(TIETSE)


Het Friese paard is het enige inlandse raspaard dat Nederland rijk is. Zijn wortels gaan
ver terug in de tijd. Al in de 13e eeuw was de Fries bekend en de Fries anno nu vertoont
nog steeds duidelijke overeenkomsten met zijn verre voorouders.
Het Friese paard werd waarschijnlijk al meer dan 3000 jaar geleden gebruikt. Uit oude
bronnen blijkt dat het paard al gebruikt werd door de Romeinen, die het paard zeer
waardeerden. Ze namen de Fries mee als oorlogspaard, tijdens de veldtocht naar Engeland.
In de Middeleeuwen werd de Fries vooral als krijgspaard gebruikt. Tijdens de Tachtigjarige
Oorlog leverden kruisingen met Spaanse paarden, voornamelijk Andalusiërs in de zeventiende
eeuw een actief en veelzijdig type Fries op.
Fokken
In de negentiende eeuw werd de drafsport populair en fokkers probeerden de al hooggrijpende
draf te verbeteren door te kruisen met dravers. Daardoor werd de Fries nog lichter van bouw
en minder geschikt voor het boerenwerk. In de jaren zestig werd het Friese paard met
uitsterven bedreigd. Slechts 1000 paarden stonden nog ingeschreven in de registers van het
stamboek. Dankzij enkele fokkers die het Friese paard wilden behouden, is er niet gekruisd
met andere paardenrassen en beschikken we nu nog over een Fries paard. In 2003 waren er
zelfs alweer 40.000 Friese paarden.
Tegenwoordig is de Europese Arabo-Friezen Vereniging (EAFV) bezig een klein deel Arabische
volbloed in het Friese paard terug te fokken, om ze meer geschikt te maken voor de sport.
Arabo-Friese paarden worden (nog) niet opgenomen in het Friesch Paarden Stamboek (FPS).
Een Arabo-Fries is dus niet zomaar een Fries die gekruisd is met een Arabier, maar een
uitgebalanceerd fokproduct.
Kenmerken
Het Friese paard is een sierlijk ogend paard met veel behang en een fiere houding.
Het lichaam is compact en sterk.
Haren: De manen zijn lang, vol en golvend, evenals de staart.
Hoofd: De Fries heeft een fijn hoofd met korte, spitse en beweeglijke oren.
Hals: Lang opgericht en gebogen.
Schoft: Zeer laag.
Schouders: De schouders zijn krachtig ontwikkeld.
Benen: Tamelijk kort, maar stevig, lang behaard en met een vetlok.
Kleur: Een Fries is vrijwel altijd zwart zonder aftekeningen. Aftekeningen zijn dan
ook verboden, hoewel een klein kolletje een enkele keer door de vingers wordt gezien.
Een enkele keer komt er een zeer zeldzame bruine variant voor.
Hoogte: Tussen 1,50 m en 1,70 m.
Gebruik
Bekend zijn de Friezen vooral van de shownummerrubrieken, waarin ze voor de Friese Sjees lopen
en gereden worden door boeren en boerinnen in Friese klederdracht. Maar ook onder het zadel
presteert de Fries goed. De Fries heeft duidelijk aanleg voor dressuur en hij wordt ook veel gebruikt
als hogeschoolpaard bijvoorbeeld in het circus.
Peter Spahn (Belgische nationaliteit) rijdt samen met de hengst Adel 357 mee in de internationale
Grand Prix, evenals Goffert en zijn amazone dit in Amerika doen. Een aantal Nederlandse amazones
zijn bijna Grand Prix startgerechtigd met hun Fries.
De Fries is echter niet geschikt voor de springsport. Het paard is namelijk oorspronkelijk gefokt als
werkpaard dat doordeweeks gewoon moest ploegen, en op zondag werd het paard voor de koets
gespannen als de familie naar de kerk ging.
Beweging
De Fries heeft een hoge knieactie in draf, de galop is hoog gesprongen en toont veel spectakel.
De Fries beweegt zich statig en vloeiend
Karakter
De Fries is vriendelijk, levendig maar mak, intelligent, leergierig en trouw. Verder is hij een gewillige
werker. Ook heeft het fries paard een koel hoofd en is daardoor zeer geschikt voor recreatief rijden
en buitenritten.
Tietse en Trea Mulder


Bronvermelding: www.tietse.nl