www.destentor.nl
Tientallen zwaluwen scheren rond de boerderij van Klein Willink in Gelselaar. Geen wonder, want op de deel zitten maar liefst negen nesten. En die genereren samen heel wat vliegbewegingen. Je snapt niet dat er nooit een botsing in de lucht voorkomt. En dat zonder verkeerstoren.
De zwaluwen zijn constant op zoek naar voedsel. Muggen en kleine vliegjes staan op hun menu en die zijn rond de boerderij volop te vinden. Maar een ander insect, dat ook in honderd-, misschien wel duizendtallen rondvliegt, wordt door de zwaluwen met rust gelaten. Zijn de dazen te groot voor de zwaluwen? Of zien ze er domweg niet smakelijk genoeg uit?
Dazen. In deze contreien ook wel bleend'n genoemd. Wie met paarden werkt weet hoe verschrikkelijk hinderlijk die steekvliegen zijn. Maar ook wandelaars kunnen er van meepraten. Zeker als ze regelmatig door drassig terrein lopen.
"Ik kan het natuurlijk niet bewijzen, maar het lijkt er sterk op dat er steeds meer komen." Zegt 'paardenman' Gerrit Klein Willink. Ofwel Gert van 'n Beumer, zoals hij in Gelselaar wordt genoemd. Klein Willink, die tal van paarden bezit en ze ook regelmatig 'in het span' heeft, heeft met name de laatste jaren steeds meer last van dazen. "Het gevolg van al die kikkerpoelen die overal worden aangelegd", vermoedt hij. "Het wordt overal steeds natter. Mooi voor de natuur die poelen, maar een ellende voor paarden en paardenmensen."
Ook rond het eigen erf nam het aantal dazen de laatste jaren steeds meer toe. Maar daar heeft de familie Klein Willink de strijd nu aangebonden. Sinds een paar weken hangt bij het weiland een soort zwarte skippybal, met daarboven een net in de vorm van een omgekeerde trechter. "Ja, dat is een dazenval", beaamt schoondochter Hester Klein Willink. Ze wijst naar een bakje water bovenin de trechter. "Zie je wel, het werkt!"
Inderdaad, in een soort wespenval van plastic bovenin het net drijven tientallen dazen. " Allemaal voor de gek gehouden", lacht Hester.
Ja, voor de gek gehouden. De val werkt namelijk op de domheid van de dazen. Die worden aangelokt door de skippybal, waarin zij de verleidelijke bilpartij van een paard zien. Op het moment dat het diertje merkt dat het in plastic prikt in plaats van in sappig paardenvlees is het in feite al verloren. Dazen kunnen namelijk niet naar beneden vliegen, alleen verticaal omhoog. Zo komen ze vanzelf bovenin het net in de fuik.
Het principe van de dazenval is al driekwart eeuw geleden in Amerika ontwikkeld, maar sinds kort is-ie in Nederland te koop. Hester Klein Willink vond 'm bij een zaak in Diepenheim. " Mijn schoonzusje had er al eerder eentje. Die hing bij het zwembadje van de kinderen en functioneerde prima. Dus hebben wij het ook maar geprobeerd."
Haar eigen ervaringen zijn trouwens minder dan die van haar schoonzus. " Er worden er heel wat weggevangen door dat ding. Maar er blijven ook nog veel over."