Van origine heette het stuk de staf der blinden, en ik had een outline van wat er allemaal ging gebeuren van ongeveer een a4'tje, maar ja. Als je even 50.000 woorden uit je mouw moet schudden, ga je je toch niet aan je outline houden? Dus ik ben niet verder gekomen dan de eerste deel van regel 1. Deze staat in de spoiler.
Spoiler:
Er gaan duizenden mythen rond over de Elythrean, een jonge vrouw die door velen lang geleden is gezien, maar nooit meer terug gekeerd is na de ene ontmoeting met de grote Demoon Medistor.
Er gaan duizenden mythen rond over de Elythrean, een jonge vrouw die door velen lang geleden is gezien, maar nooit meer terug gekeerd is na de ene ontmoeting met de grote Demoon Medistor.
Goed, dan nu waar jullie eigenlijk allemaal voor gekomen zijn. 50.026 woorden.
Citaat:De staf der blinden - Elythrean
Ze loopt door het bos, haar lichaam vermoeid van de lange reis die ze heeft ondergaan, haar geest eveneens. De vermoeidheid had ook nog een heel ander dilemma bij haar meegebracht, haar zicht, haar zicht was weg. Ze hoorde de bomen bewegen, zuchtend en kreunend onder de stevige wind die duidelijk door de bomen blies en de toppen van de bomen alle kanten op boog. Door zich daar op te concentreren kon ze lopen, zo paszeker als een persoon met normaal zicht ook zou kunnen doen, maar ze had geen normaal zicht. Ze zag door zicht met de oren, als het ware dan, dus door te luisteren en te concentreren op alles dat bewoog, geluid produceerde, ademhaalde, bij sommigen kon ze zelfs het hart horen kloppen, maar nu was ze alleen, met enkel de bomen om haar heen om haar de weg te wijzen, de weg naar iets, wat wist ze zelfs niet eens echt, maar ze zou er komen, dat wist ze zeker, en als ze er was zou ze het ook weten. Het was iets belangrijks, er stond iets groots te gebeuren en ten voeten spijt wist ze dat ze er weer een onderdeel van uit zou maken, ze wist nog niet hoe of wat, maar ze wist dat het zou zijn, anders zou ze hier niet beland zijn, zou ze niet hier verschenen zijn, dan had ze nog even wat langer van haar dochter mogen genieten voordat ze alweer verdween, wie weet hoe lang het duurt voordat ze weer terug kan. Ze weet echter dat ze niet moet klagen, hier is ze tenminste met een missie, het is geen vreselijke mogelijkheid tot slavernij of iets dergelijks, ze kwam hier iets goeds doen terwijl het kwaad naderde. Ze voelde de aanwezigheid van het kwaad langzaam aan steeds wat meer dichterbij komen, op deze snelheid nog wel enkele dagen weg, maar toch. Het was het kwaad, ze kon het voelen en ze waren met velen, groot en klein, alles door elkaar. Maar ze kende het type kwaad niet en herkende het type kwaad daardoor ook niet, ze had geen idee wat haar te wachten staat. Het bos loopt door en door, krakend en zuchtend, zwiepend en slingerend, totdat het langzaam aan wat minder dicht begint te worden. Hier besluit ze te rusten, ze was moe en vanaf nu heeft ze eigenlijk haar echte zicht gewoon nodig, het zicht dat ze kan oproepen, ondanks dat ze eigenlijk volledig blind is, al voor een zeer lange tijd. Niet altijd echter, want toen ze heel jong was, eigenlijk net geboren, had ze met haar linkeroog een zicht van zo'n 25%, maar haar rechter oog was toen al volledig zichtloos. In haar jeugd is het steeds verder verslechterd, eerst naar 20%, toen naar vijftien procent en uiteindelijk zag ze alleen nog maar het verschil tussen fel licht en aardedonker, haar leven was veranderd en wilde ze het overleven dan moest ze mee veranderen, gelukkig had zij vanaf alle zijden steun en had ze ondertussen al geleerd te zien door te luisteren en door zich te concentreren en alles te voelen, dat was voor haar eigenlijk het meest bijzondere. Ze kon alles voelen totdat ze te moe was, of te ongeconcentreerd, dan lukte het haar ook niet meer. Als ze haar aandacht over meerdere dingen moest verdelen bedoeld ze. Bijvoorbeeld om te vechten voor haar leven, dan moest ze het puur op gehoor doen. In een gevecht weet ze niet het verschil tussen vriend en vijand, tot haar grote spijt, pas als ze even rust heeft kan ze kijken, om die reden vecht ze alleen.
Haar aparte zicht heeft echter ook grote voordelen, want als ze dus wel de tijd heeft om zich te concentreren, of voornamelijk de kracht er voor heeft, raakt ze niet in de war van licht en donker, ze slaat het op, maar ze blijft zien in het donker alsof het licht was. Daardoor is ze eigenlijk een echt nachtmens geworden, rustig aan, maar toch altijd volledig zicht. Ook hinderlagen worden door haar vaak eerder opgemerkt dan door de rest, de mensen hoort ze, ziet ze, voelt ze. Het is een zeer prettige eigenschap en daarom moet ze nu ook rusten, zodat ze deze eigenschap weer tot haar beschikking heeft, een nieuwe ruimte is op het gehoor namelijk ontzettend lastig om te doen, ze kan wel een zacht gejank laten horen waardoor ze kan horen waar het echoot, een soort echolocatie, maar het werkt toch niet zoals de andere oplossing, voor haar gaat er echt niks boven het echte zicht, het zicht door middel van de concentratie van haar geest waardoor ze het voor elkaar krijgt om zich overal en nergens te redden zonder dat ze daar enige hulp bij nodig heeft. Met uitzondering van de bossen met elven die het bos geblinddoekt hebben, dit betekend dat er een spreuk over is gedaan waardoor je niet met je geheugen kan kijken, enkel met je ogen en met je oren. Dit is op zich nog wel te doen, waren het geen elven geweest, elven hebben de neiging zo stil te zijn, dat je ze niet hoort lopen, nauwelijks hoort ademhalen en ook het hart hoor je niet kloppen, getrainde elven hoor je zelfs pas op het moment dat ze ongeveer een halve meter van je af zijn, meestal hoor je dan het spannen van de boog of bogen, waardoor je dan al geen kant meer opkan, hoe graag je ook wil. Nog voordat je een stap gezet heb zou je doorboort zijn door één of meerdere pijlen, afhankelijk van de boog, de schutter en het aantal elven dat mogelijkerwijs kan gaan schieten. Alle factoren die meespelen in zo'n situatie, het is echter wel belangrijk om te melden in zo'n geval, dat elven van nature niet erg agressieve wezens zijn, in de meeste gevallen dan, eenmaal besloten dat ze in de aanval gaan zal er weinig zijn dat hun kan doen stoppen. Deels doordat hun magie zo ontzettend sterk is, ze beheersen namelijk de oude magie, de magie de duizenden jaren. Magie die gesproken worden in oud-elfs, een taal die nauwelijks meer gebruikt wordt omdat liegen onmogelijk is en wat er gezegd is moet nagekomen worden. Het risico dat het iemand leven kost is gewoon te groot en het wordt dus enkel gebruikt om een eed mee af te leggen, zelf spreken de meeste een variant erop, dialect-oud-elfs of zelfs gewoon elfs. Dat vinden de meeste elven zelf het makkelijkst, hoewel de meeste ook wel in ieder geval dialect-oud-elfs kunnen, het is alleen zo formeel en zo ontzettend ingewikkeld, voor de magie is het echter wel belangrijk dat echt oudelfs gebruikt wordt, daardoor raken sommige mensen in de war en zeggen dat de spreuk niet klopt, echter hebben ze dan het principe niet begrepen, oud-elfs klopt altijd, dialect-oud-elfs hoeft dat niet te hebben, echt oud-elfs wel, dat was nou net het gevaarlijke ervan. Ook zit hier de kracht in, al moet je er dus wel erg voorzichtig mee zijn. Eis je iets dat je kracht te boven gaat dan kan in het ergste geval de dood optreden, het gevaar dat je meer energie gebruikt dan dat je hebt is namelijk volledig voor eigen risico, en velen zijn al gefaald in de grens in de gaten houden.
