Ik heb van iemand een hele lange tijd geleden eens een pbtje gehad met dit erin :
Ik heb toe namelijk ook een topci geopenend over met hackamore rijden.
Misschiendat jullie er wat aan hebben?DE MECHANISCHE HACKAMORE
Zoals we al in hoofdstuk 6 gezien hebben bereden de Arabieren hun paarden met een bitloze optoming die ze 'haquima' noemden. Door de bezetting van Spanje door de Moren kwam de haquima in de achtste eeuw in Zuid-Europa terecht. Toen de Spanjaarden op hun beurt Amerika koloniseerden namen ze behalve hun paarden natuurlijk ook de haquima mee. In Amerika veranderde het woord haquima op den duur in hackamore. Tegenwoordig wordt de oorspronkelijke hackamore vaak bosal genoemd, en heet de veel nieuwere mechanische hackamore meestal hackamore. Ook in Nederland gebruikt men over het algemeen de term hackamore als de mechanische hackamore bedoeld wordt.
Het woord mechanische hackamore geeft al iets aan van zijn werking. In tegenstelling tot de oorspronkelijke hackamore (de bosal) werkt de mechanische hackamore via een hefboom, dus 'mechanisch'. De mechanische hackamore bestaat uit een (metalen) neusriem, een kinriem en twee bomen of scharen. De neusriem bestaat uit een metalen strip of een ketting, waar leer of kunststof omheen zit. Bij sommige hackamores bestaat de neusriem alleen uit leer. Vaak is de neusriem gevoerd met bont. Dit vermindert net als leer en kunststof de druk op de neus en voorkomt bovendien beschadigingen van de huid. De kinriem kan van metaal of leer zijn, of een combinatie vormen van deze twee. De scharen of bomen moeten gemaakt zijn van sterk metaal zoals bijvoorbeeld roestvrij staal, anders kunnen ze verbuigen.
WERKING
Aangezien de mechanische hackamore door middel van een hefboom werkt is zijn werking vergelijkbaar met die van een stang. Het belangrijkste kenmerk van een hefboom is dat er een kracht ontstaat die vele malen groter is dan de directe kracht. Als de ruiter aan de teugels trekt van een mechanische hackamore is de druk op de neus veel groter dan wanneer hij aan de teugels trekt var, een bitloze optoming zònder hefboom. Bij de mechanische hackamore is de hefboomwerking groter dan bij een stang omdat de mechanische hackamore maar een heel korte of geen bovenboom heeft. Zoals we al gezien hebben is de maximale inwerking van een stang niet alleen afhankelijk van de lengte van de onderboom maar ook van de verhouding tussen de onder- en de bovenboom.
Bij de meeste stangen is die verhouding ongeveer 2:1 (onderboom : bovenboom). Bij de meeste mechanische hackamores is die verhouding echter 4:1 of nog meer! Dit betekent dat je door middel van de mechanische hackamore een enorme kracht kunt uitoefenen op de neus en de onderkaak van het paard (zie hoofdstuk 10 voor een uitgebreide beschrijving van de werking van een hefboom) (zie ook tekening 12).
Als je aan de teugels van de mechanische hackamore trekt gebeurt het volgende: allereerst bewegen de scharen naar achteren waardoor de neusriem op de neus en de kinriem tegen de onderkaak drukt. Vervolgens klemmen de neus en kinriem de neus en de onderkaak van het paard bij elkaar. Hoe harder je aan de teugels trekt, hoe vaster de mechanische hackamore zich zal sluiten om het hoofd. Bij hackamores met een bovenboom zal er ook druk op de nek ontstaan.
PASSEN
Om de mechanische hackamore op het paard te bevestigen kun je zowel een Europees als een Amerikaans hoofdstel gebruiken. Het belangrijkste is dat de optoming op zijn plaats blijft zitten, en daartoe is een leren riempje (bakstuk) meestal al voldoende.
De neusriem van de mechanische hackamore moet ALTIJD op het harde gedeelte van de neus liggen, ongeveer twee vingers onder het jukbeen. Aangezien het paard alleen maar door zijn neus kan ademen, kan iedere optoming die te laag op de neus ligt de ademhaling belemmeren. Vanwege de werking van de mechanische hackamore (deze optoming snoert immers neus en onderkaak bij elkaar) en de grote kracht die deze optoming op het paardehoofd uit kan oefenen geldt dat hiervoor in het bijzonder.
Sommige mechanische hackamores hebben een slechte balans waardoor de neusriem naar voren valt en vervolgens te laag op de neus ligt. Als je een goede hackamore aan het hoofdstel optilt hangen de bomen iets naar achteren en de neusriem wat omhoog (zie foto 64). Als een hackamore een slechte balans heeft is daar niets meer aan te doen, maar dat geldt niet voor een te laag hangende neusriem. Dit probleem kan namelijk eenvoudig verholpen worden door de neusriem op te hangen aan de frontriem door middel van een leren veter of touwtje.
