Alle tips zijn welkom! Spelfouten heb ik nog nagelopen, maar er zullen er ongetwijfeld nog meer in zitten. Ik heb altijd al ruzie gehad met nederlandse spellingsregels zoals -d's en -t's en 'als ik' of 'dan wij'. Dus als iemand dat voor eens en altijd aan mij uit kan leggen graag!

Nou genoeg verteld, hopelijk veel leesplezier!
Citaat:Hoofdstuk 1
‘Trrrrrrrrrrrrrrrrr’ geïrriteerd sla ik met mijn hand de wekker uit. De eerste dag school waar ik helemaal geen zin in heb. Al mijn hele leven volg ik het meest voor de hand liggende pad; peuterschool, basisschool, middelbare school en nu heb ik door aandringen van mijn vader gekozen voor een Rechten studie. Niet dat daar mijn passie ligt, maar volgens mijn vader is dat niet belangrijk. ‘Het gaat erom dat je geld verdient’ hoor ik hem in mijn hoofd zeggen.
Vermoeid stap ik uit bed om me klaar te maken voor school. Eerst maar een lekkere warme douche om wakker te worden. Ondertussen komt Guanita, onze huishoudster, mijn kamer in om kleren voor mij klaar te leggen. ‘Wat zal het vandaag worden Sue? Je moet er natuurlijk wel goed uitzien op je eerste dag school.’ zegt ze met een zorgzame en moederlijke toon. ‘Nou ik kijk er ook zo onwijs naar uit’ antwoord ik sarcastisch terug. Ik heb een goede band met Guanita. Zij voelt altijd aan in welke stemming ik ben, ze is net als een moeder voor me. Althans, dat denk ik. Op mijn achtste is mijn moeder overleden, een vrachtwagenchauffeur lette niet goed op. Sindsdien is Guanita er om voor mij te zorgen wanneer mijn vader weg is van huis. Dit is vaker wel dan niet, hij is de ergste workaholic die er bestaat. Als ze daar een nummering van één tot vijf hadden dan was hij een level 6. Dit is hij pas geworden sinds mijn moeder er niet meer is, het lijkt wel alsof hij mij er de schuld van geeft. Wanneer ik klaar ben met douchen liggen mijn kleren al klaar. Wat zou ik toch zonder haar moeten? Guanita heeft mijn gebleekte spijkerbroek gepakt, een simpel witte tanktop en een geruit rood met zwart hesje met korte mouwen. Ze weet de dag altijd net iets minder vervelend te maken, ze raapt elke dag weer het perfecte outfit bij elkaar. En dan durven sommige mensen te zeggen dat oudere mensen geen modegevoel hebben!
‘Sue, je eten is klaar!’ roept Guanita vanuit de keuken. ‘Ik kom eraan, nog even mijn spullen pakken’ snel pak ik mijn boekentas en gooi alles wat ik nodig heb er in. Met een loodzware tas vol boeken strompel ik de trap af. Bah, hier zouden ze toch echt iets anders voor moeten verzinnen. Geen boeken meer, maar alles via de laptop. ‘Hopelijk word je hier wat vrolijker van’ zegt Guanita terwijl ze me een bord met verrukkelijke flensjes geeft. Na nog geen tien minuten zit ik helemaal vol en drink ik nog een glas jus d’orange op. Ik ben nooit echt iemand geweest die diëten volgt en op de calorieën let. Gelukkig heb ik het ook nog nooit nodig gehad, schijnbaar heb ik dat van mijn moeder geërfd. Ik heb een foto van haar en mijn vader waar ze allebei in een korte broek staan, zij een tanktop aan en mijn vader een overhemd die los hangt. Mijn moeder is daar heel slank, dit was vijf jaar voor het ongeluk.
In de gang kijk ik nog even in de spiegel en slaak een diepe zucht. Ik oefen even of mijn lachspieren het nog doen en trek de deur achter me dicht. De school is niet ver van huis, het is twintig minuten fietsen en met de bus tien minuten. Vandaag kies ik voor de fiets, het is heerlijk weer buiten. De zon is erg warm en er staat geen zuchtje wind. Dit beloofd een warme dag te worden, niet zo fijn om door te brengen in een klaslokaal. Mijn humeur gaat er niet door op vooruit. Ik doe de oortjes van mijn mp-3 speler in en zet de muziek aan. Ik fiets op het tempo van de oude zomerhit ‘the ketchup song’ naar school. Bij een drukke kruising stond ik te wachten tot het stoplicht groen werd. Vroeger zong ik altijd dat liedje ‘stoplicht, stoplicht spring op groen…’ nu had ik daar geen geduld meer voor. Ik drukte nog 2 keer op het knopje, alsof het stoplicht dan ineens mee zal werken. Nu ik er bij nadacht is dat maar een rare tik. Eindelijk werd het groen en ik zet af met mijn fiets. Net op het moment dat ik op mijn zadel zit komt er een auto van links door rood scheuren. Ik maak een scherpe bocht naar rechts terwijl ik mijn remmen in druk. De auto mist me op een haartje na, en jawel, ik lig languit op de grond. Door de klap is mijn tas van mijn bagagedrager gevallen en aan één kant kapot geschuurd. De stof is nog net niet helemaal los dus mijn boeken zitten er nog in. ‘Fijn, net wat ik nodig had’ mompel ik in mezelf. De auto is gewoon doorgereden en heeft niet eens afgeremd. Een automobilist die achter mij stond is geschrokken uitgestapt en rent op me af. ‘Heb je jezelf geen pijn gedaan?’ vraagt de man geschrokken. ‘Nee ik denk het niet’ zeg ik nog half beduusd. De man helpt mij overeind naar de stoep. Ik veeg mijn broek schoon en ik ontdek gelijk de twee gaten op hoogte van mijn knieën. Op beide knieën zit een flinke schaafwond en ik probeer de stof los te krijgen van de wond, wat nogal pijnlijk is. Ondertussen heeft de man zijn auto aan de kant gezet en komt met een verbanddoos naar me toe gelopen. ‘Je hebt daar een flinke smak gemaakt door die wegpiraat’ zegt hij boos. ‘die is echt helemaal gestoord, die bestuurder mag blij zijn dat er geen politie in de buurt is’. Ondertussen doet hij jodium op de wond en ik bijt om mijn lip tegen die prikkende pijn. Nadat ik op iedere knie een flinke pleister heb gedaan bedank ik de man vriendelijk. ‘Weet je zeker dat je naar school kunt fietsen?’ vraagt hij bezorgd. ‘Ja geen probleem, dat moet wel lukken’ en ik zwaai de man gedag na eerst goed gekeken te hebben. Je weet maar nooit hoeveel wegpiraten er op één dag rijden.