Dit is ook voor haar een probleem geweest, maar hier is ze vanaf jonge leeftijd extreem op getraind, zij zou het immers haar hele leven nodig hebben, haar zicht is er op gebaseerd, daardoor groeit ze op in een heel andere situatie dan de meeste mensen, sowieso zou ze dit al doen maar dit maakt het dan nog een beetje extremere. Immers, controle komt boven vreugde, het beheerst alles voordat er ook maar iets losgemaakt mag worden, losgelaten is misschien een beter woord. Daardoor groeit ze, leeft ze, dit is haar volledig ding daardoor. Maar het is ook haar valkuil, dit type magie kan ze misschien niet meer oproepen als ze te zwak is, of haar energie te verdeelt is, vele andere soorten magie wel, en in zo’n situatie maakt het niet uit wat voor soort magie het is, alles wat energie vraagt zal het krijgen. Ze slaapt, lichtjes zie je haar borst op en neer gaan, enkele keren per minuut. Wie niet wist wie zij was en hoe zij was zou bang zijn dat ze aan het sterven was, maar ze was gewoon ontspannen en getraind om haar ademhaling en hartslag zo laag maar efficiënt mogelijk te houden. Des te minder ze dit hoefde te doen, des te minder kans had ze om gehoord te worden en des te veiliger ze dus was. Wel was ze altijd op haar hoede, voor alles, voor iedereen. Haar leven was nou eenmaal zo gefocust op veiligheid dat vriendschap vaak geen mogelijkheid was. Toch sliep ze nu hier, zichtbaar ontspannen, zichtbaar relaxed. Hopelijk zou ze het voor elkaar blijven kunnen houden, het hoort bij haar. Die zachte blik om haar te laten leven en om anderen ook mogelijk te laten leven dat is gewoon zoals zij is. Niet het vechtmonster zoals ze wel eens afgebeeld wordt in gevechten, ze doet het wel, heeft er zelfs wel en beetje lol in maar het is niet echt haar, zo is ze niet, zo agressief en onvriendelijk. Ze is meer van de bloemetjes en de bijtjes, van de natuur en de dieren, de flora en de fauna. De wezens en gevoelens overal om haar heen, waar de meeste mensen niet eens van zouden willen dat ze het voelden voelt zij zich tussen, met het buigen van de takken van de bomen in haar oren, daardoor ontspannend en goed op de hoogte. Haar leven tussen hemel en aarde balanserend, of eigenlijk geen aarde, was ze was nu niet op aarde, ze was nu op een andere planeet. De planeet Aderna, de wereld der eilanden en daar sliep ze nu, onder de oude bomen die deel uitmaakten van een bos dat vele generaties mensen, dwergen en zelfs elven overleeft heeft. Maar niet zou doen, maar hoe dat zit is natuurlijk een ander verhaal. Zij sliep nog steeds onder de bomen en besloot, toen het ochtend gloren langzaam aan wat omhoog begon te komen, op te staan en weer veder te gaan. Door het goede rusten, met grote ontspanning en vreugde en de reis tussen twee werelden met haar geest kon ze er weer volledig tegen aan en ze had haar zicht terug, tenminste een beetje. Het zicht was in zoverre terug dat ze weer voor een meter of 10 zicht had, voldoende om zichzelf te redden maar eigenlijk wat krap, ze moest nog wat bedenken om het beter te maken maar ze wist ook dat de enige mogelijk waarschijnlijk rust was, en al had ze heerlijk ontspannen geslapen, ze wist dat die tijd nu voorbij was en dat ze verder moest, verder naar haar doel en zorgen dat ze het kwaad voor bleef, want anders zou ze ontzettend in de knoei komen.
Het kwaad bleef namelijk naderen, langzaam maar zeker en het zou haar zeker eerder bereiken dan zij haar doel als zij voldoende zou rusten om haar volledige zicht weer terug te krijgen, en dan zou het geheel zijn volledige doel voorbij schieten. Het zou dan niemand helpen dat ze haar zicht terug had, niemand zou er blij mee zijn, het kwaad werd namelijk steeds sterker en ze was er van overtuigd dat als ze niet op zou schieten, er misschien veel meer verwoest zou worden dan dat ze wilde, ze wilde namelijk niet dat er ook maar iets verwoest zou worden door het kwaad, ze moest het stoppen voordat enige echte schade kon aanrichten maar ze wist dat ze daarvoor eerst naar haar doel toe zou moeten, wat dat doel dan ook moest zijn. Het doel kwam ook dichterbij en sneller dan de kwaden, de vreselijke gevoelens werden weggedrukt door het doel, en op een keer voelde ze dat het nog maar enkele meters was, met haar zicht zag ze een mistlaag hangen, ze was bang dat de ruimte geblinddoekt was doordat ze er niet doorheen kon kijken, maar eigenlijk was het anders, op het moment dat ze er doorheen stapte besefte ze dat het geen blinddoek was, maar puur een grens waar maar aan één kant gezien kon worden, de eigen kant.
Nu ze eindelijk binnen was wist ze nog steeds niet wat ze nou eigenlijk moest doen, wat was haar doel hier, iets met het kwaad, maar wat, ze wist nog niet eens wat het kwaad was, dit soort kwaad had ze nog nooit gevoeld. Het was iets ontzettend bizars, alsof ze de grenzen opzochten en met duizenden waren, maar het kwaad, dat is er wel eens met een stuk of 10, soms zelfs twintig. Maar duizenden? Dat is voor haar nog nooit eerder voorgekomen, hoe kan het dat het kwaad zo ontzettend verdeeld lijkt te zijn, ze weet het niet, voor haar is het kwaad iets dat ze op dit moment nog onvoldoende kan identificeren, ze hoopt echter dat het wel gaat lukken ze voelt zich in de war, zonder duidelijk gevoel van wat het kwaad, en dus haar vijand, nou eigenlijk inhoud. Dat is gevaarlijk, dat weet ze, want nu kan ze zich er eigenlijk niet op voorbereiden, het is alsof het kwaad anders is, alsof het een leven op zichzelf is, in plaats van dat het in iemand of iets schuilt, daardoor kan ze er eigenlijk nog niks mee. Laat ze maar doorlopen naar het doel, dieper het doel in, zodat ze misschien daar aanwijzingen vind. Er komt iemand op haar af lopen, sluipen is waarschijnlijk de bedoeling geweest maar het is duidelijk geen getrainde elf, de ademhaling is ruig, de stappen lomp, ook zijn hartslag ligt hoog en is erg ongecontroleerd, maar het gaf niet, voor haar was al duidelijk dat de persoon die aan kwam lopen geen kwaad in zich had. Hij was een vriendelijke jongeman die een poging tot besluipen deed omdat hij het eigenlijk allemaal toch wel erg spannend vind. Als het doel hem stuurt, dan zullen ze haar ook niet al te eng vinden, dat denkt ze tenminste, toch merkt ze plotseling iets anders op, vanaf een totaal andere richting, ergens hoort ze een voetstap, die geheel niet in de richting van de jongeman past. Het is een voetstap die zwaarder is, zwaarder dan een jongeman en direct draait ze om terwijl ze haar zwaarden pakt, niemand probeert haar te besluipen en slaagt er ook nog eens in om binnen enkele meters te komen, behalve als het een zeer getrainde en getalenteerde elf is, een soort elvenelite, die hebben het wel eens voor elkaar gekregen bij haar, maar zij zijn anders. Ze roepen al vanaf een halve kilometer een dichte blinddoek op waardoor ze verplicht is met haar gehoor te zien, iets dat best wel tegenvalt als het om elven gaat, zeker om getrainde elven en getalenteerde elven zoals zij, toch lukte het, even, op zo'n 250 meter kon ze hen even lokaliseren, daarna was ze hen weer kwijt, verzwolgen in de duisternis die om haar heen lag. Bij de persoon die haar nu besloop was dat echter niet het geval, deze persoon was wel goed in zijn vak, maar hij was niet gewent aan elvenoren, of gedeeltelijke elvenoren maar extreem getraind, want dat waren haar oren, getraind om ieder klein geluid op te vangen en te lokaliseren. Het was haar manier van overleven.