Bij de mechanische hackamore kan beter geen kinketting gebruikt worden, omdat deze optoming dan veel te hard inwerkt op het paardehoofd. In plaats daarvan kan de ruiter beter een leren riempje nemen. Voor het vaststellen van de juiste lengte van de kinriem kun je uitgaan van de regel dat er twee vingers tussen kin en kinriem moeten passen. Dit kun je aanhouden als de 'standaardlengte'. Athankelijk van de reacties van het paard kun je vervolgens de kinriem losser (als het paard angstig reageert) of vaster gespen (als het paard niet of te traag reageert). Met een (te) losse kinriem doe je jezelf en je paard geen plezier: dit maakt de werking van de mechanische hackamore namelijk onduidelijk en verwarrend.
TEUGELVOERING
De mechanische hackamore wordt altijd met een doorhangende teugel gereden. Om te zorgen dat de teugels in elk geval in een boogje blijven hangen help[ het om een (zware) musketonhaak in de teugelringen te haken en daaraan de teugels te bevestigen (zie de onderste teugel op foto 65). Omdat de mechanische hackamore zo'n grote druk uit kan oefenen op het paardehoofd is het noodzakelijk dat de ruiter heel lichte, korte rukjes aan de teugels geeft. Blijven trekken is natuurlijk uit den boze.
Alhoewel veel mensen met twee handen sturen dient het sturen met de mechanische hackamore eigenlijk met een hand te gebeuren door middel van neck-reining. Dit houdt in dat het paard uitwijkt als het de druk van de teugel op zijn hals voelt; het gaat naar rechts als de ruiter de linkerteugel tegen de hals legt. De mechanische hackamore is in principe niet geschikt voor het sturen met twee handen. Als de ruiter zijn rechterhand van de hals af beweegt om het paard naar rechts te laten gaan zal het namelijk alleen een prik in zijn rechterwang voelen van het uiteinde van de neusriem en de bomen. Als de ruiter zijn rechterhand naar achteren beweegt om het paard naar rechts te laten gaan is het effect nog verwarrender; het voelt dan alleen een druk op zijn neus en verder niets. Dat er desondanks toch nog zoveel paarden zijn die met deze onduidelijke hulpen afwenden mag een wonder heten. Wanneer het paard het neck-reining nog niet goed beheerst moet de ruiter duidelijke hulpen geven met zijn gewicht en benen. Een andere oplossing is het gebruik van een hackamore met dubbele teugels (de Monte Foreman hackamore).
ENKELE MODELLEN
In de nu volgende paragraaf worden drie mechanische hackamores besproken; de Royhackamore, de Monte Foreman hackamore en de Engelse hackamore. De eerste twee worden behandeld omdat het bruikbare modellen zijn, maar bij de derde mechanische hackamore ligt de zaak iets anders; deze wordt voornamelijk besproken omdat hij zoveel gebruikt wordt.
De Roy-hackamore (foto 64), is genoemd naar de firma die hem maakt. (Vergelijkbare hackamores zijn natuurlijk ook prima, maar dit exemplaar was toevallig bij de hand als model). Deze mechanische hackamore heeft mooie vloeiende lijnen en goede verhoudingen en er zijn nergens scherpe schroeven of uitsteeksels die het paard kunnen irriteren of verwonden. De beweeglijke scharen zijn met elkaar verbonden door een metalen staafje waardoor ze stabieler worden. Het materiaal waarvan deze hackamore is gemaakt is duurzaam en zwaar.
Een pluspunt van dit model is dat de ringen waar de teugels aan bevestigd worden achter het draaipunt liggen, en dat de bovenbomen naar achteren zijn gebogen. Dit vermindert de maximale druk die de mechanische hackamore op het hoofd uit kan oefenen en vertraagt de werking. Bovendien kan er door de vorm van de bovenbomen geen druk op de nek ontstaan (zie hoofdstuk 10). De bomen van deze hackamore glijden soepel in de scharnieren heen en weer waardoor ze weer gemakkelijk terugvallen in hun oorspronkelijke positie. Een extra pluspunt van deze mechanische hackamore is zijn uitstekende balans.
De Monte Foreman-hackamore is genoemd naar zijn Amerikaanse ontwerper, maar er zijn ook andere zadelmakers geweest die een soortgelijke hackamore hebben ontworpen. De Monte Foreman lijkt sterk op de Roy-hackamore. Bij dit model is er echter vlak onder het draaipunt een uitsparing aangebracht in de bovenboom voor de bevestiging van een tweede teugel (zie foto 65).
