Bij de diagnose “hoefbevangen” zal bij menig paardeneigenaar de schrik om het hart slaan. Het feit dat je hier terecht gekomen bent betekent waarschijnlijk dat je op z’n minst wat meer wilt weten over deze aandoening, of dat je paard of pony er door getroffen is. In dat laatste geval wensen we jou en je paard sterkte en ben je welkom om hier je verhaal te doen en je vragen te stellen. Het HB-topic heeft helaas een groot aantal ervaringsdeskundigen wiens paarden deze aandoening doorgemaakt hebben en we zijn graag bereid je met raad en daad terzijde te staan of eventuele vragen te beantwoorden.
Let wel: we nemen niet de plaats in van de arts!
De tekst van deze openingspost is gebaseerd op algemene kennis, maar vooral ook op praktische ervaringen, bijdragen en kennis van verschillende schrijvers uit de voorgaande topics. Wil je de ervaringen van de schrijvers in deel 1 en deel 2 teruglezen, dan is de link naar het eerste deel: [BEH] Centraal Topic over hoefbevangenheid. . Deel 2 vind je hier: [BEH] Centraal Topic over Hoefbevangenheid - deel 2
Voorwoord
Hoefbevangenheid komt de laatste jaren steeds vaker voor. Paarden worden "te goed" gevoerd en bewegen te weinig, maar ook aandoeningen als Cushing (PPID), Insuline Resistentie (IR) en Equine Metabool Syndroom(EMS) kunnen leiden tot hoefbevangenheid.
Er is veel vraag naar informatie, dus geven we je hieronder een overzicht van de symptomen, oorzaken en de mogelijke behandelingen.
Pas op!!
Bel bij verdenking van hoefbevangenheid altijd meteen de dierenarts en je hoefsmid. Gezien de ernstige gevolgen die hoefbevangenheid kan hebben voor je paard of pony moet hoefbevangenheid beschouwd worden als een spoedgeval. Je paard of pony heeft veel pijn dus ga niet zelf dokteren maar bel meteen je dierenarts. Met snel ingrijpen kun je erger voorkomen!
De medische term voor hoefbevangenheid is Laminitis. Het woord ‘laminitis’ verwijst naar de lamellen waarmee het hoefbeen in de hoef bevestigd is. Deze lamellen kunnen door verschillende oorzaken ontstoken raken en in het ernstigste geval beschadigen en zelfs losraken, waardoor het hoefbeen in de hoef kan roteren (kantelen) en zelfs door de zool van de hoef kan doorbreken.
Hoe herken je de eerste tekenen van van Hoefbevangenheid?
Bij de eerste, zichtbare symptomen van hoefbevangenheid is de ziekte in feite al in het lichaam.
- Het paard ontlast de hoeven om en om.
- Het paard loopt wat stijf; korte passen
- Er is een stuwende polsslag te voelen bij de slagader bij de kogel.
- De hoeven en de kroonrand zijn warm.
- Bij korte wendingen is te zien dat het paard pijnlijke voeten heeft.
- Het paard loopt duwend of maakt korte stappen.
- Het paard gaat kreupel lopen.
- De straalpunt is gevoelig en warm.
- Vaak is de manenkam van het paard opgezet en hard.

Opgezette manenkam - een alarmsignaal!
Heeft het paard één of meerdere van deze symptomen bel dan direct de dierenarts en laat deze direct komen. Hoe langer je wacht, des te kleiner wordt de kans op genezing en is in het paard in het ernstigste geval niet meer te behandelen.
Voor hen die de Engelse taal beheersen is het artikel op de site van Safer Grass waarin alle tekenen van hoefbevangenheid van mild tot ernstig zeer goed beschreven zijn, zeer informatief: http://safergrass.org (zie articles)
Helaas zijn de symptomen niet altijd zo overduidelijk te zien. Het komt voor dat er niet of nauwelijks pols te voelen is en dat de hoeven niet warm zijn. Maar als het paard één van bovengenoemde symptomen vertoont, is het verstandig – ook bij twijfel – een beroep te doen op je dierenarts. Is de ziekte eenmaal in de hoef dan is de ziekte niet meer te stoppen en mag je blij zijn als je de schade beperken kunt.
Naast de problemen aan het bewegingsapparaat kunnen de toxinen ook problemen veroorzaken aan maag, nieren en lever en ook kunnen de paarden spierbevangen worden.
Chronische Fase:
- Soms neemt het paard het gewicht van de voorhand af door de benen naar voren te plaatsen vóór het lichaam en de achterhand wordt wat onder het lichaam gezet en die neemt het gewicht over. Dit wordt herkend als de typische, hangende bevangenheidsstand.
- Het paard is rusteloos en voelt zich zichtbaar niet lekker.
- In deze fase kan het hoefbeen kantelen, druk op de zool uitoefenen en daar zelfs door heen prikken.
- Boven de kroonrand van de hoef kan een kuiltje( een gootje) ontstaan. Dit duidt op zinking van het hoefbeen in de hoornschoen.


Pony en paard verplaatsen het lichaamsgewicht naar achteren om de voorhoeven te ontlasten - dit duidt op ernstige bevangenheid!