Toch kon ze van deze persoon wel zeggen dat het een getraind wezen was, of het mens of dwerg was kon ze in dit stadium nog niet goed zeggen, wel was het duidelijk dat het een moordenaar was, of hij haar wilde vermoorden had ze echter dan weer geen idee van, het risico wilde ze echter niet nemen. Immers was ze veel te gehecht aan haar leven, dus had ze haar zwaarden al getrokken. De man merkte dat hij niet langer onopvallend was gebleven en kwam nu snel dichterbij, hij was nu beter te horen en op een keer zag ze hem ook door een shoot te doen, een lange uithaal van één of enkele seconden waarbij het zicht voor die tijd tot soms wel 250 meter ver komt, dit keer niet, dit keer ging hij maar tot zo'n 50 meter, maar dat was dan ook ver zat. Shoots kosten best wel wat energie en al is het wel de moeite waard, het is ook niet de bedoeling om verder te reiken dan nodig is, die energie spaart ze liever op totdat er daadwerkelijk wat aan de hand is en ze brede informatie moet weten, meer dan nu, dat ze gewoon wil weten met hoe haar besluiper eruit ziet.
Het is een iets oudere man, dus niet meer zoals die jongeman daar in de verte, ze verwacht dat hij rond de 40 jaar zit, maar het kan ook anders zijn, want om hem heen hangt een sliert magie. Een magiesoort die ze niet echt kent, maar wel ongeveer, het is ontzettend oude magie, misschien wel ooit van origine van hetzelfde soort als dat zij het kent, maar al zo lang gescheiden dat ze betwijfeld of het nog exact dezelfde waarde heeft. Het is immers nogal wat, maar toch, ze ging door, wetend dat hij waarschijnlijk sterker is dan dat hij eruit ziet, en hij ziet er behoorlijk sterk uit, afgetraind en vol met oude littekens van allerlei soorten gevecht, gevechten met het kwaad, maar ook met gewone zwaardgevechten, boogschutterwonden en wonden van allerlei explosies en kapotte dingen. Granaten hadden best wel eens stukken schil in zijn gezicht hebben kunnen achtergelaten als ze die hier al hebben, maar dat weet ze niet zeker. Ze wacht, het komt nog steeds dichterbij, stevig doorlopend, zonder de poging tot sluipen meer, de jongeman verderop doet dat echter nog wel. Maar die is luidruchtiger met sluipen als de man hier is met stevig doorlopen, die daar is echt duidelijk nog een leerling, al is het een leerling met veel potentie als hij zo doorgaat moet hij echt nog een flink stuk komen ook. Maar of dat gaat lukken, het kwaad nadert immers nog wel.
Hij staat nu stil, recht voor haar, met zo'n 5 meter tussen hem en haar, elkaar bestuderend en afwegend, wie is sterker, wie zou een handgemeen winnen, met de vuist en met de wapens. Zij wist het wel, maar zij wist ook dat zij niet in te schatten valt voor andere mensen, doordat zij een vrouw is wordt zij vaak zwak ingeschat, maar direct zag ze al dat hij dat niet deed, hij wist het namelijk niet, terwijl hij ook zeer goed getraind was. Hij wist dat er meer achter haar schuilde dan puur een vrouw met twee zwaarden in haar handen.
Daardoor stonden ze maar tegenover elkaar, afwikkend en afwegend, kijkend wie de eerste stap zou maken, maar zij was het niet, het was niet haar terrein dus het zou brutaal zijn om te beginnen met praten en zin in vechten had ze niet, daarvoor kwam ze niet en zij wist ook wel, dat ondanks dat ze het gevecht waarschijnlijk wel zou winnen, het gevecht absoluut niet makkelijk zou worden en ze vond het eigenlijk een beetje zonde van al haar energie, eigenlijk zelfs best wel meer dan een beetje, maar daardoor wist ze ook dat ze niks moest doen en dat aan hem de eerste stap was, iets dat ook wel lastig was, want nu kon ze niet aansturen op praten in plaats van een gevecht, ze wist dat het de enige optie was en dat dit dan ook het enige juiste was wat ze kon doen, maar toch, ze hoopte dat hij net zo verstandig was en dat was dan wel weer een gevoelig punt. Het was geen man die het gevecht uit de weg ging, dat kon ze zien aan zijn lichaamshouding, aan zijn littekens, eigenlijk aan zijn hele doen en laten. Daardoor was hij ook zo'n geduchte tegenstander mocht het wel gebeuren, en was ze nog meer van overtuigt dat het dus absoluut maar niet moest gebeuren dat het tot een gevecht uitliep. Toch was het aan hem en niet aan haar om dat te beslissen, dus bleven ze staan, op vijf meter afstand, voor minuten en minuten, het was bijzonder hoe secondes minuten werden zonder dat ook maar één van de twee er ook maar een beetje last van leek te hebben, alsof ze beide de tijd van de wereld hadden en dat er absoluut niks gevaarlijks aan was, dat het mentaal voor hen beide niet zwaar was, alsof ieder gewoon de tijd nodig had om het te overdenken. Natuurlijk was dit ook wel een beetje zo, maar het begon ook wel een beetje op te schieten, de jongeman kwam ook steeds dichterbij en hij had nog geen idee van wat daar aan het gebeuren was, gelukkig zag de oudere man dit ook en uiteindelijk maakte hij dan toch een besluit.
"Welkom vreemdeling." een welkom, niet hartelijk, maar ook niet hatelijk. Het was dus goed genoeg om er mee door te kunnen zonder dat het direct als een uitnodiging klonk maar ook zonder dat het direct als een bedreiging klonk. Dat was exact zijn bedoeling dan ook geweest, het was puur een signaal dat het nog niet de tijd van het vechten was, dat ze dat zonodig nog maar even moesten uitstellen. Nu was de beurt aan haar, maar dat was nog een stuk lastiger dan het wachten van daarnet, nu moest zij namelijk wel kiezen ver wat ze van plan is te zeggen, er was nu keus, veel keus, maar eigenlijk toch geen keus, ze had namelijk maar één keus, het tot een goed einde brengen, maar hoe ze dat het beste kon doen wist ze nog niet zeker, daar was de geen keus gekomen, maar er waren zoveel manier om hoi terug te zeggen, dat was zoveel keus dat ze het eigenlijk niet wist. Toch moest ze een beslissing maken, te lang wachten zou als belediging of bedreiging opgevat kunnen worden. Ze besloot de gok te wagen en haar zwaarden weg te stoppen. "Goedendag mijn heer, een ontmoeting die ik niet verwacht had maar toch had kunnen verwachten. Hopelijk stoor ik niet te veel, mijn lot bracht me hierheen. De muur was een twijfel maar de bescherming is degelijk.”
Dat was eruit, ze moest wel iets zeggen maar ze was er niet zeker van of dit het juiste was. Het zwaarden wegstoppen was idem dito zo'n beslissing, natuurlijk gaf het een vriendelijk signaal af maar zou hij nu aanvallen dan had ze gewoon een groot probleem, want al is ze snel met de zwaarden pakken, hij is al volledig bewapend en zeer goed getraind, een professional in de grootste zin van het woord. Dat betekend gewoon een groot risico door de zwaarden weg te stoppen en hem persoonlijke veiligheid daardoor te bieden, hij was nu immers een stuk veiliger dan zij, hij was immers nu veel gevaarlijker dan zij en kon haar op dit moment misschien zelfs doden. Toch was ze blij dat ze dit besluit genomen had, want ondanks dat hij de wapens die hij bezat niet wegstopte, liet hij ze wel degelijk zakken en was er dus een bestand tussen ons in verschenen, een bestand dat voor veiligheid moest zorgen. Want hij wist ook dat de eerste aanval razendsnel moest gebeuren wilde hij van haar kunnen winnen, anders had zij de zwaarden al gepakt en met zijn wapens lager zou zij meer tijd hebben om a te ontwijken en b de zwaarden te pakken. Hij nam dus ook een risico maar voor hem was deze toch ook echt de beste keus. Toch werd het tijd om iets terug te zeggen, antwoorden te vragen, zodat hij de situatie nog beter kon beginnen met inschatten. "Het lot zei je, brengt je hier, maar wat ben jij, dat jij hier komt?" Ze moest nadenken over het antwoord, je kon de vraag op veel manieren interpreteren, tot zelfs grof zijn aan toe, maar voor haar was het niet zozeer een probleem van grof zijn, ze wist dat hij dit niet zo bedoelde, het was duidelijk aan zijn houding af te lezen, zijn hartslag was iets gezakt en ook zijn ademhaling zat laag en was rustig, als hij uit was op een gevecht had hij zijn wapens niet laten zakken en had hier zijn ademhaling en hartslag hoger zitten, klaar makend voor een gevecht. Toch twijfelde wat ze moest zeggen, haar antwoorden konden wel eens verkeerd vallen, want ook haar antwoorden zouden dubbel kunnen vallen, ze wist nu dat hij mens was, dat kon ze horen en zien, ook wist ze dat de jongeman verderop een mens was, dat had ze ook al kunnen ontcijferen aan zijn manier van lopen, maar of ze goede of slechte banden hebben met elven, daar kon ze nog geen pijl aan trekken. Dus moest ze een antwoord bedenken dat haar beter schikte, zonder de waarheid te verdoezelen. Uiteindelijk was ze op haar antwoord gekomen.
