Voor liefhebbers is de clinic van Indoor Zeeland een topevenement, buitenstaanders zullen het pand na enkele minuten verlaten.
Liefhebbers van paardensport zijn nooit uitgeleerd. Gisteravond waren Zeeuwse toppaarden het materiaal waarmee dat bewezen werd. Brabander Frank Jespers liet aan de hand van de bewegingen van de in Zeeland gefokte tophengsten Polanski, Rousseau en Rubiquil zien dat duizend-en-één factoren belangrijk zijn voor een goed resultaat.
De door het KWPN (Koninklijk Warmbloedpaarden Nederland) goedgekeurde hengsten voldeden alle drie aan nagenoeg alle voorwaarden van de als zeer kritisch bekendstaande Jespers. Vooral Rubiquil, met Leunus van Lieren in het zadel, kreeg de handen van de toeschouwers op elkaar. Souplesse, uitstraling, instelling, gebruik van het achterbeen en die bijna duizend andere dingen, bijna alles klopte.
Indrukwekkend was de clinic van paardentrainer Emile Voest uit Ruinen. Voest is een volgeling van de Amerikaan Monty Roberts (67), een man die zijn hele leven met paarden opgetrokken is. Roberts werkte onder andere mee aan de film de paardenfluisteraar.
Voest is volgens de speaker van Indoor Zeeland beslist geen paardenfluisteraar. Als dat al niet zo is, dan is hij toch zeker een paardenluisteraar. "Weet je wat niet helpt?", was de retorische vraag van de trainer, toen hij de zesjarige Hexagon's Mantra door de ring leidde. "Een paard op zijn donder geven. Als je hem straft, wordt hij alleen maar bang."
Volgens Voests Freestyle-systeem is het begrijpen van het paard voorwaarde nummer één om succes te hebben. Aan de hand van enkele simpele uitgangspunten liet hij Mantra rondjes stappen, draven en galopperen, over een plank, een wip en een zeil stappen. Het publiek stond niet op de banken, maar keek ademloos toe.
Datzelfde gebeurde later op avond tijdens de springclinic van Pieter Kerstens met de Zeeuwse goedgekeurde KWPN-hengsten Iceberg, Lidana en Oraniki. Hoewel het uur al ver gevorderd was, maakten maar weinigen aanstalten om naar huis te gaan.