Het maakt niet uit aan welke kant je de vlechtjes maakt. Begin wel altijd bovenaan. Je kunt onderaan namelijk makkelijk smokkelen. Het is een oud gebruik om een oneven aantal vlechtjes te maken. Maar dat slaat dus eigenlijk nergens op. Het aantal vlechten heeft te maken met de halslengte. Bij 10/12 grote knotten zal de hals korter lijken dan bij 25 knotjes. Een paard met een hele dikke hals ziet er mooier uit als je kleinere vlechtjes maakt op het dikste gedeelte. Bij een dikke hals kunnen de vlechtjes het beste tegen de hals liggen. Bij een dunne hals kunnen de vlechten beter bovenop de hals liggen.
Vroeger werd er heel veel gebruik gemaakt van pektouw. Toen de elastiekjes zijn intrede maakte gebruikte men liever elastiekjes. Het voordeel van pektouw is dat het beter blijft zitten. Nadeel is dat het meer werk is, en bij het uithalen beschadig je vaak het haar. Als een paard schuurt is het moeilijker te herstellen. Vlechten met tape wordt niet veel meer gedaan. Het accentueert namelijk iedere oneffenheid en is een hoop extra werk.
Of je de maantop wilt invlechten ligt ook aan het hoofd van het paard.
Maak op je kammetje(door een elastiekje) een passende breedte. Vuistregel is ongeveer een half kammetje. Bij dunne manen wat breder en bij dikke manen wat smaller.
Tip: Maak een elastiekje vast op het kametje. Zo weet je zeker dat de knotjes even dik zijn.
Vlechten met naald en draad
De vlechten die het meest gebruikt worden zijn de zogeheten roosjes.
We maken dan eerst de manen nat en beginnen met vlechten, bovenaan achter de oren met een bosje haren van ongeveer 5 centimeter dat in 3 gelijke delen wordt verdeeld. Het uiteinde van het vlechtje wordt omgeslagen en vastgezet met een klein elastiekje.



Vervolgens kun je met naald en draad aan de slag gaan. Eerst wordt de naald door het uiteinde van het vlechtje gehaald en dan sla je het vlechtje dubbel naar binnen toe.


Als je dat gedaan hebt kun je het vlechtje van binnen naar buiten vastzetten. Dan steek je de naald door het vlechtje terug naar binnen. Dan weer het vlechtje dubbelvouwen en de naald naar de andere kant steken. Daarna duw je het vlechtje boven de hals op de manier zoals het vlechtje moet komen te zitten en steek je de naald ongeveer 4 keer heen en weer om het roosje vast te zetten. Het kan ook met elastiek worden vastgezet maar dit is minder mooi en minder stevig.



Zorg voor het vlechten dat de manen op goede lengte getrokken zijn. Als je dikke knotten wil maken moeten de manen minstens een handbreedte lang zijn. Tijdens het vlechten kan je de rest van de manen vastzetten met een haarklem, wasknijper of kammetje, zodat het niet in de weg hangt.
*Afbeeldingen niet copyright vrij. Moeten dus nieuwe foto's komen*
Vlechten met elastiek
Maak de manen een beetje vochtig en pak een flinke pluk manen. De breedte heb je al op je kammetje gemerkt. Zet het kammetje op de manenkam en trek een rechte scheiding. De andere manen zet je even vast met de wasknijper.

Nu maak je drie gelijke plukjes en vlecht je zo strak mogelijk. Je mag best een staartje overhouden. De piekjes kun je dubbelvouwen met het elastiekje.

Nu vouw je het vlechtje dubbel en maak je het vast met hetzelfde elastiekje. (je kunt eventueel ook een ander elastiekje pakken) Doe dit zo hoog mogelijk tegen de manenkam aan.

Vouw dit vlechtje nog eens dubbel en zet het zo hoog en zo strak mogelijk vast met een tweede elastiekje op de manenkam.

Zorg dat alle knotjes op dezelfde hoogte tegen de manenkam aanzitten.