"Mijn naam is Elythrean, een half-mens en ook iemand die lang leeft. Mijn geest zegt me dat om jou heen ook iets slingert dat mij bewust maakt van jouw krachten, dezelfde kracht bezit ik niet, wel is de oorsprong van jouw en mijn kracht gelijk." Daar moest hij het maar mee doen, misschien had ze beter haar achternaam erbij kunnen zeggen. maar ze dacht van niet. Door het algemeen te houden kon ze voorkomen dat de spanning zou oplopen, nu was het zijn beurt weer om wat te zeggen, zijn beurt om zich voor te stellen en weer door te vragen.
Hij vond de situatie duidelijk twijfelachtig, want hij zwijgt, langer dan eigenlijk beleefd is. Aan zijn houding is te zien dat hij zich ongemakkelijk begint te voelen, zijn wapens gaan iets omhoog en daardoor wordt het gevaar van het gevecht direct een stuk groter, zij besluit er niet op te reageren. Als zij nu naar haar zwaarden zal reiken dan is het voorbij, dan wordt het een gevecht. Als ze er niet op reageert, dan is er nog de kans da t het gevecht er toch niet komt. Uiteindelijk besluit hij, lang na de eigenlijke mogelijke nadenktijd, dat het toch verstandig is om eerst nog door te praten. Ondanks dat ze dingen gezegd heeft die duidelijk buiten het boekje vallen, de magie die zij bedoelde was voor hem duidelijk, maar wat ze bedoelde met van hetzelfde afstammen maar al lang veranderd zijn, hij had echt geen idee. Alleen dat ze zijn magie kon voelen was wat hem sowieso al niet aan stond. Als mensen magie voelen dan betekend dat meestal dat ze zelf extreem goede magiërs zijn en zo goed is hij er niet in. Hij heeft enkel het symbool en de daarbij behorende levensduur van overgenomen. Voor de rest is hij een krijger, geen magiër, waardoor hij al snel besluit dat een gevecht toch echt niet tot de mogelijkheden behoort, ondanks dat doet hij toch onwillekeurig zijn wapens wat omhoog, om meer afstand te eisen. Hij weet dat hij sneller zal kunnen reageren dan zij namelijk, als hij besluit toch aan te vallen, één aanval is alles dat hij heeft, daarna moet hij er vandoor als ze nog leeft. Maar daar wil hij het eigenlijk niet op aan sturen, hij hoopt dan ook dat het niet nodig zal zijn. Maar wat zal hij antwoorden, ze noemt zichzelf half-mens, maar wat is de andere helft. Is het verstandig om zijn naam te noemen, of zal hij nog zwijgen daarover, een tovenaar kan vaak vreselijke dingen met namen doen, misschien moet hij hetzelfde doen als zij. Namelijk alleen zijn voornaam zeggen, ook zij is duidelijk voorzichtig, misschien is ze toch niet zo sterk als ze laat vermoeden, of misschien houdt ze gewoon niet van vechten. Want niet alleen zijn lichaam is getekend, ook het hare zit onder de littekens, zowel ontzettend oud als nog redelijk vers. Iets wat hij niet verwachten zou normaliter bij een vrouw die eruit ziet als dat ze de dertig nog maar net gepasseerd heeft. Dat is dan ook iets waardoor hij nog meer gaat twijfelen, ook zij twijfelt duidelijk niet om de zwaarden daadwerkelijk te gebruiken. Anders zou ze of geen littekens hebben, of hier niet gestaan hebben. De wonden komen duidelijk uit het strijdveld waar zij blijkbaar altijd als overlevende is uitgekomen.
Uiteindelijk is hij eruit, hij begint te praten. "Welkom Elythrean, in onze wereld. Mijn naam is Ythreon. Volledig mens voor zover de generaties het kunnen heugen. Je antwoord, half-mens, lokt nieuwsgierigheid uit, wat is de andere helft. Is het menging tussen de rassen, of nog anders?" Nu was zij weer aan zet, hij heeft de vraag gesteld die zij al geïnsinueerd had, maar zo gaat het wel.
Hij geeft haar een lastige situatie, ondanks dat ze wel wist dat die vraag eraan zat te komen, begint ze toch te twijfelen of ze er wel goed aan heeft gedaan om de situatie deze kant op sturen. Hij is duidelijk veel geïrriteerder dan ze verwacht had dat hij zou zijn op zo'n antwoord. Iets dat verbazingwekkend is, maar voornamelijk angstaanjagend. Het lijkt alsof haar kansen om geaccepteerd te worden in de wereld van haar doel opeens ontzettend verkleind zijn, puur doordat ze de verkeerde woorden heeft gekozen. Ze moet zich nu sterk houden en zich niet geïntimideerd laten lijken door de verhoging van de wapens van hem, terwijl ze dat eigenlijk wel is, hij verheft zich namelijk nog verder boven haar kwetsbare staat en zorgt daardoor door meer spanning. Zij weet net zo goed als hij dat hij maar één kans heeft, maar wat hij niet weet is dat zij hem sowieso niet zal doden, het kwaad schuilt niet in hem dus er is geen reden om hem niet te laten leven. Het had fijn geweest als hij wist dat het kwaad ook niet in haar schuilt en dat er dus ook geen reden is om haar niet te laten leven, maar ja, je kan niet altijd mazzel hebben. Ze heeft al geluk dat de blinddoek puur een scheidingswand was en geen volledige blinddoek. Anders had ze een veel groter probleem gehad. Ythreon verwacht echter wel een antwoord en door de manier zoals hij de vraag stelde beseft ze dat ze zeer voorzichtig moet zijn met hem te beantwoorden, alsof er iets verkeerds is aan rassenmenging, maar ze heeft geen keus. Het is haar eigen stomme fout geweest het te noemen, maar ze wist dat het eigenlijk toch wel nodig was. Nu geeft het even een rotte situatie, maar het is onmogelijk om dit voor lange tijd te verzwijgen, het zou er op een keer toch wel uitkomen en over het algemeen komt het er dan uit op het moment dat je het absoluut niet kan hebben en je er absoluut niet naartoe had willen sturen. Het was dus uiteindelijk toch een juist besluit geweest, ondanks de rotte situatie nu. Maar haar nadenktijd is op, als ze nog veel langer wacht zal ze als onbeleefd worden opgemerkt en eigenlijk heeft ze daar niet zo'n zin in. Hij mag wel onbeleefd zijn, ondanks dat dat een gastheer eigenlijk ook niet zo zeer staat, maar hij is waarschijnlijk niet eens een gastheer, hoogstens een elite-soldaat, maar waarschijnlijk gewoon een huurling die onder verbond staat van een onafhankelijke groep die hier dan alsnog gesitueerd is, de jongeman blijft namelijk wel laag nu hij de situatie volledig kan zien, hij vermengt zich niet in het gesprek tussen hem en haar. Hij weet dat hij hier niks te zoeken heeft, waarschijnlijk had hij niet eens zo dicht bij mogen komen. Dan moet ze beginnen met praten, ieder verder uitstel is onbeleefd.
"Ik ben duidelijk niet volledig duidelijk geweest. Ja, ik ben een half-mens, ja ik ben een mengeling van twee rassen, maar ik heb ook nog ander bloed in me lopen. Een subgroep van mensen, die er toch niet volledig onder vallen. Door de mengeling van deze drie, de elf, de vampier en de mens, ben ik een wezen geworden dat nog geen dood heeft gekend, ook niet van extreem verre grootouders, anders dan een veroorzaakte dood door schuld, ongeluk of ziekte. Ik leef enkel van bloed wanneer een normaal mens of elf van de schade die ze hebben opgelopen al dood zouden zijn, voor de rest doe ik dit niet. Ook drink ik enkel dierenbloed, waardoor er zelfs bij ernstige verzwakking, geen risico is voor jouw mensen, zolang ze het maar niet onder mijn neus wrijven.