Oorzaken
Er wordt, met name in het buitenland, veel onderzoek verricht naar het ontstaan van hoefbevangenheid. Ondanks dat er een aantal bekende aanleidingen is waarbij hoefbevangenheid kan ontstaan, zijn de échte oorzaken waarom de lamellen in de hoef kunnen ontsteken of hoe de ziekte voorkomen kan worden, nog niet achterhaald. We moeten het vooralsnog doen met een aantal inmiddels wel wetenschappelijk bewezen mogelijkheden, waaronder:
- Maag- en darmproblemen door opname van giftige planten en stoffen, maar ook door voer dat veel koolhydraten bevat zoals gerst, maïs, oud brood, aardappelen, maar ook eiwitrijk gras, grote hoeveelheden koud water, grote of te snelle voerveranderingen, koliek en zware diaree.
- Bepaalde medicijnen (corticosteroïden) en afbraak van wormpasta’s
- Virusinfectie zoals Rhinopneumonie
- Insuline Resistentie (IR)
- Ziekte van Cushing
- Metabool Syndroom (EMS)
- Achtergebleven delen van de nageboorte
- Cyclusstoringen bij de merrie, een verlate hengstigheid of het uitblijven van de hengstigheid na de geboorte
- Problemen met de spieren zoals tying up
- Schildklierproblemen
- Stresssituaties
- Mechanische (over)belasting bij teveel beweging op een harde ondergrond; dunne zolen of overbelasting van één been als een van de andere benen geblesseerd is
- Nageltred
- Allergieën
- Storingen in het immuunsysteem
- Een overdaad aan koolhydraten, suikers/fructanen in het gras, of voeders
- Veel klaver (eiwitten!) en paardenbloemen ( hoog suikergehalte!) in de paardenwei
- Chronische nieraandoeningen
- Endomitritis (darmontsteking)
- Verwaarloosd of verkeerd geplaatst beslag of onjuiste bekappingsmethodes
- Een te harde of droge hoefwand
- Slechte leverfunctie
Het Ontstaan
Bij voedingsgerelateerde bevangenheid treedt er een storing op in de stofwisseling.
Bij een gezond paard bereikt het voedsel van de mond waar het gekauwd en vermengd wordt met speeksel, via de slokdarm de maag. Hier worden enzymen en maagzuur toegevoegd en wordt het voedsel verder afgebroken. Vervolgens komt het in de dunne darm, waar eiwitten worden afgebroken door enzymen tot aminozuren. Hier worden vooral de gemakkelijk verteerbare componenten uit het voer verteerd, zoals zetmeel, suikers, eiwitten en vet. Vrijwel al het voer wordt in de dunne darm verteerd en opgenomen in de bloedbaan. Hierna komt de voedselbrij in de blinde darm waar het cellulose-rijke materiaal (celwanden van gras en hooi) door bacteriën wordt afgebroken en omgezet tot vetzuren. Deze vetzuren gaan naar de lever waar ze omgezet worden in glucose. De glucose wordt verbrand of elders in het lichaam opgeslagen voor later gebruik.
Waar kan het fout gaan?
Stel nu dat je paard of pony een véél te grote dosis koolhydraten en suikers binnen krijgt, door bv de voerton helemaal leeg te eten of door langdurige weidegang op gras met een zeer hoog zetmeel- en suiker gehalte. Het normale afbraakproces in de dunne darm kan deze overdosis niet aan en het gevolg is dat een aanzienlijk deel van het zetmeel en de suikers terecht komt in de blinde darm en vervolgens naar de dikke darm. Zoals gezegd leeft in de blinde en dikke darm darm een groot aantal bacteriën die het ruwvoer (cellulose) verteren. Deze werken alleen wanneer licht verteerbare koolhydraten en suikers al in maag en darmen door verschillende enzymen zijn afgebroken. In de blinde en dikke darm bevinden zich naast deze kiemen ook een aantal bacteriën die niet zo goed zijn. In een gering aantal kunnen ze geen schade aanrichten. Komen er echter veel niet verteerde koolhydraten en suikers in de blinde darm terecht, dan storten de ‘slechte’ zich hierop en vermeerderen zich snel, waardoor koolhydraatzuren of teveel melkzuren ontstaan, die ervoor zorgen dat de Ph waarde minder wordt. De goede bacteriën overleven dit niet en sterven af. Een voorbode kan zijn dat het paard koliekerig wordt en dunne mest ( vaak met een zurige lucht) produceert. Door het afsterven ontstaan gifstoffen (toxine). Deze dringen door de slijmhuid van de darmen, die dunner is geworden door de Ph veranderingen en zo komt de toxine in de bloedsomloop. De toxinen en melkzuur hebben een grote werking op het gehele organisme en zo ontstaat een kettingreactie, die ook de veranderingen in de hoef veroorzaakt.
De toxinen ontstaan ongeveer 3 uur na opname van het teveel aan voer en binnen 16 a 24 uur ontstaan de typische veranderingen in de hoef. Het hoefbeen ligt in het hoornkapsel en is omgeven door de hoef lederhuid en is hiermee sterk verbonden. De hoef lederhuid bestaat uit plaatjes die weer zijn verbonden met de hoornplaatjes in de hoefwand. Stel het je voor als een soort van klittenband. In de hoeflederhuid zitten kleine bloedvaatjes en gevoelige zenuwvaatjes. Aan het achterste eind van het hoefbeen zit de diepe buiger( = pees). Voor de problemen in de hoef zijn de volgende factoren verantwoordelijk. Als eerste ontstaat een verminderde doorbloeding in de kleine bloedvaten in de teen van de hoef. Ten tweede kunnen er bloedstolsels ontstaan in deze bloedvaten. Ook kan er een opeenhoping van ontstekingsvocht ontstaan wat door de beslotenheid van de hoef geen kant op kan en derhalve zeer pijnlijke druk op de zenuwen in de hoef uitoefent. Tegelijkertijd komt er een stijging van de bloedtoevoer naar de hoef. Dit bloed voert door de slagaders. Daardoor is ook de pols in de kogels van het been zo goed te voelen als een paard bevangen is.
