Zoon is achter op de wei om de schapen te controleren. In de wei ernaast is zijn vader met de Haflinger voor de koets dressuur aan het trainen.
De zoon stapt over het hek en vraagt: "Hé Pap, breng mij even terug naar stal met de koets".
Vader zegt: "Nee luilak, loop zelf maar terug, ik ben aan het trainen".

De zoon rent achter de koets aan, maar op zijn klompen kan hij de koets niet bijhouden.
Maar wie niet snel is, moet belangrijke vrienden hebben!

Zoon roept hard: "Janouk, HOOOOO". En als je vriend vraagt om te wachten, tsja wat doe je dan als Haflinger. Je stopt vanuit de galop en staat stil.


Zoon rent naar de koets en springt achterop. Geeft het commando: "groom aan boord" en de Haflinger galoppeert weer weg.
Vader baalt. Zoon is erg tevreden over zichzelf. Haflinger doet net of er niets gebeurd is.
En moeder lacht.

