Bij friese paarden moet je zo min mogelijk aan de manen en staart komen. Niet borstelen of kammen. Haal klitten er met je vingers zo veel mogelijk uit en behandel de manen met baby-olie van zwitsal. Ook de staart kan je hier af en toe mee behandelen. Af en toe manen en staart wassen met een milde shampoo, of speciale zwart shampoo. Als je gaat rijden, kan je de manen invlechten in een hengstenvlecht of alleen de onderste plukken opbinden met een elastiekje. Ligt er aan hoe lang de manen zijn.
Bij het poetsen de sokken controleren op mok. Je moet dan echt goed kijken en voelen. Zitten er korstjes, dan is het meestal mok. Hou de sokken goed schoon, door ze te kammen en was ze af en toe, waarna je ze goed droogwrijft met een schone handdoek. Zolang de mok niet naar boven kruipt op het been, niet met middeltjes gaan werken. Het is iets dat vanuit het lichaam komt en als je het op een plaats bestrijd, komt het er net zo hard op een andere plek weer uit. Lekker door de zee lopen werkt het beste tegen mok.
Als je paard lekker buiten staat, dan is het aan te raden om als het warm weer is na het rijden in ieder geval de zweetplekken af te sponsen. Dat is lekker tegen de jeuk en de vliegen en helpt je paard zo zwart mogelijk te houden.
Friezen zijn over het algemeen minder goed voorwaarts in de bak. Sporen zijn vaak nodig en de eerste 10 minuten moet je ze flink en concequent aanpakken (ik bedoel niet de hele tijd slaan, maar goed duidelijk maken dat aansporen betekent dat er harder gelopen moet worden.) Dus aansporen, bij geen reactie een tikje bij de volgende aansporing, weer niet de gewenste reactie, forse tik bij aansporing. BELONEN wanneer het goed gaat. Als je dit concequent volhoud in de eerste tien minuten tot een kwartier, dan hoef je daarna niet meer zo hard te werken. Je moet een Fries niet te kort nemen (hoofd 'in de krul'), maar hem leren met het hoofd naar beneden te lopen, dan komt het aan de teugel vanzelf.
Friezen zijn enorm sterk in de hals. Als hij er vandoor (neigt) te gaan, doen ze meestal 'de kop erop', dat houdt in dat je niks aan het bit hebt. Niet trekken, maar aansporen, zodat het hoofd weer naar voren komt en hij het bit weer oppakt. Of met je zit sturen. Het is een fabeltje dat Friezen nergens van schrikken, maar als ze schrikken dan rennen ze over het algemeen een stukje weg en dan zijn ze weer makkelijk terug te nemen. Dat is het voordeel van een koudbloed.
Friezen hebben moeite met zwaar zand en hebben af en toe de neiging om te struikelen (ook over de eigen benen). Dat voorkom je door ze goed actief en verzameld te rijden. De galop is vaak een moeilijke gang. Veel oefenen en het zal steeds makkelijker gaan. Heeft hij heel veel moeite, dan kan je het beste oefenen vanuit de stap.
Zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Als je nog vragen hebt, laat maar weten. Veel plezier met je Fries, het zijn vreselijk lieve en leuke paarden.