De chronische fase van hoefbevangenheid kan snel intreden, soms al na een paar uur. Het hoefbeen dat verankerd ligt in het hoornkapsel gaat kantelen omdat de hoornplaatjes loslaten en niet meer verbonden zijn met de hoeflederhuid. Ook kan het hoefbeen zakken en draaien. Dit kan zover gaan dat het hoefbeen door de zool heen prikt en de zool barst. Het kan zelfs voorkomen dat de hele hoornschoen loslaat.

Röntgenfoto van een gekanteld hoefbeen (voorzijde hoefbeen en hoefwand lopen niet meer parallel)
Dwarsdoorsnede van de hoef waarbij het hoefbeen de zool raakt en doorboort:

Behandelingen voor hoefbevangenheid
- Als eerste is het belangrijk dat de stofwisselings- en de doorbloedingproblemen worden verholpen en de pijn wordt bestreden. Het paard krijgt pijnstillers, ontstekingsremmers en soms ook medicatie om problemen met maag, nieren en lever te voorkomen.
- Bij de eerste verschijnselen moet het paard meteen op rust en op dieet gezet worden. Voer het paard alleen nog maar hooi en zorg natuurlijk voor fris en voldoende water. Het is belangrijk dat het paard veel water drinkt om zoveel mogelijk de afvalstoffen af te voeren (gifstoffen). Weidegang is nu uit den boze – het paard mag voorlopig niet meer op het gras.
Heb je een drachtige merrie dan moet deze natuurlijk wel voer hebben. Geef dan onderhoudsvoer en geen merriebrok. Dit bevat namelijk zeer veel eiwit. Er is overigens door wetenschappelijk onderzoek aangetoond dat het niet beslist nodig is dat een drachtige merrie brok krijgt, maar een gezond veulen ter wereld kan brengen als zij alleen hooi krijgt, mits dat aangevuld wordt met de juiste dosering vitaminen en mineralen voor de ontwikkeling van het ongeboren veulen. Zogende merries moeten naar buiten ivm het veulen. Heel verstandig is het om dan de merrie te muilkorven zodat ze nauwelijks of geen gras kan eten en laat haar zoveel mogelijk op zachte bodem lopen.
- Zet het paard met de hoeven 2 x daags in een bak lauw warm water (pas op voor mok). Gebruik geen koud water want dan trekken de bloedvaatjes in de ondervoet samen wat juist niet de bedoeling is.
- De hoefsmid moet onmiddellijk komen en de ijzers verwijderen. De hoef mag alleen licht bekapt worden en eventueel kan de hoefwand (voorkant) geraspt worden om de druk weg te nemen (ontstekingsvocht).
Als je er op tijd bij bent zal het paard er op termijn nagenoeg geen last meer van hebben en pijnvrij kunnen leven. Heeft je paard echter een chronische hoefbevangenheid met zeer ernstige kanteling van het hoefbeen en/of doorbreking van de zool, dan is het paard helaas vaak ten dode opgeschreven. Er zijn ook paarden die altijd problemen blijven houden maar wel gewoon gereden kunnen worden. Je moet ze een paar keer per dag controleren of alles nog goed is. Ze mogen niet meer in de wei zonder graaskorf en dan slechts voor een beperkte tijd. Je zult een strak dieet moeten instellen met een koolhydraat- en suikerarm voer.
Belangrijke medicijnen tijdens een acute en chronische hoefbevangenheid
In het acute stadium zal de dierenarts je waarschijnlijk medicijnen voorschrijven; dit zijn pijnstillers, bloedverdunners en vaatverwijdende middelen. Veel gebruikte medicijnen: Phenylbutazon ( “Buut”, Equipalazone , Pro-Dynam), Meloxicam ( Metacam), Flunixin (Finadyne), Acepromazine, Ascal, Quadrisol en Tranquigel. Zoals dit voor alle medicijnen geldt, kunnen de genoemde middelen lichte tot ernstige bijwerkingen hebben. Vraag aan je dierenarts waar je in jouw specifieke geval op moet letten, met name als er combinaties van deze medicijnen worden voorgeschreven. Hou je paard of pony goed in de gaten en als je bij het gebruik van deze medicijnen veranderingen opmerkt, neem dan contact op met je arts. In het geval van langdurig of hoog gedoseerd gebruik van met name Phenylbutazon en Metacam kan schade aan de maagwand, lever en nieren ontstaan, of kunnen eventuele maagzweren verergeren als het paard slecht eet. In zo’n geval zou het gebruik van een maagbeschermer zoals GastroGard wenselijk zijn.
Volgens informatie van de Universiteitskliniek voor Paarden (UKP) Utrecht heeft een paard dat normaal eet en slechts voor korte tijd medicatie krijgt ( maximaal 10 dagen) geen maagbescherming nodig.
Homeopathie & Fytotherapie
Homeopathie en Fytotherapie kan ingezet worden bij de behandeling van een hoefbevangen paard, maar beter niet in de acute fase. Werkstoffen in ‘natuurlijke’ medicijnen zijn vaak minder stabiel, niet altijd exact gedoseerd en werken langzamer dan de ‘reguliere’ medicatie. Ook kunnen middelen elkaar tegenwerken of hebben, net zoals bij gewone medicijnen bijwerkingen die je niet voorziet. Handel dus niet op eigen houtje maar overleg altijd met je dierenarts, in samenspraak met een natuurgeneeskundige of homeopaat.
