
Sjef Janssen en zijn zoontje Yannick Janssen
"Nederlanders jammeren nogal vaak."
De bondscoach neemt in de lobby van het hotel dat een ster of vijf achter de naam heeft prijken een slok van zijn koffie, gaat nog eens achteroverzitten en wijst op de skyline van Hongkong, aan Victoria Harbour. Nee, zegt Sjef Janssen, de keuzeheer van de Nederlandse dressuurruiters, niemand hoeft medelijden met hem te hebben. "Je kunt beter hier zitten dan in Peking, neem dat van me aan. Peking is niet al te schoon, eigenlijk een uit de kluiten gewassen dorp. Hier in Hongkong ben je van alle gemakken voorzien. Ik ben er niet rouwig om dat de paardenevenementen hier worden afgewerkt. Laat mij maar lekker zitten."
Valse sentimenten vindt hij het, verhalen dat het eigenlijk niet kan dat de hippische sporten op drie uur vliegen van Peking worden afgewerkt. Want zeg nou eens eerlijk: in hoeverre verschilt de situatie deze Spelen van die in, pak 'm beet, Atlanta, Sydney of Athene? "Alleen in Seoel en Barcelona heb ik ooit in het olympisch dorp gezeten. Of je op een paar uur rijden of een paar uur vliegen van de Spelen zit, wat maakt dat uit? We zijn nu eenmaal de buitenbeentjes. Voor roeiers en zeilers is dat niet anders." "Er zijn twee redenen waarom de paardendisciplines niet in Peking worden gehouden. Ten eerste heeft Peking geen paardencultuur. Alles moest daar nieuw worden gebouwd. Bovendien zijn de gezondheidseisen daar nog stringenter dan in Hongkong. Dit is traditioneel verbonden met paarden. De renbaan van Sha Tin, waar het hippisch programma plaatsvindt, ademt paardensport uit. Tien miljoen euro omzet op een racedag is hier eerder regel dan uitzondering."
"Een tweede punt is dat er politiek achter zit. Hongkong heeft van oudsher een aparte status in China. De toewijzing van de paardendisciplines is een zoethoudertje van de Chinese overheid. Zo van: alsjeblieft, hier hebben jullie ook een stukje van de Spelen. Nou, ik vind het prima."
De zware klimatologische omstandigheden waarin de paarden moeten presteren - de no-nonsense coach wordt er eerlijk gezegd soms een beetje moe van. Aan de vooravond van zijn zesde Olympische Spelen noemt hij zichzelf een ervaringsdeskundige. "Allemaal overdreven gedoe, die voorzorgsmaatregelen die sporters nemen om de reis en het verblijf zo aangenaam mogelijk te verwerken. Lichttherapie, waar hebben we het in godsnaam over? Wanneer je twee daagjes gaat shoppen in New York doe je dat toch ook niet?"
"Nederlanders jammeren nogal vaak. Je wéét toch wat je te wachten staat? Nou, dan moet je je gewoon aanpassen. Zo moeilijk kan het toch niet zijn?" Bovendien: "Was het tijdens andere Spelen zoveel beter? In Barcelona was het 's avonds om negen uur ook nog 38 graden. En in Athene liep je vier jaar geleden van boom naar boom om vooral maar uit de zon te blijven. Je moet gewoon even de juiste knoppen indrukken om te wennen, daarna kun je gewoon aan de slag."
De jaren krijgen maar geen vat op hem. "Ik ben 58, maar ik ga zeker door tot Londen 2012. Desnoods als bondscoach van een ander land. Zolang ik getalenteerde ruiters en goede paarden heb, ben ik van de partij. Er moet alleen wel zicht zijn op een medaille, dat is een voorwaarde. Ik heb geen enkele behoefte om alleen maar mijn zakken te vullen."