Omdat de ruiter door de bevestiging van een tweede teugel meerdere mogelijkheden heeft om op het paardehoofd in te werken wordt deze hackamore ook wel 'bitless pelham' (bitloze pelham) genoemd. Als de ruiter aan de bovenste teugel trekt drukt de hackamore bijna uitsluitend op de neus en is er dus nauwelijks sprake van enige hefboomwerking. De teugelvoering kan dan met twee handen plaatsvinden. De onderste teugel daarentegen snoert neus en kin bij elkaar, en de teugelvoering hoort in principe eenhandig te gebeuren. Bovendien is door de hefboomwerking de maximale druk op het hoofd veel groter.
De teugelvoering bij de Monte Foreman-hackamore kan op verschillende manieren plaatsvinden. De ruiter kan alleen met de bovenste teugel rijden, hij kan allebei de teugels gebruiken, en hij kan ook alleen de onderste teugel in zijn hand nemen. Met de bovenste teugel onderhoudt hij een heel licht contact met de neus, terwijl de onderste teugel in een boogje hangt. Als de ruiter de twee teugels samen gebruikt zijn er diverse manieren om de twee teugels te verdelen. (Zie eventueel hoofdstuk 14.)
De Monte Foreman-hackamore is uitermate geschikt voor ruiter en paard om te leren omgaan met een mechanische hackamore. Het paard kan op deze manier het neck-reining leren, en zowel ruiter als paard leren omgaan met een doorhangende teugel. De Monte Foreman-hackamore is ook heel geschikt voor een ruiter die de mogelijkheid wil hebben om verschil aan te brengen in de druk die hij kan uitoefenen op het paardehoofd.
Wat in dit artikel de Engelse hackamore genoemd wordt, is de in Nederland meest bekende mechanische hackamore. In Engeland heet deze hackamore officieel Blair's Pattem Bitless Bridle, oftewel het bitloze hoofdstel van Blair. In tegenstelling tot de vorige twee hackamores heeft de Engelse hackamore geen metalen strip of ketting als neusriem, maar een leren riem die aan de binnenkant gevoerd is met bont. De neusriem is verstelbaar door middel van een riempje op de bovenkant. De Engelse hackamore heeft vrij korte, brede en platte bomen. In de bovenbomen zitten uitsparingen om de neusriem en de kinriem te bevestigen, in de onderbomen is een uitsparing aangebracht om de teugel in te gespen. In tegenstelling tot de vorige twee hackamores worden de bomen niet met elkaar verbonden door een metalen staafje. Bovendien glijden ze niet op en neer in scharnieren maar zijn ze rechtstreeks verbonden met de neusriem. Ten slotte heeft de Blairs pattem een slechte balans; als je het hoofdstel vasthoudt valt de neusriem naar beneden.
De werking van de Engelse hackamore is vergelijkbaar met die van de andere mechanische hackamores; alsje aan de teugels trekt snoeren de neus- en kinriem de neus en de onderkaak van het paard bij elkaar. Door het ontbreken van een stabiliserend staafje is deze hackamore echter erg wiebelig, en omdat de bomen niet door scharnieren lopen valt de hackamore niet vanzelf terug in zijn oorspronkelijke positie. Tot slot is deze mechanische hackamore door zijn slechte balans (nog) onduidelijker in zijn werking dan de andere twee. Het gebruik van deze hackamore is dan ook niet aan te raden.
Uit het voorgaande blijkt al dat de hackamore niet thuis hoort in de handen van ongeoefende ruiters en jonge of (voor de hackamore) onvoldoende geschoolde paarden. Zowel paard als ruiter moeten een bepaald niveau hebben om met deze optoming om te kunnen gaan. Dit houdt voor het paard in dat het met een doorhangende teugel hetzelfde tempo aanhoudt, goed in evenwicht loopt en neck-reining beheerst. Voor de ruiter betekent dit dat hij een onafhankelijke zit heeft, neck-reining beheerst en 'zachte handen' heeft.
Ook het gebruiksdoel speelt een rol bij de keuze voor een mechanische hackamore. Deze optoming is namelijk niet geschikt om een paard te leren buigen en soepel te maken. In de rijbaan is de mechanische hackamore over het algemeen dan ook onbruikbaar. Voor het maken van trektochten, buitenritten en lange-afstandsritten is de mechanische hackamore echter wel geschikt.
Wie een bitloze optoming wil gebruiken kan er over het algemeen beter een nemen zonder hefboom. Deze werken niet zo hard in als de mechanische hackamore en zijn wat gemakkelijker te bedienen. De ruiter hoeft immers niet te sturen door middel van neck-reining maar kan volstaan met het geven van rukjes aan de teugel. Alhoewel het geen eenvoudige optoming is geldt ook voor de mechanische hackamore dat het voor bepaalde combinaties een ideale oplossing kan zijn. Het is bijvoorbeeld heel goed mogelijk dat een ongevoelig, temperamentvol paard en een goede ruiter die aan lange-afstandritten deelnemen met een mechanische hackamore heel tevreden zullen zijn.
Ik heb geen idee van welke bokker et kwam, maar ik vond het zelf leerzaam om te lezen