Door Mirjam Nelisse
TREC staat voor "Techniques de Randonée Equestre de Competition" en komt uit Frankrijk. TREC is daar ontwikkeld als een bekwaamheidstest voor ruitertoeristen die paarden wilden huren om een trektocht mee te maken. De professionals in het ruitertoerisme vonden de gewone trektochten al snel niet meer bevredigend en begonnen met het organiseren van lokale wedstrijden. TREC gaat dus echt om wie het beste met zijn paard een tocht door de natuur kan maken en de uitdagingen waarvoor de natuur hem stelt, kan aangaan. Belangrijk is de twee-eenheid tussen ruiter en paard, het genieten van en respect hebben voor de natuur en het op een goede manier omgaan met de uitdagingen. TREC ontbeert over het algemeen ook luxe; geen 4 sterren hotels maar een tent. Geen boxen voor de paarden maar een paddock en eenvoudig maar goed eten! Er heerst geen competitieve sfeer, maar een sfeer van elkaar helpen en gezellig met zijn allen een weekend erop uit! Het is dan ook een goede gewoonte dat de 'grooms', de vrienden, vriendinnen en ouders die met de ruiters mee zijn, een handje helpen als vrijwilliger.
TREC bestaat uit drie onderdelen: de POR, de MA en de PTV. Deze worden hieronder nader toegelicht. Je kunt TREC op vier niveaus beoefenen: T1 t/m T4. Ook de T5 bestaat, maar deze klassering is voorbehouden voor de Wereldkampioenschappen. De T1, de beginnersklasse, heeft een wat kortere route waarbij je nog geen opdrachten met kompas krijgt. Ook zijn de hindernissen in de PTV nog erg eenvoudig en laag. De T2 wordt dan alweer een stapje moeilijker en de hoogste klasse in Nederland, de T3, heeft een route van tussen de 30 en 40 kilometer en hogere en moeilijkere hindernissen. De T4 wordt niet in Nederland beoefend, omdat de moeilijkheidsgraad in Nederland door het ontbreken van bergen of heuvels, onvoldoende is. Deelnemers die geen lid zijn van de TREC Club kunnen in principe alleen T1 starten. Om hogere klassen te kunnen starten, moet je lid zijn.
POR
De POR (Parcours d'Orientation et de Régularité) is een oriëntatierit op basis van een vooraf vastgestelde route. Die route neem je over van een masterkaart op je eigen blanco kaart. De kaart heeft meestal een schaal van 1:25000, dus 1 centimeter is 25 meter.
Deze rit mag je alleen rijden of in equipe, dus met zijn tweeën of drieën. De snelheden zijn voorgeschreven en variëren tussen de 6 en 12 km per uur. Onderweg kun je controleposten of knippers tegenkomen, die worden aangetekend op je tijdkaart. Naast de kaart moet je ook een aantal verplichte onderdelen in je bepakking meenemen. Des te hogere klasse je start, des te meer je moet meenemen.

Foto 3: knip in de tijdkaart!
foto: Mirjam Nelisse
MA
De MA (Maîtrise des Allures) is een gangenbeheersingsproef, waarin je moet tonen hoe de controle over de richting en snelheid van je paard is in galop en stap. Er wordt een baan uitgezet van 150 meter lang en 2 meter breed. Je legt de baan tweemaal af, één keer heen en één keer terug.
Op de heenweg laat je je paard zo langzaam mogelijk galopperen. Des te langzamer je gaat, des te meer punten. Maar let op: als je paard uit de galop valt, ben je al je punten voor dit onderdeel kwijt! Op de terugweg laat je je paard zo snel mogelijk stappen. Des te sneller je stapt, des te meer punten krijg je voor dit onderdeel. Ook hier geldt: als je paard gaat draven of dribbelen, krijg je voor dit onderdeel geen punten!
De MA is voor elke klasse hetzelfde. De T1, T2 en de T3 ruiters leggen dus allemaal dezelfde afstand af en hebben dezelfde puntentelling.

Foto 5: onder de laaghandende takken door
foto: Mirjam Nelisse
PTV
De PTV (Parcours en Terrain Varié) is een hindernissenparcours bestaande uit 16 veelzijdige hindernissen. Deze 16 hindernissen worden gekozen uit een totaal van 34 TREC hindernissen. Uitgangspunt voor deze hindernissen is dat je ze tijdens een trektocht tegen kan komen.
De hindernissen testen verschillende vaardigheden van ruiter en paard, zoals springen, rust en gehoorzaamheid en controle. De hindernissen worden beoordeeld op het wel dan niet nemen van de hindernis, maar ook op de stijl en uitvoering waarmee dat gedaan wordt. Voor grove hulpen geven worden bijvoorbeeld minpunten op stijl in mindering gebracht. Voorbeelden van hindernissen zijn bijvoorbeeld:
- terreinhindernissen, zoals een boomstam, opsprong, afsprong, waterbak
- behendigheid, zoals slalom, laaghangende takken, smalle doorgang
- rust en controle, zoals achterwaarts, labyrint en trailer laden
Wanneer je een hindernis tegenkomt die je niet wilt of kunt nemen, dan kun je deze gewoon overslaan. Je wordt niet gediskwalificeerd, maar je krijgt geen punten voor dit onderdeel. Dat maakt TREC zeer laagdrempelig. Vergeet je niet af te melden bij de jury van de betreffende hindernis, anders word je wel gediskwalificeerd!
***
Meer weten?
Ben je enthousiast geworden? In 2009 worden op verschillende locaties wedstrijden en trainingen georganiseerd. Onze wedstrijd is op 19 en 20 september 2009 en onze trainingen gaan in april van start. Je kunt je hiervoor nog tot 21 maart inschrijven. Voor meer informatie kun je kijken op http://www.trecgo.come2me.nl of een email sturen via het contactformulier.
Dit artikel is het eerste in een serie artikelen over TREC. Het volgende artikel gaat over trainingen en wedstrijden.