Ik heb op school nog regeltjes van 1e, 2e, 3e, 4e nv.
2e nv is bezittelijk dus mijn, jouw.
3e nv is vergelijkbaar met 4e nv maar er zijn bepaalde woorden waarbij je perse 3e nv moet gebruiken en bij andere woorden moet je 4e nv gebruiken.
Maar soms kun je niet zien wanneer je 3e of 4e moet gebruiken, dan moet je kijken naar de beweging. Beweegt het = 3e nv. Maar het is eigenlijk heel lastig want wat is de juiste beweging wat je moet hebben. (verplaatsing dus)
Zwemmen in zwembad = 4e nv
springen in zwembad = 3e nv.
Ik hoop dat ik het goed heb onthouden