Kabardin
De Kabardin komt uit de noordelijke Kaukasus en is het voornaamste ras in de republiek Kabardin-Balkar. Het is een taai paard dat zeer oud kan worden. Dit warmbloedpaard is ontstaan door een kruising van het Mongoolse wilde paard met de Turkomaan en de Arabier. De paarden hebben een zeer groot uithoudingsvermogen op de lange afstand.
De Kabardin is een bergpaard dat gebruikt wordt op zwaar terrein. Hij laat zich niet tegenhouden door sneeuw of snelstromende rivieren en wordt dan ook vooral als rij- en pakpaard in de Kaukasus gebruikt. Verder wordt De Kabardin als renpaard gebruikt. Ook voor het veredelen van het paardenbestand in Armenië, Azerbeidzjan, Dagestan, Georgië en Ossetië wordt veel gebruik gemaakt van de kwaliteiten van de Kabardin.
De Kabardin is zwaargebouwd met een goed gespierde hals van gemiddelde lengte. De schouders zijn massief en steil en de rug is recht. Het paard staat stevig op de korte benen. De voorbenen zijn gespierd zonder verdikkingen en de achterbenen zijn sabelvormig. De hoeven zijn sterk waardoor het paard zonder hoefijzers kan werken op ruwe bodem. Kenmerkend voor de Kabardin is een weelderige groei van de staartharen en de manen. Verdere kenmerken zijn een lang hoofd met een ramsneus, puntige oren die alert en expressief zijn en een uitzonderlijk smalle kruin tussen de oren. De hoogte van de hengsten ligt gemiddeld rond de 1,55 m., die van merries gemiddeld rond de 1,50 m.
De Kabardin is voornamelijk bruin, donkerbruin en zwart van kleur zonder bijzondere aftekeningen. Het karakter van het paard is rustig, handelbaar en gehoorzaam. Het ras heeft een goed temperament en is sterk en gehard.
Paardentweet: Zag laatst een meisje onderweg naar haar paard met kogelvrijvest aan.
Dat paardrijden is ook niet meer wat het geweest is..
[IM] Julius....16 jaar alweer...