Let op!!!!
Medicijnen die je paard niet mag hebben tijdens en na de hoefbevangenheid zijn die uit de groep van corticosteroïden, zoals bv Dexamethason. Corticosteroïden zijn niet geschikt omdat ze juist de bloedsomloop belemmeren en zo het ziektebeeld verslechteren.
Ook als het paard genezen is en onverhoopt een andere aandoening zou hebben die het gebruik van corticosteroïden nodig zou maken, is waakzaamheid geboden. Deze middelen kunnen opnieuw bevangenheid opwekken. Herinner je dierenarts dus altijd aan de medische voorgeschiedenis van je paard of pony!
Hoefbevangenheid, het voer en het gras
Bij hoefbevangenheid draait het vaak om het koolhydratenaandeel in de voeding en het gras en niet om de eiwit gehaltes. Het schrikbeeld van veel paardenbezitters in het weideseizoen is hoefbevangenheid. De angst voor te veel eiwit in het voer bepaalt voor een groot deel het handelen. Maar eiwit is niet de oorzaak van het ontstaan van hoefbevangenheid. Er heeft zeer veel onderzoek plaatsgevonden waaruit blijkt dat suikers ( lees goed: dat zijn dus koolhydraten = zetmeel én suikers en fructaan) hoofdverantwoordelijk zijn voor het ontstaan van hoefbevangenheid.
Er is de laatste jaren veel ruchtbaarheid gegeven aan fructaan. Bekend zijn vooral de bevindingen van de Australische onderzoeker Prof. Chris Pollitt. Wetenschappelijke vervolgonderzoeken spreken zijn bevindingen echter al tegen. Niet alleen heeft hij bij zijn onderzoek gebruik gemaakt van een fructaansoort (inuline) die niet in gras voorkomt, maar ook zijn zijn bevindingen op dermate hoge doses gebaseerd dat gesteld kan worden dat een normaal grazend paard nimmer een dergelijk hoge dosis kan binnen krijgen. Inuline zit wel in paardenbloemen. De fructaansoort die wél in gras voorkomt is o.a. Phlein, en deze is geconcentreerd aanwezig in de basis van de grasstengel (groeipunt). Onder bepaalde omstandigheden (kou, schaduw) vindt er zgn. Phleinase plaats wat kan zorgen voor een verhoging van de simpele suikers in het gras. Je zou hieruit kunnen concluderen dat zeer kort afgegraasd gras niet veilig is als je een overdaad aan suikers wilt voorkomen. Dat betekent dat fructaan in gras wel degelijk een goede indicator kan zijn, zoals ook onderzocht en toegelicht door Katy Watts (Safer Grass). Als het fructaangehalte door bepaalde weers- of groeiomstandigheden hoog is, dan is het ook logisch dat gelijktijdig het zetmeel- en simpele suikersgehalte van het gras óók hoog is. En het zijn juist die laatste twee die de boosdoener kunnen zijn. Heel veel informatie over gras, suikers en fructanen vind je op de Engelstalige site van Katy Watts http://safergrass.org/
Een blik werpen op de fructaanwijzer kan geen kwaad.
Op de site van Paard Natuurlijk vind je de zgn fructaanwijzer. Deze geeft een benadering voor wat je in jouw omgeving die dag aan fructaanvorming ( en dus ook suiker en zetmeel) in het gras mag verwachten. Kijk op: http://www.paardnatuurlijk.nl
Zoek op de site-index naar Fructaan en je komt vanzelf bij meer informatie en de fructaanwijzer.
Ruwvoer, de belangrijke basis in de voeding van élk paard!
Als er voedingsadvies gegeven wordt, wordt er vaak gesproken over DS gehaltes. DS staat voor droge stof. Het DS gehalte is een waarde in % die wordt gebruikt om aan te geven uit hoeveel droge stof een ruwvoer bestaat en uit hoeveel water. Alle ruwvoer bevat een percentage vocht, water. Dat weegt mee in het werkelijke gewicht. Om precies te kunnen berekenen hoeveel vocht er in verschillende soorten ruwvoer zit is een DS gehalte nodig. Globaal kun je zeggen dat weidehooi voor ong. 85% uit droge stof bestaat en 15-20% uit water. Iedere afgewogen kilo hooi, bestaat dus voor 850 gram uit droge stof, de rest is water. Voor voordroogkuil gelden lagere DS gehaltes. Deze DS waarde zegt echter niets over de voedingswaarde!
Een gezond paard kan gemiddeld maximaal 2 – 2,5% van het lichaamsgewicht aan droge stof (DS) ruwvoer opnemen. Een paard op dieet heeft minimaal 1 – 1,5% van het lichaamsgewicht nodig aan droge stof ruwvoer. Geef voldoende, reken het goed uit. Te weinig ruwvoer geven is niet goed voor de darmwerking van een paard en kan Hyperlipidaemie tot gevolg hebben. Voor een goede darmwerking heeft een paard nu eenmaal veel vezels nodig. Zorg dus eerst voor een betrouwbare meting van het gewicht van je paard en bereken dan wat je dagelijks zou moeten voeren aan hooi. Om het juiste gewicht van de hoeveelheid hooi te bepalen is een weegapparaatje heel handig. Een hangweegschaal ( unster) komt hierbij goed van pas. Je hangt je hooinet eraan en je weet precies hoeveel je voert! Op de website van Voervergelijk.nl vind je een Kennisbank en daar kun je precies zien wat we verstaan onder een ‘normaal’ gewicht volgens het zgn. Body Scoring System. Meer informatie over gewicht: zie onder het hoofdstuk Voer.
