Ik had pas het ook al voor een deel geplaats, maar daar kwam een slotje op omdat ik minder dan 1500 woorden had. Nou hier heb ik wel een deel van 1500 woorden.
Ik ben wel heel erg benieuwd of jullie willen dat ik verder schrijf, of dat jullie het niet zoveel boeit, want dan schrijf ik neit verder voor bokt, maar gewoon voor mezelf omdat ik het leuk vind

Verder is dit voor mij het eerste langere verhaal, dus ik heb er neit veel ervaring mee. Zou fijn zijn als ik goeie opbouwende kritiek kan krijgen. Hier het stuk.
Citaat:Waarom gebeurt het nu allemaal, net allemaal in mijn examenjaar. Waarom nu? Vroeg ik mij af. Waarom nu allemaal, houd de ellende bij mij nooit is op? Waarom wil ik nu nog steeds dood. ‘
Esther? Esther!’ zei Lisanne’ ben je weer in dromenland?’ ‘Oh sorry,’ verontschuldigde ik me. ‘Kom we gaan naar de volgende les, anders komen we daar te laat,’ zei Lisanne. ‘Ja, is goed ik kom,’
‘Waarom, waarom nou. Kunnen die gedachtes nou echt nooit meer ophouden? Moet ik nu al weer hulp hebben? Lisanne snapt me dan niet waarom ik dat doe, dat een trein naar mij toeterde. Maar je snapt iemand niet als die niet de zelfde gedachtes heeft als jou.’
Een terug blik.
‘Esther, weet je het antwoord op de vraag?’ vroeg meneer Bos. ‘Huh? Zei u wat tegen mij?’ Vroeg ik verward. ‘Ja, ik had het tegen jou.’ ‘Waar heeft u het over?’ ‘Het kwadraat van 15.’ ‘Dat is 225.’zei ik geen eens aarzelend.’ ‘De hele les heeft lisanne tegen mij lopen praten maar ik weet het nu al niet meer. Uiteindelijk zegt ze: ‘Kom Esther, de les is alweer afgelopen. Waar zat je nu weer met je gedachtes?’ ‘Helemaal nergens.’ ‘Esther, kom eens even hier,’zei Bos. ‘Sloffend loop ik weer het lokaal in, bang wat hij gaat zeggen. Bang dat ik moet zeggen wat ik echt denk.’ ‘Wat is er met jou aan de hand de laatste tijd Esther? Ik maak me zorgen om je.’ Zei Bos serieus.
Moet ik nu echt alles vertellen, dat ik dood wil, dat ik ruzie heb met mijn moeder. Dat we het financieel slecht hebben. Dat ik me in de steek gelaten voel? Ik weet niet of ik hem wel kan vertrouwen, hij ziet er vertrouwelijk eruit. Maar je weet maar nooit bij leraren.
‘Esther mag ik antwoord?’ ‘Sorry bos, ik was even in gedachten. Er is helemaal niks met me, behalve dat ik laatste tijd ruzie heb met mijn moeder, we het financieel niet goed hebben en dat ik me in de steek gelaten voel.’ ‘Pff dat is heel wat. Sorry, ik weet niet echt wat wat ik moet zeggen.’ Zei bos twijfelend. ‘Is het goed als ik ga, want ik wil liever gewoon naar huis.’ ‘Oke, als er wat is dan weet je het hè.’ Zei hij nog.
Waarom heb ik dit verteld, waarom waarom. Ik begon bijna te huilen op de fiets. Esther hou op, je mag niet huilen. Dat heb je jezelf belooft. Hou je er dan ook aan. Ik haat het, laat me alsjeblieft nu door een vrachtwagen onderrijden gewoon in een keer dood, pats boem! Klaar,
‘Esther we eten om half 6 ben je dan beneden?’ zei mijn moeder. ‘Ja is goed, ben dan beneden.’ Waarom komen nu alweer de tranen. Ik wil gewoon niet huilen, kom op esther je had het jezelf belooft! ‘Esther kom je, we gaan eten. ESTHER!
