en als je al je kleren meeneemt dan zit je daar over heen dus dan zo maar ..

Ik ben er zoet mee Lachen


Antwoord op onderwerpPlaats een reactie

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Amazonbot, Domi_94, dormy, GrapeshotBot, Lalladidoo, Leo, LiDi, Lucia88, MariskaFally, Marleen_L, Nicky1963, Saartjuh_b, shirleyp, StonedRomy, Tigress, Toffeltje, VuurVleugels, xMayo en 202 bezoekers