Het elvenbloed is van koninklijk niveau, maar wel afkomstig zeer ver van hier. Zelfs de elven die u kent, al was het maar bij naam enkel, zullen het elvenvolk waar ik vanaf stam niet kennen. Ik ben dus geen familie van enig elf waarmee u mogelijkerwijs vrienden mee bent, of ruzie mee heeft.”
Hij weet niet wat hij van haar woorden moet vinden, hij merkt aan haar dat ze ook meer gespannen is geraakt, maar toch kan ze het beter tot zich houden dan hij. Hij was onder de indruk dat zij niet richting haar wapens ging. Het is voor haar nu een nog gevaarlijkere situatie geworden. Toch snapt hij ook niet volledig van wat ze bedoeld, het onder de neus wrijven? Hij had echt werkelijk geen idee, mogelijkerwijs het bloed onder de neus wrijven. Dan denkt hij terug aan hoe hij ooit een beest heeft zien bijten toen gecontroleerd werd of hij dood was, hij hapte, puur uit instinct, en liet alweer los voordat ze hem hadden kunnen doden, dat heeft voorkomen dat hij direct vermoord werd. Uiteindelijk hebben ze hem alsnog uit zijn lijden moeten verlossen, hij was te zwaar verwond, maar zijn houding was goed. Hij beet niet door en hield niet vast, zoals dat vaak wel met zijn ras gebeurd, maar het bijten toen ze bij de snuit kwam gaf aan hoe het gebeurde. Zolang het maar niet onder de neus gewreven wordt, blijkbaar zit zo'n bijtinstinct er ook bij haar in, dat is op zich wel vervelend maar als ze de waarheid sprak dan gaf het niet. Dan is ieder die het uit wil proberen of ze de waarheid spreekt met het onder de neus aaien een eigen risico aan het nemen en aangezien ze ervoor gewaarschuwd heeft zal het dan ook onder de persoon's eigen verantwoording vallen. Maar ook het elvengedeelte verbaasde hem. Geen elf die hij kent, al was het maar bij naam, is familie van haar. Ze heeft koninklijk bloed in zich, van de term vampier had hier al lang niet meer gehoord. Hij dacht dat ze uitgestorven waren, wat op zich wel klopt met haar verhaal van niet langer mensenbloed drinken, als er enkel dierenbloed gedronken wordt dan valt het veel minder op. Men houdt wat koeien en er is niemand die er ooit achter komt dat het een vampier is, of een half-vampier. Zeker omdat zelfs in de oude tijden het al wel bekend was dat vampiers ook wel gewoon voedsel aten, naast hun dagelijkse dosis bloed. Als de dosis dan ook maar een liter per dag bevatte, dan was het al snel te doen bij dierlijke leveranciers. Een koe levert immers 60 liter bloed, met een koe of 3 valt er voldoende af te wisselen om ze enkel maar een lichte groeiachterstand te laten hebben, en groeiachterstanden gebeuren regelmatig, het voer wil nogal eens van mindere kwaliteit zijn. Mensen krijgen immers het beste voedsel en daarna pas de beesten. Wat hem wel opviel was dat ze niet echt op de hoogte leek te zijn van de wereld waar ze nu is. Alsof ze inderdaad van zo ver weg komt dat niemand hier er ooit van gehoord heeft. Hij twijfelt ontzettend wat hij nu zou moeten zeggen, als ze de waarheid spreekt, dan is ze sowieso koninklijk, maar in hoeverre. Als een bastaard zijnde, wat hem het meest logisch lijkt, of toch weer anders? Hij weet het niet, vooral niet omdat hij ook niet weet of ze direct een dochter is van een koningslijn of dat ze ver familielid ervan is. Uiteindelijk, ver buiten tijd, besluit hij dat te vragen.
"Van koninklijke bloede dus blijkbaar, van ver of van dichtbij? Je bent niet bepaald koninklijk gekleed, op de zwaarden en boog na dan." hij wist niet of hij nu de juiste zin had gebruikt, toen hij hem bedacht had klonk hij goed, maar nu klonk hij echt vreselijk ongemanierd. Hij wist dat dit nog wel eens het einde kon betekenen en wist dat het dus nu volledig aan haar was. Zij daarentegen wist wel wat hij bedoelde, ze hoorde dat het eigenlijk niet bedoeld was zoals hij het zei, door de eerlijkheid in zijn stem. Maar door deze zin wist ze nu ook met grote zekerheid te zeggen dat hij inderdaad niet de gastheer was, hij was niet eens een soldaat want zelfs soldaten leren beter te spreken. Hij was dus toch een huurling. Maar de boodschap van zijn vraag was ook belangrijk, wat zou ze zeggen, ja of nee. Had ze het koninklijk bloed dicht bij haar zitten, niet echt. Maar ze wist wel dat als ze het zou overleven totdat de huidige koning aftreed, zij degene was die de troon daarna zou bezetten, deze is haar al op zeer jonge leeftijd toegewezen, ondanks of misschien zelfs wel dankzij haar blindheid. Ze was niet zeker van het juiste antwoord, het bleef een erg riskante zaak om dit zo te doen. Maar ze wist dat ze geen echte keus had, ze zou maar met de minst bedreigende variant naar buiten komen, namelijk dat het enkele generaties terug was, maar dat ze wel met de etiquette en de normen en waarden was opgevoed van een directe koningsdochter. Maar ook zou ze het beste kunnen zeggen dat de zwaarden en de boog helemaal daar vandaan komen, dat dit geen geschenken zijn van de koning, maar puur verdient of zelfgemaakt. Afhankelijk van welke twee ze over zou gaan praten, ze wist het niet zeker. Maar het risico was dat ze een te lange wachttijd zou nemen, al had ze daar na zo'n vraag eigenlijk wel alle recht toe. Toch zou het niet passen bij een troonopvolger en daarom besloot ze uiteindelijk maar dat het tijd was om tot een antwoord te komen, maar ze wist dat de spanning nog heel even opgebouwd moest worden voor het beste effect van het antwoord, ze zag hoe de jongen, nu zag ze pas hoe jong die was, niet eens een jongeman zelfs, nog wat dichterbij gekropen was en zijn wapens gereed had. Ze wist plotseling hoe ze deze situatie voor beide gemakkelijker kon maken, en dat werd dan ook haar uiteindelijke plan.
"Is die jongen een leerling van je? Dan zou ik graag willen dat je hem aanstuurt, want van jou heb ik geen problemen als de wapens licht getrokken zijn, maar bij hem heb ik daar toch andere gevoelens bij. Vandaar dat ik liever heb dat hij enigszins een aanpassing ondergaat. Van mij mag hij erbij zijn, maar er niet bij staan als een adelaar die staat te wachten totdat hij zich op zijn prooi kan storten. Dus vandaar."
Ythreon keek naar de leerling die er zat, de jongen die zich duidelijk absoluut niet op zijn gemak voelde nu. “Jason, sta op.” en de jongen ging rechtop staan, zijn wapens onderweg laten zakkend. Ze knikt naar de jongen en daarna naar Ythreon. “Het is uw beslissing.” Hiermee wist ze hem van haar af te brengen en al zijn aandacht richting de jongen, Jason, te sturen. “Kom naast mij staan.” en de jongen, duidelijk beduusd door de manier zoals beide met hem omgingen liep langzaam, voorzichtig en zeer op zijn hoede naar Ythreon toe, terwijl hij Elythrean geen moment uit het oog verloor. Hij wist duidelijk nog slechter dan Ythreon wat de fatsoensregels waren en was behoorlijk aan het staren terwijl hij haar in de gaten hield. Ythreon had dit ook in de gaten maar negeerde het, net zoals zij. Ondanks dat Jason duidelijk nog een jongen was, had hij wel een echt afwijkend formaat in deze situatie, bijna een halve kop groter dan zowel zijn meester als haar, wist hij dat hij opviel, maar aangezien Ythreon hem bevolen had naast hem te gaan staan, besloot hij toch maar strak te gehoorzamen, zijn wapens ondertussen volledig laten zakkend. Hij wist het eigenlijk wel, dat als iemand hier de aanval in ging zetten, het of zijn meester of zij zal zijn, en dat de eigenlijke opdracht heel duidelijk was geweest. Hij hoort het hem zijn meester nog zeggen, sluip naar haar toe, maar sla niet toe, laat de mogelijkheid tot toeslaan enkel aan mij over. Ze helpt je eerder om zeep dan dat jij überhaupt om help kunt roepen, laat staan kunt krijgen.