Er zijn heel veel verschillende manieren om de vlechtjes op te rollen. En je moet gewoon kijken wat het mooiste is en wat je zelf het prettigste vind om te doen. Het voordeel van twee elastiekjes is dat je eventuele schade aan de vlechtjes vlugger kunt oplossen.
Aan het einde van de hals moet je even kijken wat het beste uitkomt. Een meer? Een minder? Drie dunne vlechtjes?
Knip nooit de losse plukjes af. Dit is niet mooi als je weer uitvlecht. Zorg dat je het plukje altijd naar links maakt. Zo kun je het plukje bij de volgende vlechtje/knotje meenemen.
Tip: Maak de elastiekjes steeds met dezelfde hand vast. Als je steeds van hand wisselt dan zijn de vlechtjes/knotjes nooit helemaal gelijk.
Hengstenvlecht:
Verschil hengstenvlecht en merrievlecht
Een hengstenvlecht ligt op de manenkam, een merrievlecht hangt naast de manenkam.

merrievlecht
De hengstenvlecht

1. Manen niet glad maken met equistar o.i.d
2. Kam de manen naar de tegenovergestelde kant als ze normaal vallen.
3. Begin achter de oren met een drie plukjes en begin te vlechten. De eerste drie slagen zoals een gewone vlecht. Na de drie slagen pak je een plukje manen erbij. Je pakt het plukje manen aan de kant waar de manen vallen. Dus vallen de manen naar rechts, pak je links een plukje.
4. Als je de vlecht onderdoor vlecht dan komt de vlecht mooi op de manenkam te liggen. Tip: Als je een touwtje mee vlecht dan zakt de vlecht niet uit. Je kunt zelfs met drie touwtjes vlechten. Met iedere pluk 1 touwtje.
5. Zorg dat je bij elke slag (van de vlecht) even goed aantrekt. Op deze manier blijft hij lekker strak boven op de hals liggen...
Merrievlecht:
Een merrievlecht is als je hem naast de manenkam hebt hangen.
Ipv steeds 1 pluk van beide kanten te pakken, pak je er maar steeds 1 plukje bij en vlecht je niet van boven af, maar gewoon langs de zijkant...
De merrievlecht hangt dus ook aan de zijkant van de manenkam. Nog steeds zo strak mogelijk uiteraard, maar het is normaal dat deze een beetje meer gaat hangen...

Halve hengstenvlecht

Naar twee kanten

twee hengstenvlechten.
Knotjes bij Lange manen

Verdeel de manen in gelijke plukjes. Dan vlecht je ongeveer 10 cm in een gewone vlecht.

Rol het bovenste gedeelte op en laat de rest los naar beneden hangen.
Vlecht op manenkam

Zorg dat je goed boven je paard/pony staat. Je begint met de manen te splitsen zodat er aan iedere kan evenveel hangt.

Dan begin je bovenaan met 3 plukken. Steeds als je aan de zijkant komt pak je een nieuwe pluk erbij en zo vlecht je door totdat je bij de schoft uitkomt.

Vanaf het punt dat je er geen manen meer bij kunt pakken maak je er een gewone vlecht van.

Vlechtjes
Paarden die lange manen hebben kun je ook heel simpel vlechten. Door allemaal korte vlechten te maken. Bijv tot halverwege. De vlechten moeten wel van gelijke dikte zijn en de elastiekjes moeten op gelijke hoogte hangen.

Het matje
Bij het matje hoef je niet te kunnen vlechten. Je maakt namelijk allemaal kleine staartjes. Je maakt de eerste rij tegen de manenkam. Zorg dat er overal evenveel afstand tussen zit en dat de elastiekjes op gelijke hoogte zitten. Ook moeten de plukjes dezelfde dikte hebben. Als je heel netjes werkt zijn gekleurde elastiekjes erg mooi. Als je nog niet zo goed bent dan kun je beter een kleur elastiekjes gebruiken in de kleur van de manen zodat je foutjes minder opvallen.

Bij de tweede rij pak je het de helft van het eerste plukje en de helft van het tweede plukje. Daar doe je een elastiekje in. Zorg weer dat de dikte van het plukje gelijk blijft en dat de elastiekjes op dezelfde hoogte zitten.


Zo ga je net zolang door totdat de manen 'op' zijn.
Tot halverwege een matje kan ook heel mooi zijn

Natuurlijk zijn hier nog veel meer dingen mee te doen. Je kunt na twee rijen bijvoorbeeld vlechtjes gaan maken


Zorg bij een matje wel dat de elastiekjes allemaal op dezelfde hoogte zitten.