

Ik heb dislectie dus er kunnen spellingsfouten in zitten..
Alec betekend beschermer..
Tegenover mij zit een prachtige vrouw met lang blond krullend haar en warme bruine ogen, volle lippen en hoge jukbeenderen me aan te kijken. Het was moeilijk om te beseffen dat ik die vrouw was. Ik haal voor de laatste keer de borstel door mijn haar. Een diepe zucht ontsnapt uit mijn mond. Ik leefde als een prinses, in een grote villa, met bedienden en meters landgoed. En niet te vergeten: prachtige stallen met de mooiste paarden van het land. Ik heb alles wat een vrouw kan wensen. Alles behalve vrijheid. ‘Lieverd, kom je thee drinken?’ ‘Ja mam, ik kom eraan!’ Ik werp nog een blik in de spiegel en dan loop ik naar de grote woonkamer. ‘Ga lekker zitten lieverd, we moeten het hebben over je toekomst.’ Mijn vader kwam de kamer ingelopen. ‘Het word tijd dat je gaat trouwen mijn kind, je bent al bijna zeventien.’ Maar pap, ik heb nog geen behoefde aan een man!’ ‘Je had al lang een kind moeten hebben!’ Zegt mijn moeder boos. ‘Waarom, zit ik jullie soms in de weg? Jullie zijn nooit thuis.’ Mijn moeder kijkt mijn vader aan, en ik zie hoe onzeker ze zich voelt. ‘Je bent op een leeftijd aangekomen om te trouwen, als je ouder bent wil geen een man meer met je trouwen.’ ‘Kan het niet een paar jaar wachten?’ Ik sta boos op en loop de kamer uit en gooi de deur met een klap dicht. ‘Lieverd, vanmiddag komt mr. Black op bezoek, zorg dat je er beeldschoon uit ziet!’
Ik loop in een drafje naar de stallen. ‘Mevrouw, de paarden staan vandaag buiten.’ Zegt een bediende. Ik loop naar de achterkant van de stallen en fluit hard op mijn vingers. Mijn prachtige witte Shire Alec komt een in een sierlijke uitgestrekte draf op me af. ‘Hallo jongen, bevalt het je buiten?’ Alec snurkt diep en geeft een lik over me gezicht. Mijn lippen krullen zich. ‘Heb je zin om te rijden jochie?’ Alec schraapt met zijn hoef over de grond. Ik til mijn jurk op en ik ga op het hek zitten. ‘Kom is iets dichterbij jochie.’ Het witte paard stapt zijwaarts op het hek af. Ik zwaai mijn been over zijn rug. Ik doe mijn jurk goed en strijk het lichtblauwe zijde strak. ‘Toemaar jochie.’ Alec draaft aan. Ik pak zijn manen beet en spoor hem aan in galop. Zijn krachtige lichaam gaat over in rengalop. Ik voel hoe de wind door mijn haren strijken en ik doe mijn ogen dicht. Al mijn zorgen vliegen weg en voel niks anders meer dan de zon die op mijn gezicht brand en mijn engel onder mij. Ik voel hoe Alec zich omdraait en terug draaft. ‘Ik weet het jochie, tijd om terug te gaan naar de villa.’ Ik open mijn ogen en dan zie ik een man met een hoge hoed en een suede pak aan. Zijn donker bruine haar staat strak naar achter gekamt en zijn straal blauwe ogen kijken me met verbaasde blik aan. Ik schatte hem in de dertig. ‘Hallo, ik ben op zoek naar miss Lawcy.’ ‘Miss is in het landhuis heer.’ Lieg ik. ‘Wilt u me naar de voordeur wijsen?’ ‘Eh, natuurlijk mijnheer.’ ‘De voordeur is vanaf hier rechtdoor, na de stallen links en dan zie je een grote kastanje bruine deur, daar is de voordeur.’ De man loopt weg en dan verdwijnt hij achter de stallen. ‘Pf die is tenminste weg Alec.’ Ik stuur met mijn zit Alec naar het hek toe. Ik kijk naar beneden en zie dat de grond nogal drassig is. Ik probeer zo af te stappen dat ik net op een droog stukje terecht kom. Ik voel een duw in mijn rug. ‘Jij wil natuurlijk een worteltje Alec?’ Lach ik. ‘Dan moet ik eerst het weiland uit om er een te halen!’ Ik draai me om en hoor de verontwaardigde bries van Alec. Dan voel ik nog een duw in mijn rug, dit keer harder dan de vorige. Ik probeer mijn evenwicht te bewaren door mijn andere voet te verplaaten. Helaas net in de blubber en ik glij onderuit. De modder spat in het rond. ‘O nee, mijn jurk zit onder!’ Kreun ik. Ik gooi mezelf over het hek en ren zo hard ik kan naar huis.
Nu nog onopgemerk naar mijn kamer zien te komen. Maar het is al te laat. ‘Lieverd, dit is mr. Black.’ Haar ogen glijden naar mijn jurk en zie haar ogen geschokt staan. ‘Wij hebbel elkaar net al ontmoed, zie ik.’ Black kijkt me met een blik aan alsof ik van het vuilnis vandaan kom. ‘Ik ehh, kleed me even om.’ Ik ren zo snel als ik kan naar mijn kamer. ‘Mevrouw, u stikt zeg!’ Anna mijn bediende kijk me lachend aan. ‘Net nu er belangrijk bezoek is!’ ‘Hou je mond Annah, help me zo snel mogelijk uit deze juk.’ Zo als u wilt mevrouw.’
