
1. "Hallo, ik ben Stampertje. Ik ben nóóit raar."


2. "Mijn motto: niet werken voordat je vies bent..."

3. "...Maar teveel zand in je vacht, maakt het rennen weer zo zwaar!"


4. "Wat nou langzaam? Rustig beginnen, zeggen ze altijd!"


5. "Ik kan best uitstrekken, als ik daar mijn best voor doe."


6. "Sorry, wát zeg je? Nóg harder?


7.


8.


9.


10. "Ik káp ermee!"


11. "Mag ik stoppen?"



12. "Tsja, ik kom toch naar je toe. Jij zweep ...?


13. "... Ik jou opeten!


14. "Zie je, werkt altijd!