Het was behoorlijk duidelijk geweest en hij wist ook dat zijn meester eigenlijk behoorlijk geïrriteerd was dat hij zich niet aan de afspraak had gehouden, ondanks dat hij het niet had gezegd wist Jason dat hij een flink stuk verder had moeten blijven liggen, al helemaal niet zijn wapens had moeten trekken en nog minder had moeten gaan staan, ondanks dat het gehurkt geweest was. Hij was geen volleerde sluipmoordenaar, hij was slechts een tweedejaars leerling en duidelijk niet opgewassen voor deze taak. Dit was hem nog duidelijker geworden nadat hij ontdekt had dat ze hem al lang weer aan het negeren was geslagen omdat ze zijn meester in het oog had gekregen. Zijn meester, die al voor vele jaren uitgebreid aan het sluipen en moorden is geweest ter veiligheid van koningen en andere hoge heren, zij had hem door voordat hij ook maar enigszins in de buurt was gekomen.
Ze vond dat het lang genoeg geduurd had, de stilte die voor geen van allen echt comfortabel was, maar voor haar eigenlijk nog het meest comfortabel. Ze had hen genoeg gestraft voor de slordigheid en onbeleefdheid door het door laten sluipen en uiteindelijk laten bedreigen van haar door een beginnende leerling. In zijn bewegingen zag ze dat hij nog onbekwaam was, hij was goed, waarschijnlijk veel beter dan zijn klasgenoten, maar zijn lichaam miste de regulatie. Hij moest nog te veel nadenken bij wat hij deed en kon nog duidelijk niet instinctief de juiste keuzes maken. Hij moest keuzes nog daadwerkelijk gaan afwegen en had ook daar nog niet voldoende ervaring mee om dit juist te doen. Had hij dit wel gehad, dan had hij heel stil blijven liggen op zo'n 8 tot 9 meter. Voldoende om zijn meester te hulp te schieten mocht het fout gaan en een langdurig gevecht worden, ver genoeg om zelf in eerste instantie buiten schot te blijven en om de situatie niet verder op te draaien bij een toch al best wel ontzettend explosieve situatie, maar hij was jong en argeloos en had besloten dat hij veilig genoeg was om zijn nieuwsgierigheid de kans te geven samen met zijn heldhaftigheid en de mogelijkheid zijn meester te laten zien wat hij waard was. Uiteraard is hij daar op deze manier niet in geslaagd maar zij had ook wel ervaring in pubers en jongeren, die merken niet dat dit niet de juiste beslissing is tot lang nadat deze beslissing genomen is. Nu weet hij het waarschijnlijk wel dat het niet de juiste beslissing is geweest en dat hij al helemaal niet een goede indruk op zijn meester heeft gemaakt, maar nu is het te laat. Het is al gebeurt en de schade is al gedaan, inwendig lacht ze erom maar dit is niet de situatie om de lach ook in het openbaar te laten zien, het moet blijven bij een kleine inwendige glimlach terwijl ze strak naar buiten kijkt, niet kwaad, niet geïrriteerd, maar wel serieus en neutraal. Ze mag hen geen enkele reden geven om haar aan te vallen, want al wint ze het wel, en zal ze ze waarschijnlijk niet eens hoeven te doden, het werkt gewoon niet, het is gewoon niet haar bedoeling en zal haar alleen maar verder van haar lot afbrengen. Ze moet dieper het doel in komen en daarvoor heeft ze hun hulp nodig. Ze besluit te gaan praten, zodat de stilte nu dan toch uiteindelijk doorbroken wordt, aan de andere kant ziet ze een lichte opluchting. Bij de leerling duidelijk, maar ook bij de meester ziet ze dat er enkele rimpels minder strak komen te staan. Ook de spanning op de wapens lijkt wat minder hevig te worden. "Ik heb de recht op de troon als deze vrijkomt voordat ik sterf, al hoop ik dat dit nooit zal gebeuren en dat de elf die nu op de troon zit, een groot voorvader van mij, tot in de eeuwigheid zal mogen blijven dienen en nooit last krijgt van het ouderensyndroom, waarin hij het besef van tijd kwijtraakt waardoor hij niet in staat is te blijven zorgen." Dat was het, voor de rest vond ze het niet nodig om het verder toe te lichten. Het was aan hen nu duidelijk dat ze de rechtmatige troonopvolger is maar ook dat ze daar niet naar ambitieerd en ook dat ze geen directe dochter is van de koning.
Dit antwoord verbaasde hem ontzettend, hoewel hij het expres geheel niet aan de buitenkant liet zien had hij nooit verwacht dat hij hier met een troonopvolger te maken zou hebben, al verwachtte ze duidelijk niet dat hij haar als zodanig zou behandelen, ze leek het niet eens te willen, maar eigenlijk werd hem dat voornamelijk duidelijk doordat zij over de troonopvolging sprak als een noodzakelijk iets als de oude koning wegens ziekte of moord niet meer in staat was over het koninkrijk te heersen. Voor haar was het blijkbaar al vrij zeker dat ze eerder zou sterven dan dat dat zou gebeuren. Ze was duidelijk gewent aan de constante dreiging van de dood, waardoor voor hem steeds meer dingen duidelijk werden, hij was er alleen nog niet achter of het nou eigenlijk veilig was om haar mee te nemen, zoals ze zelf duidelijk zo graag wilde, ondanks dat ze totaal niet op die richting aanstuurde, maar ze stuurde het geheel niet aan anders dan van het gevecht af. Ze had duidelijk niet de ambitie hier een groots gevecht te hebben, en aangezien ze dat niet is wat ze wil en ze duidelijk wel besefte waar de mist voor was wist hij dat ze maar één ding echt wilde, en dat is verder het terrein op.
Zoals ze stond, onbewogen, serieus, neutraal en rustig, wist hij dat ze er wel degelijk de tijd voor ging nemen als ze geen andere keus had dan dit te doen of hem om zeep te helpen, maar hij wist ook dat als hij haar de kans gaf om sneller dichterbij te komen ze deze waarschijnlijk met beide handen zou aanpakken. Het leek hem echter geen goed plan, hij had de geruchten gehoord over het kwaad dat dichterbij zou zijn gekomen en wist dat zij daar net zo goed een persoon van kon zijn. Iets dat hij eigenlijk als hij eerlijk was niet verwachtte, maar je kon het bij het kwaad nou eenmaal nooit weten of het wel of niet erbij hoorde. Hij wist dat er al meer bedrieglijke vrouwen, vaak eruit ziend alsof ze hulpeloos waren en schutting zochten voor het naderend kwaad, volledige demonen bleken te zijn. Toch leek zij niet eens te weten wat het kwaad nou eigenlijk was, ze voelde het duidelijk wel, hij zag het aan haar bewegingen, maar hij wist het gewoon niet. Alsof ze niet te lezen was en hij wel degelijk een open boek was voor haar, nu naast hem zijn leerling ook nog eens zenuwachtig stond te wiebelen, ondanks dat hij echt een voor zijn doen een uitstekende poging deed tot stilstaan in een spannende situatie, werd het voor hem echt van geen enkele mogelijkheid of belichting het enigszins makkelijker, hij wist het gewoon simpelweg niet. Hij kon moeilijk over het koningschap doorvragen, het zou ongemanierd zijn en hij was al ongemanierd zat geweest. Ook wist hij dat het nog te vroeg was om aan haar te vragen haar wapens af en te geven en te wachten totdat er een juiste gastheer op kwam draven om met haar te praten en haar de juiste begeleiding te geven. Hij wist dat hij de enige was die op dit moment met haar mocht praten, het leven was nou eenmaal niet simpel. Uiteindelijk besloot hij toch maar weer te beginnen met praten, anders werd het wel een erg onbeleefd gebeuren.
