Lieve mensen,
Gistermorgen werd ik door de veearts opgebeld dat Iwaldo complicaties had en hij aan het infuus stond omdat zijn darmen nog niet wilden werken. Ik ben er toen (gelukkig) meteen naartoe gereden. Wal stond helemaal achterin de stal, heel stil. Toen ik hem begroette hinnikte hij wel, ik denk dat ie me wel herkenden. Ik heb hem een aai gegeven en op dat moment begon hij over zijn hele lijf heel erg te trillen. Ik wilde de veearts vragen hoe het met hem ging, maar ze kwamen al aangelopen met de mededeling dat hij geeuthanaseerd zou worden omdat hij teveel pijn had. Ik heb gevraagd of ik erbij mocht zijn. We zijn met Waldo naar buiten gelopen, lekker het zonnetje in. Daar kreeg hij een narcose spuit. Hij probeerde nog om zich heen te kijken toen hij een paar paarden hoorde lopen, die oortjes van hem bleven draaien. Langzaamaan begon ie weg te zakken tot hij ging liggen, waarna de spuit gegeven werd en hij langzaam is vertrokken. Ik heb zijn hoofd vastgehouden en hem een knuffel gegeven en hem verteld dat het goed is zo.
Speciaal voor mijn maatje heb ik nu een kaarsje aangestoken.
Lieve Iwaldo.
Zes jaar geleden zag ik je voor het eerst. Wat een groot sterk paard! Glimmen als een spiegeltje, enorme oren die alle kanten op bewogen, en een ondeugend koppie. Niemand wilde je toen rijden, je bleef maar steigeren. Ik was net zo koppig als jij en ondanks dat ik vrij bang was, wilde ik het met jou wel proberen. Door je langzaamaan het vertrouwen te geven wat je kwijt was, overwon je je angsten en wilde je voor me door het vuur gaan. Daar kreeg ik ook vertrouwen van. Natuurlijk bleef de ondeugendheid. Als je iets zag wat je eng vond, kon ik met een aai je zover krijgen dat je er voor mij langsop ging. Maar dingen die niet eng waren vond je altijd een leuke aanleiding om even weg te springen en vervolgens brutaal een sprintje te trekken. Maar dat vond ik niet erg, ik vertrouwde dat je geen gekke dingen deed, en moest wel om je lachen. Maf paard.
Je was een rasecht jachtpaard. De meute, de grote groep paarden, hoorngeschal, daar leefde je voor. Het liefst liep je voorop. Wie er op je rug zat maakte niet uit, je was altijd voorzichtig en kon elke sloot aan. Je hebt je baas het jagen geleerd. Natuurlijk was ik zo koppig dat ik het liefste wilde dressuren, en wat heeft dat een strijd gekost. Diepe dalen hebben we gehad, dat je zo ongelooflijk stijf was, en ik zo gefrustreerd. Maar ook hoge pieken, dat je je bewust werd van je lijf, en je toch wel kon swingen! Op concours vond je het ook steeds leuker. Hinniken naar alle andere paarden. Lekker proberen de losrijdring uit te springen (want springen vond je toch eigenlijk het leukst) en ondertussen toch nog willen werken voor de baas en nog puntjes halen ook. Wat heb ik een plezier met je gehad. En vooral vertrouwen. Want op jouw rug durfde ik het losrijdveld wel over met lang teugeltje. Op jouw rug kon ik alles aan. Wat een braaf paard was je toch ook.
En kan je je onze vakantie nog herinneren? In Ruinen, bij mijn oom en tante op stal. Wat een avontuur voor je. Een buitenstal, een nieuwe buurman. Wat kon je hard hinikken! En natuurlijk moest je de boel weer op stelten zetten door eigenwijs over het hek heen te springen en heel onschuldig te staan kijken met je maffe koppie. "Hier is het gras veel lekkerder"! Droppie.
Iwaldo, ik mis je nu al. De laatste tijd ging het slechter. Je longontsteking, toen je wormen, vervolgens sloegen je vriendjes je in de wei ook nog in elkaar. We zijn maar aan het dokteren geweest. En wat was het moeilijk om zo door te gaan. Ik wist dat er iets mis was, maar jij bent nooit een van de snelsten geweest, en je kon altijd heel goed 'liever lui dan moe' spelen, dus wanneer moest ik stoppen en wanneer kon ik doorrijden? Ik heb gelukkig wel naar mijn gevoel geluisterd. Het rijden ging me steeds meer tegenstaan. Jij had er geen lol meer in. Ik dus ook niet. De laatste vrijdag heb ik je nog gezadeld. Ik wilde er weer tegenaan. Netjes gedressuurd. En wat liep je ineens lekker! Ontspannen, lekker soepel, wat heb ik heerlijk gereden. Diezelfde middag ben ik nog naar de ruitersportzaak gereden en heb ik de kast opgeruimd, uitgesopt, heb je manen getrokken. Op een nieuw begin.
Helaas was het ons niet gegund. Ik heb je nog beloofd dat als je beter werd, we nooit meer zouden dressuren. Alleen maar het wekeromse zand in, lekker scheuren. De zandvlakte over, weer dat paadje op waar jij altijd links wil, en ik rechts. Ik heb nog verteld, dat ik net nieuwe beugelriemen had gekocht, een nieuw shabrak, dat je het niet moest wagen om dood te gaan! Wat was ik opgelucht toen Peter belde en vertelde dat je buiten levensgevaar was. Als ik had geweten dat je ons alsnog zou verlaten zou ik je zondag ook hebben bezocht. Wal, ik heb te weinig tijd gehad om tegen je te zeggen wat ik wilde zeggen. Maar eigenlijk hoeft dat ook niet. Ik denk dat je het wel voelt. Zal er zo'n band bestaan, tussen een mens en een paard? Dat ik je stal inkom, en je zo gaat staan trillen, dat je je niet meer sterk hoefde te houden voor de buitenwereld, dat je wist dat het goed was? Gekke ouwe sok, je hebt geen pijn meer nu. Ik hoop dat je ergens een plekje hebt gevonden waar je de hele dag mag galoperen. De wind door je dikke shetlander-manen heen. Je oortjes vooruit. Het is goed zo. We hebben het mooi gehad.
Iwaldo, † 10 mei 2004.