Welk hooi?
We kennen allemaal het gewone weidehooi. Dit is er in vele soorten en vormen, afhankelijk van het soort grasland waarvan het is geoogst en welk tijdstip van het jaar. Dan is er voordrooghooi en kuil in plastic verpakt. Tenslotte is er nog graszaadhooi, dat
wordt ook wel gedorst hooi genoemd. Het is afkomstig van grassen die worden gekweekt voor de graszaad productie. Het wordt eens per jaar geoogst in de periode van eind juli begin augustus. Dan wordt het graszaad eruit gedorst en hou je dus als rest product het graszaadhooi over. Het gras heeft dus gebloeid en heeft zaad gezet. Het is om die reden behoorlijk grofstengelig. Omdat de grasplant de voedingsstoffen aangewend heeft om zaad te vormen, is dit hooi ‘armer’ aan voedingsstoffen voor het paard in vergelijking met gewoon hooi of voordrooghooi. Hou er wel rekening mee dat graszaadhooi hard is van structuur (het is tenslotte vergelijkbaar met stro) en dat dit het darmstelsel van het paard kan irriteren. Voorzichtigheid is dus geboden (ook ivm koliek!) en het is aan te bevelen niet van het éne moment op het andere alleen maar graszaadhooi te geven. Het beste is om graszaadhooi te mengen met gewoon hooi.
Er zijn verschillende soorten: rietzwenk, roodzwenk, veldbeemd en engels raai.
Tenslotte: Voor paarden die hoefbevangen geraakt zijn, wordt vaak het zgn. ‘overjarige’ hooi aanbevolen. Overjarig hooi zou nog maar weinig voedingsstoffen bevatten en daardoor voor een paard op dieet aan te bevelen zijn. Helaas… het is een hardnekkig fabeltje… Bespaar je de moeite om op zoek te gaan naar overjarig of oud hooi !
Onderzoek heeft uitgewezen dat hooi, dat meer dan een jaar oud is, nog net zoveel zetmeel, eiwitten en suikers bevat als vers hooi.
Wat wel uit hooi verdwijnt zijn de kwetsbare vitamines zoals Vitamine A, D, E en K.
Als je paard op een hooidieet staat is het raadzaam Vitamine E + selenium als supplement bij te geven. Dit bevordert het herstel en draagt bij aan het voorkomen van spierstijfheid. Ga nooit zelf met seleniumdoseringen aan de slag. Overdosering van selenium leidt tot problemen. Er zijn kant en klare producten te koop zoals Equistro Excell E+ of Synovium Myocare E.
Geef je liever geen product waar selenium aan toegevoegd is, dan volstaat ook Vitamine E voor humaan gebruik ( bij voorkeur uit plantaardige bron). Je kunt ook plantaardige olie geven ( lijnzaadolie, omega olie, zonnebloem- of mailsolie). Het nadeel daarvan is echter dat je niet precies weet hoeveel Vit E in een scheutje olie zit. Je kunt dus niet precies doseren.
De dagelijkse dosering van Vit E is onlangs bijgesteld voor volwassen paarden: 1000 tot 2000 ie per dag zou nodig zijn. In krachtvoer + hooi zit slechts gemiddeld 300-500 ie.
Suppletie is dus noodzakelijk.
Wil je daadwerkelijk je verse hooi wat minder suikerrijk maken en de wateroplosbare koolhydraten ( = suikers!) zo veel mogelijk verwijderen, dan is daar een simpele oplossing voor: laat het hooi minstens een uur ondergedompeld weken in een kuip met vers water! Na een uurtje weken ben je al circa 30% van de suikers kwijt.
Dikke paarden: Is je paard te dik, neem dan geen drastische maatregelen maar stel met beleid een dieet in. Het eerste advies wat een dierenarts je zou moeten geven is om al het krachtvoer (brok, muesli, vitaminekoeken en aanverwante voersoorten) uit het dagelijkse dieet te schrappen. Laat een dik paard echter nooit hongeren, dus wel voldoende hooi blijven geven! 1,5% van het lichaamsgewicht, verdeeld over meerdere porties per dag is aanbevolen. Een te snelle afname van calorieën kan Hyperlipidaemie (vervetting van het bloed) veroorzaken. In dit geval probeert het paard de tekorten aan glucose te herstellen door gebruik van lichaamseigen vetten. Hierbij komen hoofdzakelijk Lipiden vrij en deze worden in het bloed afgegeven. Dit kan gevaarlijke vervettingen van centrale organen tot gevolg hebben en met name bij kleine pony’s tot de dood leiden.
Magere paarden: Hoefbevangenheid bij magere paarden ligt over het algemeen niet aan de voedingstoestand maar aan een andere ziekte zoals chronische lever- en nierziekten en het hypofyse- afhankelijke Equine Cushing Syndroom (PPID). Als je in dit geval nog minder calorieën gaat geven leidt dit tot een nog grotere gewichtsafname omdat de organismen proberen energie te leveren door gebruik van lichaamseigen spiervetten. Dit leidt tot belasting van lever en nieren. Als de oorzaak van de bevangenheid niet bekend is, is het zinvol om bloed- en urine monsters te laten nemen en eventueel te laten onderzoeken op Cushing (PPID), Insuline Resistentie en op Metabolisch stofwisselingssyndroom (EMS) . Pas op! De aandoeningen Cushing, IR en EMS zijn niet voorbehouden aan magere paarden. Ook bij dikke(re) paarden kan het een oorzaak van bevangenheid zijn.
