Hoi allemaal,
Ik ben sinds kort bezig met een verhaal. Ik denk niet dat het heel lang gaat worden, maar ik ga zo lang mogelijk proberen. Ik wilde wel eens weten wat jullie van het verhaal tot nu toe vinden. Er komen later natuurlijk nog update's, zodra ik verder geschreven heb!
Caprilli, onze pony
1. Lieke
Lieke liep door de stallen. Het was al donker, maar dat was niet erg. Donker of licht, ze kon de weg wel vinden. En ze moest hier weg. Nu. Samen met Caprilli.
Het was al twee dagen geleden dat ze het te horen had gekregen; Caprilli was kreupel, ernstig, en er kon niks aan gedaan worden. Behalve een behandeling van 6 maanden. Dat vond de manege te lang. Dus zou Caprilli ingeslapen worden. Op 7 september. Het was 6 september.
Caprilli was Lieke’s lievelingspony. Al 8 jaar. Lieke reed al op hem sinds haar 6e. Nu was ze 14, maar gelukkig niet te groot. Caprilli was een haflinger, die konden volwassenen dragen. Lieke had vanaf het begin een klik gehad met Caprilli. Ze durfde alleen op hem, voor de andere paarden was ze bang. Die waren zo druk. Caprilli ook, maar niet bij Lieke. Gelukkig niet.
Lieke wilde eerst niet op paardrijden. Ze was bang voor paarden. Maar dit was haar aangeraden door de artsen. Lieke was autistisch, paardentherapie zou goed voor haar zijn. Toen ze voor het eerst op de manege was, was ze bang geweest. Nu nog steeds, alleen voor Caprilli niet.
En nu werd Caprilli verkocht. Het mocht gewoon niet! Na alles wat ze hadden meegemaakt! 5 jaar vol avonturen! Haar ouders hadden het met de manege over gehad. Lieke kon niet tegen grote veranderingen. Of er niet toch een mogelijkheid was. Maar Caprilli was verkocht, ze maakten geen uitzondering. Zelfs voor haar niet. Lieke zou er wel aan wennen.
Caprilli stond te slapen. Lieke pakte het halster, en deed het aan. Caprilli schrok wakker, en duwde zijn neus tegen haar aan. Ze klikte het touw aan het hatser en deed de stal open. Het moest nu gebeuren. Caprilli liep braaf mee.
Zacht liep ze met Caprilli door de stallen. Hij liep braaf mee. Ze was blij dat er weinig verkeer buiten was, Caprilli was bang voor verkeer. Ze stak de straat over, en liep verder en verder. Uiteindelijk kwam ze bij het bos aan. Daar stond een schuur. Al lang verlaten, komt niemand meer. Daar ging Caprilli wonen.
Lieke had tegen haar ouders gezegd dat ze vaker wilde gaan paardrijden. Zodat ze Caprilli misschien wel vergat. Maar ze ging helemaal niet meer rijden, ze stopte ermee. Met het geld dat ze kreeg voor de lessen zou ze Caprilli betalen. Dat kon makkelijk.
Eindelijk kwam ze bij de schuur aan. Het is 4 uur, om 6 uur zou het eerste verkeer komen. Ze zette Caprilli erin, en gaf hem een kus. Daarna deed ze de deur zorgvuldig dicht. Ze had een hangslot gekocht, wat ze op de deur deed. Ze zei nog één keer doei, en toen rende ze weg.
Toen ze thuiskwam was het half 5. Haar ouders sliepen nog. Zacht deed ze de deur open, ging naar boven en klom in bed. Ze kon uitslapen, het was weekend. Om 10 uur stond ze op, en ging ontbijten. Om 3 uur zou ze paardrijles hebben, dus ze kon nog niet naar Caprilli. Daarom zei ze tegen haar ouders dat ze naar de winkel ging. Leuke paardenspulletjes kopen. In werkelijkheid ging ze biks kopen. Voor Caprilli.
Om 2 uur was ze bij Caprilli. Ze gaf hem een handje biks, en zette hem buiten. Er was een klein weitje, daar mocht Caprilli 1 uurtje per dag in. Lieke heeft stro laten komen, dat legde ze in de stal. Dan heeft Caprilli een schoon bed. Toen ze klaar was ging ze weer naar Caprilli, en nam hem mee. Ze zette hem langs het hek en klom op zijn rug. Door hun band luisterde hij perfect, en kon Lieke zonder zadel en met alleen een halster en touw rijden.
Na een rit van een half uur zette ze Caprilli in de stal. Daar gaf ze hem biks en poetste ze hem. Ondertussen was het bijna 5 uur. Ze moest naar huis.
Lieke was thuis. Later dan normaal. Haar moeder vroeg waar ze bleef. Ze zei dat het gezellig was. Daar was niks van gelogen. Het was echt gezellig. Maar dan op haar manier. Zonder woorden.
2. Lisa
Lisa liep over straat. Dikke tranen liepen over haar wangen. Het was al laat. Maar dat kon haar niks schelen. Blaze was dood. Dood. Voor altijd weg. Waarom nou net Blaze? Waarom nou net vandaag? Op haar verjaardag. Nog een traan liep over haar wang. Waarom waarom waarom? Ze hield van Blaze. Met meer dan ze ooit van iemand had gehouden. Waarom moest nou net Lara op hem rijden?
