1. Ga gewoon naar je weiland toe, doe gewoon alsof je niet door hebt dat ze erzijn, zodat je baasjes je er gewoon bijlaten.

2. Ren dan heeeel hard weg. zodat ze je niet achterna kunnen, als ze doorhebben dat er schapen staan!

3. Dan ren je achter ze aan, en probeer je de beste te pakken

4. Er zijn nog maar 2 schapen over, de rest is al gevlucht.

5. probeer dan de schapen tegen de grond aan te drukken, maar dat gaat niet zomaar ! in die dikke vacht van die beesten heb je niet zo'n houvast!

6. Die schapen draaien een veel snellere bocht dan jij, dus slip je.

7. De schaap neemt zijn kans en rent weg. je moet nu hard rennen om hem weer te pakken!

8. De afstand word groter en groter, maar uiteindelijk krijg je hem bijna weer te pakken!

9. Maar doordat de baasjes zo ontzettend lopen te gillen, te zwaaien en naar je toe rennen, stop je en geef je je over.

Het schaapje had niets. Een beetje geschrokken. Hij had een dikke vacht, dus Floris heeft hem niet eens heel hard kunnen bijten!