Een goede aanvulling op het hooidieet is ongemelasseerde bietenpulp. Dat bevat heel weinig suikers maar levert dankzij de grote hoeveelheid vezels veel energie en bevat daarnaast een aantal goede bouwstoffen.
Bietenpulp zonder melasse is o.a. verkrijgbaar bij Dodson & Horrel onder de merknaam Kwik-beet. Het hoeft maar 10 minuten te weken en is ook erg handig om de medicijnen die het paard nodig heeft, in te verstoppen!
Belangrijke stoffen voor hoefbevangen paarden
Als vers gras, brok, muesli, suikers en koolhydraten verboden zijn, maken eigenaren zich vaak zorgen dat het paard tekorten gaat oplopen.
Op de korte termijn is dat niet nodig, maar om het herstel van je paard of pony te bevorderen kun je dagelijks een vitamine supplement geven. Een supplement dat speciaal voor hoefbevangen paarden geschikt is (ontwikkeld door de Laminitis Clinic in Engeland) is Formula4Feet van Equilife (http://www.equilife.co.uk ). In Nederland is dat verkrijgbaar via Paardnatuurlijk.nl of via Jordens Hippo.
Uiteraard kun je er ook voor kiezen om een ander compleet vitamine- en mineralen supplement te geven, maar de verhoudingen liggen daarin wat anders dan in F4F en deze supplementen zijn niet specifiek voor bevangen paarden.
Geef liever geen vitaminekoeken zoals van Pavo (Summerfit: suikers 31%) of Marstall (Weide-Riegel, zetmeel 26%, suiker niet gespecificeerd). Ondanks het feit dat de producenten beweren dat deze geschikt zijn voor bevangen paarden, is het zetmeel en suikergehalte nog altijd te hoog.
Vitamine E is een vetoplosbare vitamine die een rol speelt bij de aanmaak van rode bloedcellen en het in stand houden van spier- en andere weefsels. Ook is het belangrijk voor de weerstand. Vitamine E is een antioxidant: het beschermt de cellen in het lichaam tegen vrije radicalen.
Daarnaast kun je ook overwegen het paard wat extra magnesium toe te dienen. Zeker bij paarden met een dikke, hard opgezette manenkam en vetplaten op het lijf geeft dit soms goede resultaten.
Likstenen & zout: met name in de acute fase van bevangenheid, is het belangrijk dat je paard veel drinkt om afvalstoffen af te voeren. Een zoutblok beschikbaar stellen is een goed idee. Het nadeel daarvan is echter dat je geen controle hebt over de hoeveelheid zout die het paard opneemt. Likstenen met mineralentoevoeging zijn in die zin dus ook niet betrouwbaar. Volgens het standaard werk voor paardenvoeding ‘Nutrional Requirements for horses’ (National Research Centre, Washington) zou een paard van gemiddeld 500 kg, dagelijks via de voeding maar liefst 57 gram zout + jodium moeten opnemen. Aan alle paardenvoer en supplementen worden zout en electrolyten toegevoegd. Ook in gras en hooi zit natrium. Nu je paard geen krachtvoer en gras krijgt is een dagelijkse toevoeging van een eetlepel zout aanbevolen, ook om het drinken te bevorderen.
Vet & olie: wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat een te hoog vetpercentage in de voeding, het ontstaan van Insuline Resistentie kan veroorzaken en bevorderen. Veilige vettoevoegingen zijn: gemalen geel lijnzaad ( o.a. Marstall, Sonnenlein), gestabiliseerde lijnzaadolie en Omega 3 olie. Omega 3 is ontstekingsremmend, Omega 6 daarentegen juist ontstekingsbevorderend.
Voer geschikt voor (chronisch of gevoelige) hoefbevangen paarden
Het is belangrijk om de conditiescore van je paard vast te stellen. Hoefbevangenheid komt weliswaar evengoed voor bij magere paarden en bij hen die in goede (normale) conditie lijken te zijn, maar veel van de patiënten blijken toch te dik te zijn en lopen daardoor een groter risico. Om de ‘omvang’ van je paard goed in de gaten te bepalen, moet je de zgn. conditie-score kennen: deze loopt van 1 tot en met 5 ( van zeer mager tot levensbedreigend dik). Er zijn diverse internetpagina’s die je kunnen helpen:
http://www.laminitisclinic.org/Condition%20scoring.htm
http://www.wikihow.com/Condition-Score-a-Horse
een filmpje: http://www.youtube.com/watch?v=u9dVeVNtFdQ
in het Nederlands: http://www.voervergelijk.nl/kennisbank
Er zijn diverse producenten die speciaalvoer op de markt brengen dat geschikt is voor bevangen paarden. Zo zijn er volgens de mooie websites en reclames diverse voersoorten die ‘suikervrij’ of ‘geschikt voor gevoelige paarden’ zijn. In het buitenland begint ook ‘low-carb’ ( laag in zetmeel) al een hype te worden. Toch verdient het aanbeveling om goed naar de voeranalyse op de verpakking te kijken. Tel de zetmeel- en suikerwaarden of percentages bij elkaar op: in bijna alle gevallen zul je dan zien dat het voer helemaal niet zo veilig is! De norm voor paarden met Insuline Resistentie bv ligt tussen de 10 en 12% en voor bevangen paarden is dat niet veel anders.