Eenmaal op school aangekomen hoor ik de bel al rinkelen. ‘Oh fijn eerste schooldag al te laat, daar gaat je goede reputatie Sue’ mopper ik op mezelf. Ik probeer altijd zo min mogelijk op te vallen op school, als ze eenmaal weten wie ik ben – of eerder wat ik heb – kom ik nooit meer van al die aandacht af. Ik gooi mijn fiets in het fietsenrek en vergeet mijn fietssleutel eruit te halen. Met een rood hoofd van het fietsen ren ik naar mijn klaslokaal. Ik gooi de deur zonder te kloppen open en sta in een volle klas waar iedereen me verbaasd aanstaart. ‘Jij bent zeker Sue?’ vraagt de leraar verbijsterd. ‘Ik ben meneer Lanter en ik hou ervan wanneer studenten op tijd komen’ zegt hij met een strenge uitdrukking op zijn gezicht. Oh jee, een leraar die van orde houdt. ‘Ja meneer, het spijt me… ik had last van een wegpiraat’ zeg ik schuldig. ‘Dit word een moeilijke om te overtreffen, dit is de beste smoes die ik ooit heb gehoord!’ en hij begint te lachen. ‘Ik wil u niet teleurstellen, maar helaas is het geen smoes. Kijk maar’ en ik laat mijn kapotte tas zien en mijn gehavende knieën. ‘Oh... hij was wel goed geweest’ zegt hij beteuterd, waarna hij weer in lachen uitbarst. Gelukkig waren mijn vermoedens niet juist en blijkt hij helemaal niet zo streng te zijn. ‘Ga maar zitten waar er een plek vrij is’ zegt meneer Lanter. Ik kijk de klas rond en scan alle gezichten die me verveeld aankijken. Al die tijd heeft er niemand iets gezegd. Sommige hadden verveeld zitten luisteren en anderen die waren in hun schrift aan het kladden. Snel loop ik naar het enigste vrije plekje achterin de klas. Naast mij aan de linkerkant is er nog een stoel en tafel leeg. Dit belooft nu al heel gezellig te worden. Ik pak mijn boeken uit en vraag aan het meisje rechts van me welke bladzijde we zijn. ‘bladzijde 5’ fluistert ze ‘aangenaam, ik ben Gloria’. ‘Hoi ik ben Sue’ fluister ik terug. ‘Had je nu echt last van een wegpiraat of niet? ‘ vraagt Gloria me ongelovig terwijl ik haar opneem. Ze is even oud als mij maar ze oogt jonger. Ze heeft blond haar dat tot haar schouders loopt met een flinke krul er in. Ze heeft blauwe ogen die ze heeft opgemaakt met zachtroze ogenschaduw en een lichte laag mascara. Samen met haar roze bolle wangen oogt ze twee jaar jonger als ik. Ik heb zelf helemaal geen make-up op. Door het treuzelen van vanochtend had ik daar helemaal geen tijd meer voor. Dat moet maar in de pauze.
‘Sue is het echt waar? Vraagt Gloria voor de tweede keer. ‘Oh sorry ik was even in gedachten. Ja jammer genoeg wel.’ Zucht ik diep. Na een strenge blik van meneer Lanter weten we dat we stil moeten zijn.
De les gaat maar moeizaam voorbij en ik kan er niet echt bij blijven. Ik heb veel last van mijn knieën en ik voel de blauwe plekken al opkomen op mijn armen. Eindelijk klinkt het verlossende geluid van de bel, pauze! Ik vlucht snel het lokaal uit om vragen te ontwijken en ga door de deur naar de wc zonder te kijken. Zodra ik binnen sta en kijk besef ik dat ik in de heren wc sta. Blij dat er nog niemand naar de wc is daar ik me om. Op het moment dat ik naar buiten wil gaan slaat de deur in volle vaart tegen mijn hoofd. ‘Au fijn, alsof ik nog niet genoeg blauwe plekken heb idioot’ scheld ik tegen de dader. ‘Normaal gesproken verwacht ik ook geen dames in de heren wc’ hoor ik hem terug zeggen. Compleet van slag door die zware, maar tegelijkertijd zachte stem kan ik niets terug zeggen en ik stap opzij. Twee twinkelende, spottende zeeblauwe ogen kijken mij aan. ‘Sorry voor de blauwe plek’ zegt hij terwijl hij er duidelijk van geniet. ‘M-maakt niet uit’ stamel ik en ik loop snel de wc uit.
Ik weet trouwens nog niet of de titel zo blijft of dat het verhaal een andere naam krijgt. Ik heb grofweg een rode lijn in het verhaal, maar het kan verder nog alle kanten op... Tips hierover zijn ook meer dan welkom!