Het was vandaag gebeurd. Lara had stiekem op Blaze gereden. Op Blaze, HAAR pony. Lara kon niet goed rijden, maar ze vond van wel. Lisa had indertijd een verzorgster gezocht, maar uiteindelijk niemand gevonden. Lara had ook proef gereden. Ze was niet goed genoeg, maar ze vond van wel. Daarom had ze vandaag stiekem op Blaze gereden. Gesprongen. Het was misgegaan. Ze had te hard gereden, waardoor Blaze struikelde. Hij had een mep gehad, had toch nog gesprongen. In paniek. Door de mep. Hij sprong over een boomstam, kwam niet goed uit, en was verkeerd gevallen. Hij brak zijn been.
De dierenarts was gekomen, maar die kon niks doen. Het was of pijn lijden voor Blaze en er na een jaar heel misschien weer bovenop komen, of hem gelijk uit zijn lijden verlossen. Het was egoïstisch geweest om hem te laten lijden. Het was te erg, te uitzichtloos. Hij was ingeslapen. Alleen door die asociale Lara.
‘Had dit kunnen worden voorkomen?’ had ze zich afgevraagd. Telkens weer. Keer op keer, elke minuut wel een keer. En steeds dezelfde conclusie; nee. Nee nee nee. Zij had het niet kunnen voorkomen. Niet niet niet. Het laatste wat ze voor Blaze had kunnen doen was dit. Hem naar de eeuwige weides laten gaan.
Lisa liep maar door. Heel lang. Ze wist niet waar ze heen ging. Niet naar huis. Haar ouders, althans pleegouders, zouden er niks van begrijpen. ‘Het is maar een paard’ zouden ze zeggen. Ze snapten het niet. Blaze was meer dan een paard voor haar. Veel veel veel meer. Zoveel meer. Zo zo zoveel meer. Blaze gaf haar Lisa nooit had gehad; liefde, vriendschap en begrip. Nu was er niemand meer die naar haar luisterde als ze verdrietig was, en haar trooste. Niemand die vrolijk was als zij vrolijk was, niemand die boos was als zij vrolijk was. Haar enige maatje was weg. Voor altijd.
En nu was ze in het bos. Ze keek rond. Waar was ze eigenlijk?Ze kende dit deel helemaal niet! Toen hoorde ze iets. Ze kon het niet helemaal thuisbrengen, maar het leek op… Ja! Daar was het weer! Het was een paard. Het was de hinnik van Blaze! Nee… Dat kon niet. Ze was erbij toen Blaze ingeslapen werd. Ze zag de laatste zucht van hem. Het was niet Blaze. Dat verbeelde ze zich. En toch liep ze richting het geluid.
Het hinniken klonk naast haar. Lisa stond naast een schuur. Daar binnen was een paard. Ze liep rond de schuur. Waarom stond hier een paard? Daar zag ze een deur. Er zat een hangslot op. Wat was hier aan de hand?! Lisa voelde in haar zak. Ja, daar was een ijzerdraadje. Ze stak het in het slot, en morrelde. Toen hoorde ze een klik. Het slot was open! Ze haalde het van de deur af en liep naar binnen. Toen haar ogen gewend waren aan het donker, zag ze een lichtknop. Wat ze toen zag, had ze nooit gedacht.
‘Blaze’ was het eerste wat er in haar opkwam. Maar dat kon niet! Toen ze wat beter keek, zag ze dat het Blaze niet was. Blaze was donkerder. Blaze was… anders. Maar net als bij Blaze hield ze meteen van deze pony. Waarom wist ze niet, maar ze wist zeker dat ze van hem hield. Voor eeuwig. Ze zou voor hem zorgen.
Terwijl ze de pony knuffelde, dacht ze aan de eigenaar van de pony. Wat voor iemand zou het zijn? De pony werd goed verzorgd, dat zag je wel. Het was een mooi stevige pony. Lekker dik, maar niet té. Er werd dus voor gezorgd. Tja, wat wilde je ook, met zo’n pony?
Lieke ging in het stro liggen. Ze zou hier wonen. Ze moest alleen oppassen voor de eigenaar. Die zou dit niet leuk vinden. Hopelijk kwam die niet te vroeg. Terwijl ze nadacht, voelde ze de slaap als een deken over zich heen komen. Ze viel in slaap, en sliep gelijk heel diep.
3. Lieke
Lieke liep de schuur binnen. Het was zondag, ze had gezegd tegen haar moeder dat ze op de manege zou gaan helpen. Normaal zou ze dat doen, maar nu niet. Ze ging naar Caprilli.
Eenmaal daar schrok ze. Het hangslot was eraf! Ze rukte de deur open en deed het licht aan. Gelukkig, daar was Caprilli. Maar wat was dat? Er lag iets in het stro. Een meisje! Wie was dat?
Het meisje werd wakker. Lieke bekeek haar goed. Ze zag er niet gevaarlijk uit, eerder angstig. Ze begon te ratelen. Lieke kon er niks van verstaan, zo snel ging het. Ze stelde het meisje gerust, zei dat er niks aan de hand was. Daarna vroeg ze of het meisje het opnieuw kon vertellen, maar dan rustig. Dat deed ze.
Voor de mods: 1551 woorden
Wat vinden jullie ervan?
Laatst bijgewerkt door EvelijnS op 04-11-13 12:27, in het totaal 1 keer bewerkt
Reden: Titel op verzoek aangepast.