Toch zijn er in ons land wel ‘veilige’ voeders verkrijgbaar:
De firma Dodson and Horell uit Engeland heeft speciaal voer ontwikkeld voor hoefbevangen paarden: Safe and Sound.: Paarden eten dit voer langzaam waardoor het beter opgenomen wordt. Er zitten producten in die goed zijn voor huid en hoef. Het bevat anti-oxidanten, Biotine, weinig zetmeel en weinig suikers. Ook bevat het vitaminen en mineralen, en geeft weinig energie. Hierdoor is het een ideaal voer voor bevangen paarden
Importeur voor Nederland: René Wielens (http://www.rwdh.nl) Safe en Sound kun je rechtstreeks bij hem bestellen, of een dealerlijst vragen voor verkooppunten in jouw omgeving.
Dodson & Horrell, Safe & Sound (http://www.rwdh.nl of http://www.dodsonandhorrell.com) (suiker en zetmeel totaal 10%)
Marstall, Vito (http://www.marstall.nl/) (suiker- en zetmeel arm, totaal 10,7%)
St. Hippolyt, Equi Gard (http://www.st-hippolyt.de of http://www.rwdh.nl) muesli zonder granen, laag in suikers en zetmeel
Agrobs, Pre Alpin Aspero (http://www.agrobs.de of http://www.rwdh.nl ) – hooivervanger, suiker en zetmeel circa 5,30%
Healthy Herbs, diverse soorten grasbrokken, in suiker- en zetmeelgehalten variërend van 7 tot 10% Weidebrok Plus – 7% - Basisbrok 10% http://www.voergezond.nl/)
Subli, Dieetmix – binnenkort brengt Subli dit nieuwe product op de markt
(verkrijgbaar bij Boerenbond en Welkoop): Dieetmix bevat 12% suiker en zetmeel.
Een ander nieuw product van Subli is de RuwvoerMix , een hooivervanger met slechts 5,7% zetmeel en suiker.(http://subli.nl)
Aan de meeste van de bovenstaande producten zijn vitaminen en mineralen toegevoegd. Op de websites van de producenten vind je de ingrediëntenlijst.
Overige producten: bietenpulp zonder melasse, gemalen of gekneusd geel lijnzaad, lijnzaadolie of omega 3 olie, liefst van plantaardige bron (lijnzaadolie of zaad bevat veel omega 3).
Hoeven beslaan of niet?
Samenwerking tussen arts en hoefsmid is essentieel!
Er is geen absolute richtlijn te geven wat de voorkeur heeft: beslaan of alleen bekappen. Veel hangt af van de inwendige toestand van de hoeven. Hoe graag we dat ook zouden willen: geen dierenarts of hoefsmid, hoe ervaren ook, kan van buitenaf zien wat er in de hoef aan de hand is. Het is daarom zeker verstandig om röntgenfoto’s te laten maken. De kosten daarvan zijn zeker niet te hoog en het geeft meteen voor zowel de arts als de hoefsmid duidelijkheid óf en hoe er beslagen of bekapt moet worden. Een kleine investering die echter veel rendement oplevert!
Er is een aantal mobiele röntgenpraktijken (komen dus aan huis of op stal) maar veel dierenartsenpraktijken hebben tegenwoordig zelf ook mobiele röntgenapparatuur. Je hoeft dus niet persé met je bevangen paard op de trailer naar een kliniek.
Afhankelijk van de ernst van de inwendige situatie van de hoef wordt er vaak besloten om voor speciaal beslag te kiezen. Dat sluit echter niet uit dat een goede en ervaren bekapper ook het paard goed zal kunnen helpen. Ook hier zijn röntgenfoto’s een goede informatiebron. Vanzelfsprekend ga je niet met een amateur in zee: vraag altijd of de smid of bekapper ervaring heeft in het behandelen van bevangen paarden!
Hoefsmeden beschikken over diverse mogelijkheden en veel kennis. De meest prominente op dit gebied zijn de gebroeders Rob en Antoon van Nassau die o.a. door de ontwikkeling van het zgn. Break-over ijzer al vele paarden gered hebben. Beiden zijn zeer bekwaam en ervaren in het behandelen van hoefbevangenheid en aanverwante probleemgevallen. Op de website van Van Nassau vind je veel informatie over hoefbevangenheid en uiteraard ook over allerlei andere hoefproblemen. Zie: http://www.Hoofcare.nl
Dierenhospitaal Visdonk in Roosendaal (N.Brabant) werkt samen met de Gebr. Rob en Antoon Van Nassau (http://www.dierenhospitaal-visdonk.nl)
Er zijn nog diverse andere middelen en hulpstukken die een smid kan gebruiken om de hoeven te ontlasten en in de juiste stand te houden ( o.a. Styrofoam) en je kunt ook denken aan hoefschoenen. Informeer wat je smid kan aanraden!
Een aantal bekende klinieken waar ook gespecialiseerde hoefsmeden aan verbonden zijn vind je in Bodegraven, Emmeloord, Lemmer (Dierenkliniek Vrieselaar), Lienden|Tiel (Diergeneeskunde De Lingehoeve), Kootwijkerbroek (Veterinair Paardencentrum), Roosendaal (Dierenhospitaal Visdonk), Utrecht (Universiteitskliniek Paard) en Wolvega.
Resumerend
Er is veel wat je zelf kunt doen om je bevangen paard of pony te begeleiden.
Het is belangrijk dat je zelf zoveel mogelijk kennis over de oorzaken en behandeling van deze aandoening probeert de verzamelen. Kennis is belangrijk omdat je dan een goede geprekspartner bent voor je dierenarts en je smid, maar ook omdat je sneller kunt reageren op bepaalde zaken en wellicht erger kunt voorkomen.
Het internet biedt in veel gevallen uitkomst om je van informatie te voorzien! Google op de zoekwoorden “Hoefbevangenheid” en “laminitis” - er is heel veel te vinden.