"Aangezien voor u de tijd toch wel enige betekenis lijkt te hebben, ondanks dat u het overigens eigenlijk niet toont, zal ik je een voorstel doen. Ik kan mijn leerling een echte gastheer laten halen, die op de juiste manier met u verder zal onderhandelen, maar waarbij u de wapens eerst aan mij moet afgeven. Of u onderhandelt verder met mij, waarbij je de wapens aan je lijf mag houden, maar waarbij er weer extra tijd verloren gaat." Hij wist dat dit de eigenlijke overweging was die nu gemaakt moest worden en hij wist ook dat hij deze overweging eigenlijk niet voor haar kon maken, ondanks dat dit zo niet de beleefdste vraag was vermoedde hij wel dat zij er blij mee was. Want ondanks dat hij gezicht nog altijd serieus, rustig en ontspannen bleef zag hij wel lichte trekken die nog meer ontspanning betekende. Hij wist dat hij voorzichtig moest zijn met het interpreteren van gezichten, zeker als ze bij zo'n getraind persoon voorkwamen, maar hij wist ook dat hij er toch vaak wel enige richtlijnen mee voor elkaar kon krijgen. Dat hij toch wel enige signalen er door binnen kreeg of hij nou juist wel of juist helemaal niet in de juiste richting bezig was. In dit geval was hij er eigenlijk zeker van dat hij in de juiste richting was, haar ook wat controle geven over hoe het verder zou gaan, anders dan enkel vechten of niet vechten. Toch moest hij nog maar afwachten wat haar antwoord zou zijn, hij verwachtte eigenlijk verder onderhandelen met hem, het leek niet alsof ze er al klaar voor was om haar wapens af te geven, ook leek ze eigenlijk ook niet zo'n zin te hebben in zo'n officieel geëtikeerd gesprek. Zij was hard over de beslissing aan het nadenken, ze wist dat het waarschijnlijk veel strakker er aan toe zou gaan in het officiële gesprek en ze twijfelde of ze daar nou wel echt behoefde aan had, ze had nu al een aantal iets van richting kunnen veranderen zonder dat hij het als onbeleefd had ervaren en bij een echte gastheer hoefde je dat niet te proberen. Die zou over het algemeen ernstig beledigd zijn als zij ook maar enige poging deed het gesprek ook maar een beetje in de richting te sturen die zij het wilde. Dat zou kunnen betekenen dat het even wat pijnlijke momenten gaf en dat ze daarna te horen kreeg of ze wel of niet verder het terrein op mocht, het zou ook kunnen betekenen dat ze uren en uren aan de praat gehouden zou worden totdat zij besloot dat het niet de moeite meer is om verder het terrein op te komen, in het geval van het laatste is ze zeker sneller af door gewoon met Ythreon door te praten, ondanks dat hij niet zo'n daverende spreker is, hij weet duidelijk op zich wel waar hij het over heeft en hij draait er ook niet duizend touwtjes omheen. Dat scheelt ontzettend veel tijd omdat hij daardoor niet aan alle stomme regeltjes hoeft te houden en hij is duidelijk ook niet onder de indruk van haar koningschap, wel verbaasd, maar niet echt onder de indruk. Ook dat ze haar wapens bij hem aan mag houden speelt zeker mee, zou ze zeker zijn van veiligheid dan zou ze ze misschien nog wel af willen geven, en van hen verwacht ze ook daadwerkelijk geen gevaar, maar van buitenaf is het natuurlijk een geheel ander verhaal. Ze voelt het kwaad nog altijd dichterbij komen en ze weet niet goed wat ze ermee moet doen, hoe ze ermee moet omgaan. Het kwaad is niet één ding hier, het zijn duizenden dingen, en sommigen zijn veel dichterbij dan de echte lijn. Dat is haar echte risico. Maar hoe ze dit aan hem duidelijk kon maken, dat wist ze niet. Ze kon slecht bepalen hoe ze tegen hem kon zeggen dat ze het kwaad wel voelde (en volgens haar wist hij dat eigenlijk al), maar niet kon vastleggen en zich daardoor ook niet tegen kon voorbereiden, en dat ze hoopte dat ze dat kon vinden hier, ergens in haar doel. Wat ze wel wist was dat ze hem haar beslissing moest vertellen. Ze knikte, als teken dat ze eruit was. “Wegens de omstandigheden en de net zo onzekere uitkomst met een echte gastheer, heb ik besloten het aanbod vriendelijk af te slaan, met als uitzondering hierop als je er echt op aandringt.” Ze wist dat ze hem nu een lastige situatie gaf, hij moest nu verder gaan beslissen en eigenlijk was het ook niet erg netjes om hem geen vervolg te leveren, maar ze besloot dat dit echt niet nodig was. Dit kleine beetje ongemanierdheid was iets dat ze wel kon maken na alles wat hij aan gebrek aan beleefdheid had laten zien.
Hij wist dit ook en liet het er dus bij. Hij moest nu gaan nadenken over zijn volgende zet, eigenlijk had hij ook geen zin om het door te spelen naar de echte gastheer, ondanks dat het best een toffe man was en absoluut niet onredelijk, wist hij dat de gastheer waarschijnlijk op een geheel andere manier tot zijn beslissing zou komen dan dat hij eigenlijk verstandig vond. Toch moest hij besluiten hoe hij dit verstandig aan ging pakken, hij had het recht, na trucje met het rollen van het balletje zijn kant op, hetzelfde weer naar haar te doen op hetzelfde niveau. Hij mocht echter niet verder dan dat gaan en aangezien hij al voelde ruimte voor haar had gecreëerd om onbeleefd te worden had hij daar eigenlijk niet zo’n vreselijk zin in om er zo’n soort touw trek spel van te maken. Hij had geen idee wie aan het langste eind zou trekken maar diep in zijn hart wist hij dat het toch best wel eens zij kon zijn. Zij was er immers toch wel licht voor opgeleid ondanks dat de kans dat zij in de positie van koningin zou komen gering was. Als de mogelijkheid er was, wist hij dat ze er in ieder geval een lichte opleiding voor kregen. Aangezien dit voor hem nooit aan de orde is geweest, is deze voorlichting nooit bij hem terecht gekomen. Hij is niet zo van de woorden, meer van de daden, de daden die het slachtoffer niet eens merkt voordat het te laat is. Oftewel, de daden waarbij het slachtoffer niet eens de mogelijkheid heeft om de dader aan te wijzen, zelfs al overleefd hij het, puur omdat hij nooit de dader gezien heeft. Dat was dan ook direct het eerste probleem bij haar, zij had hem door terwijl hij nog voor lange tijd onzichtbaar had moeten blijven. Ze was gewoon extreem bijzonder.
Hij wist dat het tijd was geworden om wat te zeggen, maar nog steeds wist hij nog niet echt wat. “Ik ben er geen bezwaar tegen, wel zou ik graag verder willen weten waarom je hier bent, meer dan enkel vanwege het lot.” hij wist dat dit kantje boord zou zijn met onbeleefdheid, maar dit was eigenlijk wel de essentie van het verhaal, hij wilde dat weten, want dat leverde de waarheid op. Dan zou hij ook verder moeten kunnen komen, de tijd van zelfs de kleinere formaliteiten die hier toch gehouden werden was langzaam aan voorbij aan het raken, hij was deze tijd eigenlijk een beetje zat aan het raken, want het duurde hem allemaal eigenlijk te lang en vorderde voor het mooi eigenlijk te weinig, daardoor was de kans dat het goed ging komen steeds minder aan het raken, hij wist dat hij geen keus had en gewoon aan de slag moest gaan nu, er was geen vraag meer over immers om het nog netjes formeel te houden. Hij moest nu maar afwachten of de manier van vragen als positief werd gezien of dat hij nu oorlog had uitgeroepen, hoewel hij dat laatste niet verwachtte, ze nam immers niet de wapens op zich toen hij uitgesproken was. Daardoor wist hij eigenlijk al zeker dan hij goed zat, maar pas helemaal zeker wist hij het als zij weer begon te spreken.