Ik ren naar beneden in een lila zijde jurk. De geur van de modder is bestrijd met parfum. Ik hoor mijn moeder met Black praten, en blijf achter de deur staan luisteren. ‘Het spijt me zeer dat mijn dochter zich net zo onbehoorlijk gedroeg, zo doen ze normaal nooit.’ Zeg mijn moeder met een zeer gemaakte vriendelijke stem. ‘Ik begrijp de situatie helemaal mevrouw Lawcy, ze heeft een man nodig die haal leiding geeft.’ ‘Inderdaad mr. Black, zo snel mogelijk.’ Zegt mijn moeder met een zucht. ‘Wat vind u verder van mijn dochter?’ ‘Ze is prachtig, en ik denk dat haar kinderen net zo mooi zullen worden.’ Hij neemt een slok van z’n thee en gaat verder. ‘Natuurlijk moet er wel wat aan haar gehoorzaamheid gedaan worden.’ ‘U lijkt me zo’n man die er wel voor kan zorgen.’ Mijn moeder lacht nog een keer ontzettend gemaakt. ‘Uitsluitend mevrouw.’ Ik kuch en ik klop op de deur. ‘Kom binnen engeltje.’ Ik open de deur en loop naar de bank die het verst van Black afstaat. ‘Wil je nooit meer zoiets uithalen?’ Mijn moeder klink onzeker en boos. ‘Het spijt me moeder, het was niet mijn bedoeling.’ Mijn wangen worden rood en mijn blik dwaalt schaamtelijk naar de grond. ‘Ik vergeef het u, omdat u werkelijk zo prachtig bent als de mensen zeggen.’ Mr. Black kijkt met een hebberige blik naar mij. ‘Dank u wel, dat is erg aardig van u.’ Ik richt mijn rug en probeer zo onverschillig mogelijk te kijken. ‘U bent werkelijk zo oud als ze zeggen.’ Ik was vastbesloten om hem weg te pesten. Ik grijns ondeugend naar zijn gezicht. Zijn blik word koud en zie hoe zijn zelfvertrouwen langzamerhand weg drupt. ‘Ik heb meer te doen dan mijn tijd te verdoen aan jou en ik heb niemand nodig.’ ‘Als je dat nog niet gehoord hebt van mijn moeder.’ Ik kijk met koude blik naar mijn moeder. ‘Gedraag je GWEN LAWCY!’ Mijn moeder is inmiddels opgestaan en wijs met een bibberende vinger naar de deur. Als ze me bij de hele naam uitsprak was het meestal ernstig. ‘Zoals je wil l-i-e-v-e-r-d’ Zeg ik sarcastisch. ‘NU!’ Ik loop naar de deur en ik draai me nog een keer om. ‘Nog een fijne dag gewenst Black.’ ‘Tot nooit.’ Ik draai me om loop het gangpad op en gooi de deur dicht.
‘Wat doe jij hier?’ Anna stond achter de deur met haar oor tegen de wand gedruk. ‘Eh, niks mevrouw, wil u dat ik u strakt een kopje thee naar u kamer breng?’ ‘Wat heb je gehoord Anna?’ ‘Vanaf het begin tot het eind, Gwen.’ Ik schiet in de lach. ‘En hoe vond je mijn spiets?’ ‘Geweldig miss Lawcy, laat ze maar zien wat vrouwenpower is!’ Anna maakt de beweging alsof ze een superheld is. Ik giechel, kom maar op met die thee, ik heb dorst! En ik loop de trap op doe alsof ik een superheld ben. ‘Komt eraan almachtige prinses.’ Zegt Anna op een manier die me doet denken aan hoe mijn vader praat.
Even later zitten we met z’n tweeën op mijn bed. Ik kijk naar mijn bediende, die net zo oud is als ik. Anna lijkt heel erg op mij, met haar lange bruine lange krullende haal en haar donker bruine ogen, volle lippen en hoge jukbeenderen zou ze zo mijn zus kunnen zijn. Maar haar vader is onbekend en haar moeder is de bediende van mijn moeder. Ik kan het erg goed vinden met haar. Maar als mijn moeder in de buurt is moet ze doen alsof ze niet meer is dan een bediende. Want mijn moeder had toen we jong waren gezegd dat het niet goed is om bevriend te zijn met een bediende. We hebben 5 jaar gescheiden geleefd tot mijn vorige bediende overleed. Toen werd Anna mijn bediende. ‘Volgende week is het bal.’ Zucht Anna. ‘Ik wou dat ik mee mocht.’ ‘Ik weet het Anna, maar je weet dat je niet mag van mijn moeder om dat de kans bestaat dat je de man van je dromen vind…’ ‘En dat ik dan ga trouwen en geen bediende meer bent.’ Maakte ik haar zin af. Bediende zijn moeilijk te vinden, omdat de mensen mijn familie niet zo mag. En mijn moeder vertrouwt de burgers niet. Die stelen denk ze. Mijn moeder is heel erg wantrouwend, alleen mensen die zelf zo veel geld en goud hebben vertrouwt ze, die stelen niet. Die hebben zelf immers genoeg geld. ‘Hoe gaat het met Alec?’ Vraagt Anna, waarmee ze me gelijk wakker schud uit mijn dagdromen. ‘Goed, volgens mij is heel blij dat hij daar buiten mag.’ ‘Zucht, ik wou dat ik ooit een eigen paard krijg..’ ‘Tot nu toe ben ik blij dat ik af en toe op Alec mag als je ouders weg zijn.’ Ze kijkt me grijnzend aan. ‘Ik heb het goed getroffen om een geweldig persoon van dienst te zijn.’ ‘Zo geweldig ben ik niet!’ En ik duw haar lachend van het bed. ‘Echt wel.’ ‘Nietes!’ Even later rollen we lachend over de grond.