De volgende dag
‘Ring,Ring de wekker gaat’ wat een poedersuiker wekker ook, moet dat ding nou altijd afgaan als ik net slaap. Ohja ik moet niet vergeten dat aan bos te geven. En nog sorry te zeggen over gister. Was niet al te aardig tegen hem.
‘Hee, sorry nog van gister, was niet al te aardig tegen jou.’ ‘Geef niet, je vond het vast niet makkelijk om te zeggen.’ Zei hij terug. ‘Je moet dit maar even lezen, dat geeft denk ik wel meer beeld van gister.’
Waarom bij elk geluid dat ik hoor,
Waarom bij elk ding dat ik denk,
Waarom denk ik dan telkens aan de trein,
Hoe hij mij zal wegvagen van de wereld,
Waarom elke keer als ik het geluid van de trein hoor,
Waarom? Ik weet zelf dat ik dit niet meer wil,
Maar waarom blijven die gedachtes doorgaan.
‘ Esther!!’ ‘Lisanne!!’ ‘Oeeh, ik heb zo behoefte aan een knuffel liss.’ ‘Waarom heb je knuffel nodig?’ vroeg Lisanne ondertussen toen ze me een knuffel gaf. ‘Oh, voel me gewoon heel erg poedersuiker!’ ‘Wat is er dan?’ vroeg ze.
Als ze zo praat dan weet ik gewoon dat ze wil weten wat er is, Ik weet ook wel dat ik haar kan vertellen wat er is, ze weet ook wel voor een deel wat er is. Maar het is zo moeilijk! Laat ik het maar gewoon vertellen. Ik vertrouw Lisanne wel, maar ik weet het niet. Oeh wat heb ik een behoefte aan een peuk! Jammer dat ik niet mag roken.
‘Je weet toch dat ik gister moest blijven bij bos?’zei ik aarzelend. ‘Ja dat weet ik nog!’ en ze vroeg door. ‘Wat zei hij dan? Was het interessant? Kom op vertel nou, je maakt me nieuwsgierig, heb je straf gehad ofzo.. kom op vertel nou,’ Grinnikt ze. ‘Oké, Oké, ik vertel het al. Maar zo interessant is het niet hoor!’ ‘Vertel nou maar’ en begint nog harder te lachen. ‘Nou zo grappig is het niet,’ zeg ik serieus. ‘Ik heb hem verteld over mijn moeder, en over ons financieel probleem en ik heb net een gedichtje gegeven. Dat hij er iets meer bij in kan denken.’ ‘Oké,’zei ze. ‘Oké ik ga even naar Mendy toe hoor Be Right Back.’ ‘Esther!!,’hoorde ik over het hele schoolplein gillen. Dat zou vast mendy zijn. Gek kind is het ook. ‘Mendy!!,’ Gil ik dan maar terug.’Het maakt jou ook niks uit als iedereen om kijkt hè? ‘ zeg ik lachend.
Wat ben ik blij dat ik weer even lol kan maken, ben benieuwd trouwens of bos er nog wat van gaat zeggen. Ene kant hoop ik het wel, maar andere kant ook totaal niet! Stel je voor dat ik zomenteen hulp moet hebben. Dat ik met iemand moet praten. Ik weet niet of ik dat trek hoor. En ja hoor daar ga ik met mijn gedachte.
‘Esther?’ Vroeg mendy. ‘Ja, wat is er?’Vroeg ik maar terug. ‘Ga je zo mee naar de Plus, even wat lekkers halen en chillen?’ ‘Ja, is goed, gaan we er mooi lol van maken!’