Zij wist dat hij nu een risico had genomen, dit soort brutaliteiten waren voor normale omstandigheden totaal ongehoord, maar in dit geval snapte ze het eigenlijk wel. Hij vond het duidelijk lastig en er waren nog geen echte antwoorden gekomen uit het afgelopen gesprek. Er moest gewoon nu wat vaart in komen anders zouden ze beide vermoeid en geïrriteerd raken. Toch was ze nog niet overtuigd van wat ze nou moest gaan zeggen, moest ze volledig open kaart spelen, met de kans dat hij haar niet geloofde en het allemaal voor niets geweest was, of moest ze een geloofwaardiger verhaal ophangen, dat hij in eerste instantie wel zou geloven maar als hij erachter kwam het hek nog verder van de dam zou zijn. Ze was er nog niet echt uit en de tijd tikte door, wat zou ze besluiten, ze moest het eigenlijk toch wel nu doen, want anders zou er geen tijd meer over zijn om te bedenken hoe ze de zinnen zou vormen voordat de tijd uiteindelijk volledig op is. Ze was er eigenlijk wel uit, ze moest nu dan toch maar open kaart gaan spelen, met het risico dat hij haar niet geloofde, maar het risico dat ze als volledige leugenaar gezien werd was nog veel erger, dus dat was helemaal niet van toepassing. Uiteindelijk begon ze te spreken. “Ik ben hier omdat het lot mij hierheen bracht, zoals ik al eerder zei, het stuurde mij deze kant op terwijl het kwaad me van de andere kant ook deze kant op duwde. Het kwaad en ik zijn op een bepaalde manier met elkaar verbonden, ik ben hier omdat het kwaad er is, maar niet om het kwaad te dienen. Dat heb ik al op jonge leeftijd afgezworen met een eed op mijn leven. Zolang de eed geldt, en dat doet het nog altijd, zal ik niet het kwaad dienen. Doe ik dit wel, dan zal ikzelf of iemand anders van mijn groep mijn leven nemen, zonodig reizen ze er speciaal naar mijn locatie voor. Dit is in het verleden bij sommigen daadwerkelijk gebeurt, nog voordat ze echte schade hadden kunnen berokkenen. Het zit echter niet in ons bloed om het te doen, het is enkel gebeurd bij hen die zo bedrogen waren, duizenden en duizenden malen, dat ze het verschil tussen goed en kwaad niet langer konden maken, gelukkig is mij dit nog nooit overkomen en is de kans dat het mij wel zal overkomen ontzettend klein, doordat mijn geest, ondanks meerdere onstabiele tot zeer onstabiele periodes, nooit ook maar richting die zijde is gegaan. Mijn doel is dus het kwaad te vernietigen of op te sluiten, en het lot zegt me dat ik daarvoor hier moet zijn.” Dat was het, alle belangrijke informatie was nu verteld, alles wat ze wist over deze specifieke situatie wist hij nu ook, ondanks dat het andersom nog absoluut niet het geval was. Ze wist dat dit ook een behoorlijk risico was maar dat was nu eenmaal haar werk, risico’s nemen. Hij wist dat er eigenlijk geen mogelijkheid voor haar was om zich hier achter te verschuilen en hij besloot uiteindelijk haar te geloven, dit was zoiets bizars, dit kon ze toch niet met een gezicht van staal vertellen als ze er zelf niet volledig in geloofde? Het enige risico was dat er al een demon in haar zat en ze daarom voor haar gevoel de waarheid vertelde. Om dit risico uit te sluiten moesten er enkele onderzoeken gedaan worden en hij wist dat het iets was waar je bij haar niet al te zeker van kon zijn dat ze dit ging waarderen. Toch zag hij geen andere keus, hij was zelf geen magiër dus hij kon het niet zelf afhandelen, wel wist hij iemand die het waarschijnlijk wel zou durven terwijl zij nog gewapend is en ook het wel hier kan doen, zonder dat ze al de muren binnen hoeft te komen van het kasteel, waardoor als het een demon is, ze al uitgenodigd is. Uiteindelijk maakt hij dus het besluit. “Jason, haal magisto Terrence.” Jason wilde al wegsprinten maar er kwam nog een tweede deel van de opdracht. “En Jason, zwijg tegen hem.” Jason knikte ter teken van bevestiging en vertrok. Hij wist dat het waarschijnlijk nog wel een kwartier kon duren voordat ze er zouden zijn, dus dat was genoeg tijd om het uit te leggen.
Zij twijfelde over wat er net gebeurd was. Ze wist dat ze nu best wel in gevaar kon zijn, veel meer dan eerder, maar ze wist ook dat ze haar wapens met rust moet laten wil ze dit voor elkaar zien te krijgen dus besloot ze het te negeren. Toch vroeg ze af wie die magisto Terrence was, Terrence was duidelijk een naam, magisto kon duiden op magische krachten, dat hoopte ze tenminste, anders kon het ook wel een groot krijger zijn of toch die gastheer, maar een groot krijger leek haar onwaarschijnlijk, dan had Ythreon waarschijnlijk zelf wel aangevallen, hoewel hij misschien wel back-up wilde, maar dat leek haar toch onwaarschijnlijk, daarvoor leek het voor Jason ook te logisch, wat een grappig jongetje is dat ook, nog heel jong maar totaal betrouwbaar en voorspelbaar, maar ook al met een groot vermogen tot allerlei taken, overmoed is nou eenmaal zoiets, dat blijft hangen bij die leeftijd, het hoort er gewoon bij. Dat is normaal en daarop straft ze hem ook niet af door minder van hem te denken dan dat eigenlijk nodig was, ze vond hem een goede jongen die zich wel enigszins naar zijn leeftijd gedroeg maar al hele stukken niet. Dat verbaasde haar eigenlijk nog wel het meest, de meeste jongens hadden de spanning niet aan gekund en waren of op een keer weggerend, of hadden aangevallen. Hij had er gewapend, gehurkt, klaar om aan te vallen, meer dan een kwartier gezeten. Ze wist van zichzelf hoe lastig ze die oefeningen altijd vond maar ze wist ook dat dit een belangrijk trainingsaspect was. Ze had het gewoon lang genoeg gevonden en had hem uit zijn positie gevraagd te komen, maar als ze dat niet gedaan had dan had hij verwachtte ze, daar nog gewoon gezeten zonder enige problemen te veroorzaken, hij was niet veranderd qua stabiliteit in al die tijd. Verbazingwekkend voor iemand die niet door haar groep getraind was, dat kwam eigenlijk niet voor en daardoor was ze nog zekerder geworden dat ze op de juiste plaats was aangekomen. Maar ze wist dat ze nog niet volledig zo ver was, ze wist dat ze nog een lange weg te gaan had en ze had geen idee hoe ze die moest betreden. Zonder wapens, dat was duidelijk, maar voor de rest? Ze wist het eigenlijk niet en ze begon langzamerhand te twijfelen of ze die uitleg wel zou krijgen. Wat ze niet wist was dat haar gezichtsuitdrukking licht veranderd was in alle overpeinzingen die ze ondergaan had, daardoor was hij aan het twijfelen geslagen. Het gaf haar een wat angstige indruk, maar ook eentje waarbij wat lol tevoorschijn kwam, hij had echt geen idee wat hij ermee aan moest. Angstig vond hij zelf eigenlijk niet zo erg, dat ga hem weer wat zekerheid, maar lol. Die snapte hij niet. Hij had echt geen idee waar ze lol om kon hebben. Oké, dat hij Jason op het laatste moment nog wat extra vroeg, gaf wel een veelbetekenend gezicht bij Jason, maar dat was toch niet zo grappig dat ze daar zoveel lol om had dat ze het daadwerkelijk zou laten zien? Dat paste helemaal niet bij haar eerdere gedrag, maar iets anders kon hij niet bedenken. Wat hij wel wist was dat hij haar het moest gaan uitleggen, zou hij dat niet doen dan zou het nog eens extra veel tijd kosten als Terrence er eindelijk was en hij zag Jason magistro Terrence nog wel eens flink opjutten met de meest geheimzinnige dingen zodat hij maar meer zou opschieten. Meer dan een kwartier zou hij waarschijnlijk echt niet krijgen. Maar dat moest voldoende zijn, ware het niet dat er nu al bijna vijf minuten onopgemerkt voorbij waren geslopen, hij moest gewoon zijn aandacht erbij houden, anders zou het volledig uit de hand lopen, het moest gewoon. Dus begon hij te spreken.
In de volgende posts komt de rest, blijkbaar kan je maar een bepaald aantal karakters per post plaatsen.