Belangrijke links zijn:
http://safergrass.org/
http://www.laminitisclinic.org/
http://www.laminitisresearch.org/chrisp ... ntacts.htm
http://www.equilife.co.uk/ (o.a. voedingssupplementen zoals Formula4Feet)
http://www.hoofcare.nl
Ook bieden diverse paardenklinieken informatiepagina’s op hun websites waarop je in het Nederlands veel informatie kunt terugvinden.
Hoe voorkom je hoefbevangenheid:
- Voer zo dat het paard geen overgewicht krijgt en vermijdt krachtvoer bij paarden die niet hoeven werken.
- Verander je van voer of hoeveelheid, doe dit dan geleidelijk. Ook de overgang van stalverblijf naar weidegang ( bv in het voorjaar) moet voorzichtig opgebouwd worden.
- Voer altijd genoeg ruwvoer en verdeel het voer in meerdere porties per dag.
- Pas op met giftige planten en ongeschikt voer zoals aardappels, brood en suikerhoudende voedingsmiddelen zoals appels en wortels. Ook paardensnoepjes en pepermuntjes bevatten veel suiker!!
- Laat na de geboorte van een veulen de nageboorte goed controleren.
- Laat een paard niet te hard werken op een harde ondergrond (pas vooral op bij paarden voor de koets).
- Laat zolen niet te dun worden.
- Laat de smid tijdig komen en verzorg de hoeven goed.
- Pas op met bepaalde medicijnen zoals corticosteroïden, raadpleeg de dierenarts.
- Pas op met gras in het voorjaar en najaar. Hou er in de zomer ook rekening mee dat gras na een periode van droogte, gevolgd door veel regen, een groeispurt kan maken en er dan dus veel koolhydraten en suikers in het gras zitten.
- Zorg voor een goed weide management. Weides correct bemesten zodat je onkruid groei van bijvoorbeeld klaver, paardenbloem en boterbloem tegengaat. Ook andere schadelijke onkruiden zullen minder snel groeien omdat het gras meer kans tot groeien krijgt. Gras dat niet voldoende voedingsstof uit de bodem kan halen kan ‘gestressed’ raken en daardoor meer suikers en fructanen vormen. Er zijn tegenwoordig speciale kunstmeststoffen voor paardenweides beschikbaar met een langzamere afgifte van stoffen waardoor het gras geen groeispurt krijgt. Ook bestaan er speciale grasmengsels voor de paardenweide.
- Tenslotte, maar heel belangrijk: Geef je paard voldoende beweging!! Suikers en koolhydraten zijn de energieleveranciers voor het paardenlijf. Die energievoorraad wordt aangesproken als je paard zich moet inspannen door voldoende beweging, en daardoor worden de suikers/koolhydraten efficiënt verbruikt. Beweegt het paard te weinig dan wordt het overschot aan suiker/koolhydraten opgeslagen in de vorm van vet en dat kan een mogelijke trigger voor de ziekte zijn.
De toekomst van je bevangen paard
Het zal duidelijk zijn dat hoefbevangenheid een aandoening is waarvan je de ernst niet mag onderschatten. Het is ook een ziekte die niet binnen een paar dagen te genezen is. Ga in ieder geval niet te snel weer met je paard aan de slag! De lamellen in de hoeven zijn fragiel en kwetsbaar, zeker ná een heftige ontsteking zoals door laminitis. Het heeft tijd en rust nodig om te herstellen (hoefgroei vanaf de kroonrand tot aan de zool neemt circa 9 maanden in beslag) en hoe beter dat verloopt, des te meer plezier zul je daar later van hebben. Bedenk je ook dat als het paard pijnstillers krijgt, het zich weer beter voelt. Probeer dan toch je paard zoveel mogelijk rustig te houden en voorkom uitspattingen als galopperen en keihard draven.
Als het paard zonder pijnstillers weer goed kan lopen, kun je voorzichtig aan weer wat beweging gaan geven. Aan de hand wandelen, recht vooruit, zonder bochten of voltes is een goede start. Van een minuutje of 5 per dag kun je het dagelijks opbouwen en uitbreiden. Eens komt weer de dag dat je paard weer onder zadel kan maar in het begin is de uitspraak “Less is more” het verstandigst!
Hoe je in de toekomst weer voorzichtig naar wat ‘gewoon’ voer kunt overschakelen is een individuele kwestie. Stel je vragen in het topic en we zullen je zo goed mogelijk van advies voorzien!
Het is vaak een lange weg die je met je paard of pony moet gaan en daarbij komt dat als een paard ooit bevangen geweest is, het spook altijd op de loer blijft liggen en terugval of opnieuw bevangen raken altijd mogelijk is.
Zoals een van onze vaste schrijvers/raadgevers opmerkte:
Een bevangen paard zorgt ervoor dat de eigenaar nooit meer onbevangen is.
Dat is helaas maar al te waar. In veel gevallen kan het goedkomen met het paard maar waakzaamheid blijft altijd geboden. En soms is het zo dat ondanks alle kennis, medicatie, alle pijn en moeite die je er voor over hebt, het paard niet meer te genezen is en je zult moeten besluiten hem of haar verder een leven met pijn te moeten besparen…
Geef echter nooit te snel op, in de meeste gevallen kan een paard of pony na laminitis nog een lang en prettig leven leiden!
Tekst: Jannepauli
Tekstbijdragen, aanvullingen en correcties: Paars, Wuswa, Janouk, Lolclub e.v.a.
Verhalen van ervaringsdeskundigen lees je hieronder!