...
´Ben je daar alweer?´vroeg ze.
Hij gaf niet direct antwoord op haar vraag: ´Zullen we een eindje gaan vliegen?´
Ze lachte: ´Ik kan toch niet vliegen.´
De engel Ariël zuchtte toegeeflijk.
´Nu moet het maar eens afgelopen zijn met die onzin. Kom hier´.
Cecilie liep naar hem toe.
Hij pakte haar bij de hand. Het volgende moment vlogen ze door het open raam, over de schuur en over het hele landschap. Het was vroeg in de ochtend en de zon luidde een nieuwe winterdag in.
´Heerlijk!´zei Cecilie.´Engelachtig heerlijk.´
Vliegen was nog wonderbaarlijker dan ze had gedacht. Het kriebelde in haar maag toen ze naar de spitse dennentoppen omlaag keek. Als ze haar hoofd optilde, kon ze mijlenver om zich heen kijken.
...
Even later vlogen ze terug naar het open raam en gingen net zo in de vensterbank zitten als Ariël de eerste keer had gedaan.
Ze keken beiden naar haar bed. Cecilie vond het helemaal niet gek om zichzelf daar te zien liggen met haar blonde haar op het kussen. Op de deken die over haar heen lag, hadden ze de oude kerstster gelegd.
´Ik ben het met je eens dat ik mooi ben als ik slaap´, zei ze.
Ariël hield haar hand stevig vast. Hij keek haar aan en zei:´Je bent nog mooier als je hier zit.´
(Door een spiegel, in raadselen / Jostein Gaarder)
Laatst bijgewerkt door abby op 28-05-03 08:46, in het totaal 1 keer bewerkt