De bel ging! ‘Lisanne!’ ‘Esther!’ ‘Ja hoor we roepen elkaar weer,’ lachte ik. ‘Kom we gaan naar les’ zei Lisanne.’Ik zit nu toch niet bij jou? Ik heb nu wiskunde.’ ‘Toen kreeg ik een brok in mn keel, wat zou bos wel niet zeggen. ‘Ja dat is waar, ik heb nu natuurkunde.’ ‘Oke dan zie ik je zo, wacht je in de aula?’ vroeg ik. ‘Tuurlijk doen we toch altijd?’zei ze spontaan. ‘Dat is waar.’
Pff wat ben ik in de war, ga dingen vragen die ik normaal ook altijd gewoon doe. Dus dan hoef ik het helemaal niet te vragen. Ben wel benieuwd hoor wat Bos er over zegt. Stel je voor dat hij me een aansteller noemt. En dat hij me niet gelooft. En en.. meer wou ik niet denken. Dus ik begon maar te tekenen. Mn gedachtes raasde als gekken in mijn hoofd. Waarom was ik nu niet dood, alsjeblieft laat me dood gaan, en zo ging het maar door. ‘Esther,’zegt bos. ‘Jaa,’ zei ik dan maar terug. ‘Blijf je even naar de les na, want je hebt helemaal niks gedaan, daar wil ik het wel even overhebben hoor!’vertelde hij door. ‘Is goed,’ zei ik. En begon vrolijk te praten met desiree, herman en Wendy. ‘Laat ik dan maar één som maken hé?’ lach ik. ‘Tja wel slim Esther,’ lacht Wendy. ‘Ag, ik heb er geen zin in,’ praat ik maar door. Om geen som te hoeven te maken. ‘We hebben toch nog maar tien minuten.’zegt Desiree. ‘Nou ik vind dat we de laatste tien minuten wel lol mogen maken.’zegt Herman. ‘Ik heb toch al wat gemaakt.’ ‘Ja en ik moet toch al bij Bos komen, dus mij kan het ook niet veel meer schelen.’
Ik weet wel dat het daarvoor niet is, maar dat hoeven hun niet te weten. En ja hoor daar gaan mijn gedachte weer, houden ze nou nooit is op?
‘Succes hé Esther, hopen dat je niet te veel straf krijgt!’zegt Wendy aan het eind van de les. ‘Of een te lange preek,’ vult Desiree Wendy aan. ‘Ga nou maar, ik overleef het heus wel!’ ‘Nou maar toch succes,’ zegt Herman en ze liepen weg. ‘Doei roep ik nog achter hun aan. Bos deed de deur dicht.
Oh nu gaat het komen, wat zou hij er van denken, zou hij het geloven? Ik weet echt niet hoe ik moet reageren, er komt al weer een traan. Verdomme Esther je had jezelf belooft niet meer te huilen.
Bos begint uiteindelijk te praten na een tijdje stil te zijn. ‘Sorry ik weet niet echt waar ik moet beginnen.’ Zegt hij uiteindelijk dan maar. ‘Ik ben wel geschrokken heel eerlijk gezegd, had dit echt niet verwacht.’ Ik onderbrak hem met: ‘Ik kan er ook niks aan doen.’ Heel zacht zei ik dat. ‘Dat weet ik, maar je moet er wat aan gaan doen,’ en hij praat verder. ‘Ik heb het tegen Meneer Bruinink en Mevrouw Postma gezegd, gister toen ik het had gelezen.’ ‘Wat!?’ viel ik uit, ‘Ik dacht dat ik u kon vertrouwen.’ Zei ik er zachtjes achter aan. ‘Waarom?’ ‘Nou, ik zou het proberen zo goed mogelijk uitteleggen. Toen ik hier op school kwam, hebben ze me gevraagd, als een leerling naar jou komt met een probleem, en als dat ernstig is. Bijv: Waar ze dood aan kunnen gaan! Dan moet je het vertellen aan ons. Want dan kunnen wij die leerling helpen.’ ‘Oke,’ ik probeerde het te snappen. ‘Ohja, meneer bruinink wou graag nog met je praten.’
Liefs B_rOwny